Veiligheid is een basisvoorwaarde van ons bestaan. Mensen die misdaden plegen komen veelal in de gevangenis. Ze komen op termijn altijd weer terug in de samenleving. Een gesprek over re-integratie met groepsbegeleider van Exodus Utrecht Carla Smit en cliënt Jordin.

Interview door Jan Jansen

“Er zijn cliënten die hier de laatste fase van hun gevangenisstraf uitzitten, cliënten die door de reclassering hier geplaatst zijn en cliënten die hier vrijwillig wonen,” vertelt Carla Smit. “Je moet je hier aan strenge regels houden. Bijvoorbeeld om acht uur ’s morgens moet je je beneden melden en om tien uur ook weer voor de taakverdeling in het huis. Als dat niet doet krijg je een gele kaart. Blowen, gebruik van alcohol, te laat komen en dergelijke wordt niet getolereerd. Bij negen gele kaarten volgt een gesprek met de leiding en worden conclusies getrokken. Je zou, ingeval je hier je straf uitzit, naar de gevangenis teruggestuurd kunnen worden voor de rest van je straftijd. Dat gebeurt niet veel want met een goed gesprek zijn cliënten meestal weer op het rechte pad te krijgen.”

Carla Smit. Foto: Jan Jansen

Carla (64) is geboren en getogen in Utrecht. “Ik woonde vanaf mijn geboorte tot mijn middelbare schooltijd aan de Nieuwegracht. Mijn vader had er een bedrijf waar lederen uniformen gemaakt werden voor overheidsinstellingen als de politie, spoorwegen en ministeries. Ik werk nu veertien jaar bij Exodus en doe dit werk met veel passie. Dat doen alle begeleiders hier ook want dit is echt mensenwerk."

"Per cliënt wordt door zijn of haar mentor een traject uitgezet en is er wekelijks een mentorgesprek. Het is erg intensief om cliënten te begeleiden met bijvoorbeeld schuldhulpverlening, naar werk met inkomen, huisvesting en dergelijke. Er zijn ook teleurstellingen als je ziet dat mensen het tijdens het begeleidingsproces toch niet redden of later een terugval krijgen. Ze kunnen echter altijd terugkomen als er problemen zijn. We bieden nog twee jaar nazorg. En elke zondag hebben we een inloop waar oud-cliënten kunnen komen om met elkaar ervaringen uit te wisselen.” 

De Stichting Exodus Utrecht bestaat twintig jaar en is o.a. in de Waalstraat gevestigd als zorginstelling voor (ex-)gedetineerden in de laatste fase van hun straf. Exodus wordt in de volksmond ook wel buiten-bajes genoemd. Via een streng re-integratieprogramma wordt de cliënten de noodzakelijke discipline bijgebracht, die nodig is voor een volwaardige plaats in de samenleving. Gedetineerden met een ernstige psychiatrische problematiek en harddrugsverslaafden worden niet bij Exodus opgenomen. Exodus heeft tweeëntwintig betaalde krachten die zich, veelal in deeltijd, inzetten als begeleider of mentor van zo’n vijfentwintig cliënten. Daarnaast worden er dertig mensen in de regio ambulant begeleid.

Jordin (24) woont nu vier maanden bij Exodus. “Mijn VMBO-opleiding heb ik niet afgemaakt. Ik heb geen huis, geen relatie, geen werk en geen inkomen. Vanwege een overval twee jaar geleden kreeg ik een gevangenisstraf van een half jaar. Vlak nadat ik vrij kwam gingen mijn ouders scheiden. Ik ging bij mijn vader wonen maar die kon het niet meer betalen omdat ik zelf geen inkomen had. Kwam daardoor op straat terecht en at en sliep zo af en toe bij vrienden. Via de reclassering kwam ik bij Exodus terecht. Het is hier beter dan op straat maar die strenge regels maken het wel moeilijk. Ik heb nu bijna al negen gele kaarten maar daar ben ik niet echt bang voor. Ze zijn hier wel redelijk en ik wil zal zeker mijn best doen want het zou zonde zijn om het nu te verpesten.”

Het krijgen van werk en inkomen is voor de cliënten van essentieel belang voor de re-integratie in de samenleving. De jobcoach van Exodus heeft een groot netwerk van instellingen en bedrijven. Maar de negatieve effecten van de economische crisis zijn vooral voor deze doelgroep groot. Zonder een diploma vast werk krijgen is tegenwoordig bijna onmogelijk.

“School is niks voor mij,” zegt Jordin. “Ik wil met mijn handen werken. Het liefst zou ik in een magazijn aan de slag gaan want ik heb een heftruckcertificaat. Ik werk nu vier dagen per week als vrijwilliger in stadion Galgenwaard. Het gras bijhouden, tribunes schoonmaken. De gemeente doet dat eerst met een blazer en ik ga er met anderen achteraan voor het fijnere werk. Mijn vader en moeder zijn blij dat ik hier zit want dat is een grote zorg minder. Over vier maanden kom ik vrij en hoop dan werk en een huis te hebben want anders zie ik nog geen toekomst. Naar school ga ik in ieder geval niet meer.”

Carla geeft aan dat er door de jobcoach van Exodus alles aan gedaan wordt om cliënten naar werk te begeleiden. “Wanneer ze hier vandaan gaan is er wel een mogelijkheid om via de SSH een appartement te huren. Als ze dan nog geen baan hebben worden ze door de Sociale Dienst achter de broek gezeten om toch aan de slag te gaan. Cliënten blijven gemiddeld een jaar bij Exodus voor ze volledig vrij zijn. We zijn een open zorginstelling. In de buurt zijn we volledig geaccepteerd omdat zich nooit incidenten op straat voordoen. Cliënten zijn zich zeer bewust wat er op het spel staat. Ik ben als groepsbegeleider vooral een buffer tussen de mentor en de cliënt. Door te praten over ontstane spanningen wordt inzicht verkregen en kan iedereen weer verder. Dat geeft enorm veel voldoening want we doen het bij Exodus, zowel als begeleider als cliënt, echt ergens voor.”

-

Een belangrijk deel van het dagelijks nieuws gaat over criminaliteit. Vooral ouderen zijn uitermate kwetsbaar voor misleiding, diefstal en geweld. Als er iemand wordt opgepakt en veroordeeld geeft dat een gevoel van opluchting. In Nederland zitten gemiddeld zo’n 13.000 mensen voor korte of langere tijd in de gevangenis. Op de 36 levenslang gestraften na komen ze na verloop van tijd ook weer op vrije voeten. Al die ex-gedetineerden moeten zich weer een plaats zien te veroveren in de samenleving. Ze zijn, in de toch al zo gespannen arbeidsmarkt, een groep die niet makkelijk een baan zal krijgen. De kans op recidive is groot omdat ze ook vaak in een milieu terugkeren waar misdaad meer voorkomt.

(Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit weekblad De Oud-Utrechter van 6 januari.)