Het kappersvak zit in het DNA van de familie Deun. Deun Hairstyling van Bert Deun (73) is sinds 1963 gevestigd in de Voorstraat 20. In de stijlvolle kapperszaak is op foto’s te zien hoe het interieur in die jaren voortdurend is aangepast aan de eisen van de tijd.

Interview door Jan Jansen

“Mijn vader Henk Deun is in 1937 een kapperszaak aan de Amsterdamsestraatweg 303 begonnen, tegenover de Olympia bioscoop bij de watertoren,” vertelt Bert Deun. “We hadden het bij ons thuis altijd over de zaak en over het kappersvak. Misschien zijn we daarom allemaal met het kappersvirus besmet. Mijn broer Jan heeft de franchiseketen Cosmo opgericht, gebaseerd op een herkenbare formule met meer dan honderd kapperszaken in Nederland. Mijn neef Jean Marc Deun heeft de meest exclusieve en dure kapperszaak van Utrecht op het Janskerkhof. Ik heb me altijd op de artistieke kant van het vak gericht. Nu is mijn dochter Mireille mijn compagnon. De naam Deun zal naar verwachting de komende decennia het kappersvak nog wel blijven beïnvloeden.” 

De ‘Permanentcentrale’ van Henk Deun aan de Amsterdamsestraatweg was een dameskapsalon. “Het was een grote kapperszaak met dertig personeelsleden. Er werden in de jaren veertig en vijftig vrijwel alleen permanenten gezet, een echte krullenfabriek. Het haar werd in die tijd met hitte verwarmd en met eiwitstolling werden de krullen aangebracht. Dat hield dan een paar maanden stand tot het begon uit te zakken. Vrouwen konden het uitzakken een tijdje tegenhouden door met een haarnet te slapen. Mijn vader was een echte zakenman die zich meer met het verbouwen van de zaak bezighield als met het kappersvak. Hij bleef voortdurend uitbreiden en verbouwen tot het niet verder kon.”

Of Bert kapper zou worden was geen vraag. “Ik was als kind al erg geïnteresseerd in kappersmode. Er zijn in de haardracht altijd stijliconen geweest. In de zestiger jaren had je Grace Kelly met een wrong op het achterhoofd. Later het opgestoken haar, geïnspireerd op Farah Diba. Nu is het stijlicoon Maxima met blond loshangend golvend haar. Op oudere foto’s herken je het tijdsbeeld vooral van de haardracht. Toen ik veertien was werd ik naar Duitsland gestuurd voor een speciale kappersopleiding.  In 1958 begon ik een eigen kapperszaak voor dames en heren in het pand van mijn vader op de eerste verdieping.”

Bert Deun. Foto: Jan Jansen

Om de artistieke kant van het kappersvak verder te ontwikkelen ging Bert Deun zich toeleggen op kapperswedstrijden en shows. “Bedrijven die haarproducten op de markt wilden brengen vroegen mij voor de haarstyling. Voor Schwarzkopf heb ik jarenlang grote shows door het hele land en ook in grote Europese steden als Londen en Parijs verzorgd. Mijn passie was om steeds te vernieuwen en nieuwe stijlen uit te proberen. Om dat te kunnen bereiken moet je een bijzondere vertrouwensband met je klanten opbouwen. Ze moeten veel aan je overlaten.”

Sinds 1963 betrok Bert zijn eigen zaak, Deun Hairstyling, in een representatief pand in de Voorstraat. Ik trouwde datzelfde jaar met Tharys, we gingen boven de zaak wonen en kregen twee dochters. Tharys was kapster maar ging zich in onze zaak richten op de receptie, administratie en personeelsbeleid. Dat was beter vanwege de opvoeding van onze kinderen. Dat was voor ons allebei een uitstekende taakverdeling. Ik kon me daardoor volledig richten op het kappersvak en artistieke ontwikkelingen. Ons huwelijk heeft echter niet lang standgehouden omdat ik me seksueel meer tot mannen aangetrokken voelde. Homoseksualiteit, daar sprak je vroeger niet over. Voor de buitenkant hadden we alles, een mooi gezin met twee leuke dochters, maar van binnen was er toch een gemis.”

Ondanks de scheiding is er altijd een intensieve samenwerking gebleven. “We bleven zakelijke compagnons en behielden onze hechte vriendschap. Tharys is zeven jaar geleden onverwacht overleden. Ze voelde zich een tijd al niet erg lekker maar werkte gewoon door. Toen een arts op 16 december 2008 besloot haar verder te onderzoeken was het te laat. De volgende dag werd ze dood in bed aangetroffen. Ook na pathologisch onderzoek is de doodsoorzaak niet vastgesteld. Ze werd zesenzestig jaar en heeft tot de laatste dag in de zaak gewerkt. Haar plotselinge dood was een enorme schok voor zowel het personeel  als voor de klanten. Het voelde als een amputatie. Ondanks alle verdriet moet je wel door.”

Bert Deun werkt nog steeds als kapper en denkt vooralsnog niet aan stoppen. “Mijn jongste dochter en compagnon Mireille is een topkapster met veel buitenlandse ervaring in onder andere München en Barcelona. Ik werk drie dagen per week en doe dat met veel genoegen. Als kapper heb je een speciale relatie met je klanten. Sommigen komen al vijftig jaar bij mij, ook al zijn ze jaren geleden verhuisd. Je kent van velen hun hele familiegeschiedenis, weet van kinderen die geboren zijn en nu zelf ook weer kinderen hebben. Meer dan 70% van onze klanten komt van buiten de stad. Die gaan dan ook tegelijk een dagje uit in Utrecht.”

Sinds vier jaar woont Bert Deun niet meer boven zijn kapperszaak in de Voorstraat maar in een appartement in de Bilt. “Ik heb hier een prachtig uitzicht en een bushalte vlak voor de deur zodat ik binnen een kwartier in de Voorstraat ben. In deze woonomgeving heb je prachtige natuur en wandelmogelijkheden. Ik heb schilderles, een leuke hobby want ooit komt een tijd dat ik niet meer zal werken. De leraar zei me laatst dat ik zo goed was met vormen en kleurkeuzes. Dat lijkt me logisch want mijn hele leven ben ik geïnspireerd door schoonheid en artisticiteit. Het kappersvak heeft mijn leven zelf ook kleur gegeven.” 

Het komt steeds minder voor dat beroepen van ouders op hun kinderen overgaan. Vroeger was dat nog heel gebruikelijk. In sommige gezinnen hadden zich vakmatige specialiteiten ontwikkeld die generaties lang werden overgedragen. Je hoefde dan als kind niet na te denken over je toekomstige beroep en ook geen beroepsopleiding op school te volgen. Je ging direct na de lagere school bij je vader in de leer of bij een bevriend bedrijf waar de kneepjes van het vak werden bijgebracht. Tegenwoordig zijn de kwaliteitseisen voor beroepsuitoefening zo hoog dat altijd een beroepsopleiding gevolgd moet worden.

 (Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen uit De Oud-Utrechter).