In de Week van de Toegankelijkheid is er weer de jaarlijkse bustest van het Stedelijk overleg lichamelijk gehandicapten Utrecht (Solgu). Mensen met een rolstoel of rollator testen het Utrechtse busvervoer op gastvrijheid en toegankelijkheid. Nieuws030 ging mee op pad.

Door Zita Eijzenbach -

Je bent 87 en je wilt wat. Tess Claerhoudt (1928) wil af en toe op bezoek bij familie, lunchen in de stad of naar een optreden. Het moet allemaal geen probleem zijn; er rijden bussen zat in de regio en ze zijn sinds twee jaar allemaal toegankelijk voor mindervaliden. Helaas betekent die ‘toegankelijke bus’ niet, dat de kwieke dame goed gebruik kan maken van de bus.

Een busrit vanuit haar buurtje naar het centrum duurt nog geen tien minuten, alle haltes zijn voorzien van een verhoogd trottoir en alle bussen zijn uitgerust met een plank waarover rollators en rolstoelen gemakkelijk de bus ingereden kunnen worden. Toch is Claerhoudt sceptisch: “Ik moet maar net een behulpzame medepassagier treffen, want tot nu toe ben ik maar één keer door de buschauffeur de bus in geholpen.”

Claerhoudt gaat sinds twee jaar niet meer zonder rollator de deur uit; na een heupbreuk neemt ze niet het risico nog eens te vallen. Een wandeling naar het centrum ging voorheen nog wel, maar is nu toch echt te ver. Ondanks dat er maar liefst drie lijnbussen vanaf de overkant van de straat naar het centrum rijden, bestelt Claerhoudt toch liever de Regiotaxi. 

“Het is toch altijd zo’n gedoe om in de bus te komen. De chauffeur komt niet uit zijn hokje om de rolstoelplank uit te klappen, maar de rollator zelf de bus in tillen gaat moeizaam. Ik moet maar hopen dat er een medepassagier is die me wil helpen met in- en uitstappen.”

Claerhoudt heeft dus geen goede ervaringen met het busvervoer, maar vrijdagochtend nemen we toch de proef op de som in het kader van de Week van de Toegankelijkheid. Hoe rollator-vriendelijk zijn de bussen en diens chauffeurs in Utrecht eigenlijk echt?

Een medepassagier klapt de klep uit die bedoeld is voor mensen met een rollator of een rolstoel. Foto: Zita Eijzenbach

Als we op de bus staan te wachten merkt Claerhoudt nog eens op hoe goed het is dat alle bussen tegeenwoordig zijn uitgerust met een ‘rolstoelplank’, waarover minder-validen met hun rolstoel of rollator, naar binnen kunnen rijden. U-OV schrijft op de website: ‘De chauffeur zal de rolstoelplank voor u uitklappen en u zo nodig helpen bij het in- en uitstappen.

Met die mededeling in het hoofd stappen we vol goede moed in de eerste bus, althans dat probeert Claerhoudt want daar is direct de teleurstelling: geen plankl. Ook als mevrouw Claerhoudt aangeeft dat het haar niet lukt met de rollator de bus in te komen, blijft de chauffeur ijzerenheinig op zijn plek zitten. Uiteindelijk schieten een aantal scholieren te hulp en dragen de rollator de bus in. 

De wielen van de rollator belanden tussen de bus en de stoeprand van de uitstaphalte. Foto: Zita Eijzenbach

Als de chauffeur optrekt, wordt de oudere dame haar stoel ingedrukt. “Ook dat is een punt,” merkt mevrouw Claerhoudt op wijzend naar mijn notitieblokje. “Ze maken altijd zo’n haast, dat ik in de bus nog wel eens ten val kan komen.”

Tussen de bus en de halte

Bij het uitstappen op de halte Centraal Station, belanden de wielen van de rollator tussen de bus en de halte en valt de rollator voorover op de grond. De chauffeur kijkt in zijn spiegels, maar maakt niet eens aanstalten om op te staan. Een van zijn collega’s, die in zijn pauze op een bankje bij de halte een boterham eet, schiet wel direct te hulp.

Een buschauffeur die van zijn pauze geniet snelt Claerhoudt snel te hulp. Foto: Zita Eijzenbach

“Hij hielp wel,” zegt Claerhoudt. “Maar dit mag toch niet gebeuren; de bus stond veel te ver van de halte af. Als de chauffeur de plank had uit geklapt, was het nooit gebeurd.”

Ook bij de volgende rit gebeurt hetzelfde. Als we de buschauffeur van bus 28 er op wijzen dat Claerhoudt met de rollator wil instappen, blijft de chauffeur op zijn plaats zitten. “O, nou, ze zegt anders niets,” zegt de man, terwijl hij in zijn buitenspiegel naar haar kijkt en zijn schouders ophaalt. De studenten die hun weekend tegemoet rijden helpen de oudere dame met haar rollator de bus in; zij zijn blijkbaar beter gehumeurd.

Afgekeurd

Na enkele ritten is nog geen enkele buschauffeurs van U-OV uit zijn cabine gekomen; de plaat die zij zouden moet uitklappen, blijft steevast liggen of wordt door een ander uitgeklapt. Ook als Claerhoudt aangeeft dat ze er gebruik van wil maken, zijn er alleen medepassagiers die haar bijstaan. De een tilt de rollator de bus in, een ander klapt de plaat voor haar uit en daarna weer in.

“Alle bussen die we vandaag genomen hebben, zijn niet door de test gekomen,” zegt Claerhoudt teleurgesteld. “De Regiotaxi laat wel eens op zich wachten, maar daar weet je wel zeker dat de chauffeur je helpt met de rollator.”

Helaas zijn de buschauffeurs die we vandaag treffen minder behulpzaam. Ze lijken gehaast en al lichtelijk geïrriteerd bij het zien van de oudere dame die met haar rollator hun bus in wil.

Medepassagiers van alle leeftijden schieten direct te hulp. Mevrouw Claerhoudt wist het eigenlijk al; “De buschauffeurs zijn niet geslaagd voor de bustest, en de passagiers wel. Maar ik ga gewoon weer de Regiotaxi blijven gebruiken.”

-

In het kader van de Week van de Toegankelijkheid organiseert het Stedelijk overleg lichamelijk gehandicapten Utrecht (Solgu) jaarlijks de ‘bustest’. Daarmee wil de Solgu ervoor zorgen dat er  - vanuit gebruiker en vanuit de aanbieder - meer aandacht komt voor de toegankelijkheid en de gastvrijheid van het openbaar vervoer in Utrecht.

Beleidsmedewerker Job Haug legt uit: “Veel mensen weten niet eens dat alle bushaltes en bussen sinds 2013 aangepast zijn voor minder-validen en gaan ervan uit dat een Regiotaxi het enige vervoermiddel is dat ze naar hun bestemming kan brengen. Het openbaar vervoer is ook heel toegankelijk, zo is de insteek van de test. De ervaringen van de test gebruiken we in de gesprekken met de busbedrijven in de regio.”