Iedere maandag en donderdag schrijft een Utrechter op Nieuws030 een persoonlijk verhaal over een kunstwerk dat ergens in onze stad in het openbaar te zien is. Lees hier meer over deze serie. Dit is deel 46 in 'de Utrechtse beeldengalerij'.
    

Door Jim Terlingen

Of het Joods Monument in zijn geheel een kunstwerk is, valt natuurlijk te bediscussiëren. Een onderdeel, die hoorn en dat deel eronder, is dat in ieder geval. Vandaar - toch - deze keuze.

Op donderdag 29 oktober 2015 was ik aanwezig bij de officiële onthulling van dit monument vlakbij het Spoorwegmuseum. Daar was in de oorlog het Maliebaanstation, waar vandaan treinen vertrokken met joodse Utrechters richting Westerbork.

Ik wilde die avond heel graag bij de onthulling zijn omdat ik me had verdiept in de geschiedenis van het joodse gezin Keizer dat woonde in de straat van mijn jeugd, de Vismarkt, een prachtige plek in het centrum. Het vreselijk trieste verhaal van het jongetje Edu Keizer (1937-1944) was onder mijn huid gekropen. En ik wist dat zijn broer Robbert aanwezig zou zijn.

Het was een bijzondere avond. Zeventig jaar (!) na de oorlog kreeg Utrecht op dat moment zijn eerste openbare monument voor de meer dan 1200 vermoorde joodse bewoners uit onze stad.

Het was soms ook een beetje verwarrend. Een mevrouw uit het publiek - later hoorde ik haar naam, mevrouw Hankes - doorkruiste het officiële programma met een spontane toespraak. Ik ving ook op dat een rabbijn buiten de microfoons om stevige woorden sprak tegen burgemeester Van Zanen. Hij vond het een schande dat het monument er niet veel eerder was gekomen. Ik hoorde Van Zanen dit pareren door te zeggen dat hij het hier niet mee eens was. 

Toen het monument was onthuld, was ik onder de indruk van de vele namen op de herdenkingsmuur. Niet te geloven. Allemaal mensen uit onze stad en zoveel… Om heel stil van te worden. 

Foto van de onthullingsplechtigheid op 29 oktober 2015 (foto: Jim Terlingen)

Ook de bronzen ramshoorn op een sokkel trok mijn aandacht. Zo'n ding heet een sjofar. Een mooie kromming heeft-ie. Bij de viering van belangrijke joodse feestdagen, nieuwjaar en Grote Verzoendag, wordt er op zo’n sjofar geblazen. De tonen, variërend in lengte en aantal, hebben dan een speciale betekenis.

Het is een belangrijk instrument uit de joodse cultuur, begrijp ik. Saillant detail is dat het instrument ook in de christelijke wereld wordt omarmd (zie verderop in dit artikel wat de achtergrond is van het comité dat het monument realiseerde).

In het deel onder de hoorn staan aan de voorkant (of de foto rechts) tien volwassen joodse mannen. In een volledige joodse gebedsdienst zijn er minstens tien nodig. 'Minjan’ heet zo’n groep. De figuren aan de andere kant symboliseren de mensen die verdwenen.

Dit beeld is ontworpen door de joodse Georgisch-Nederlandse beeldhouwer Amiran Djanashvili (1962), die werkt in Atelier Manenburg op de Wijden Doelen.

Het plateau met zitjes, net als de namenmuur gemaakt van jeruzalemsteen, is het derde element van het monument. 

Het bestuur van de stichting die het Joods Monument heeft gerealiseerd, verdient veel lof. Het is de leden, die vooral komen de christelijke hoek en de Utrechtse politiek, gelukt om een waardig herdenkingsobject te maken voor onze joodse slachtoffers. Esthetisch is het ook dik in orde. Elke Utrechter zou daar eens moeten kijken.

Ongemakkelijke waarheid
Eén heel belangrijk ding ging in 2015 echter niet goed. De gegevens die op de namenmuur zijn gezet, bleken fors verouderd. En het bestuur had niet bedacht dat het handig was de gegevens te checken voordat ze werden vereeuwigd. Ik had enkele maanden na de onthulling de twijfelachtige eer de ontdekker te zijn van deze grove fout.

Dat was het begin van een periode waarin mijn rol veranderde van 'betrokken onderzoeker’ via ‘waarheidsvinder' naar 'luis in de pels'. Dit gebeurde onder invloed van de passieve opstelling en wegmoffelende houding van het bestuur èn van de gemeente Utrecht. Kort door de bocht: ik snap een heel klein beetje wat Pieter Omtzigt heeft doorgemaakt. 

Gelukkig heb ik, gesteund door Utrechtse media, toch veel voor elkaar gekregen. Er is een onderzoek uitgevoerd en op het monument is een bordje gekomen met een verwijzing naar een website waar de juiste gegevens staan. En deze website wordt nu goed bijgehouden. Met regelmaat geef ik daar ’nieuwe’ fouten door. De teller staat als ik dit schrijf op 81 (nummer 82 wordt nog onderzocht).

Een pijnlijke, ongemakkelijke waarheid, vooral voor nabestaanden.
   

Jim Terlingen, journalist-historicus-columnist.

PS1. Meer lezen over dit kunstwerk kan hier (digitaal joods monument) en op wikipedia.

PS2. Het kunstwerk staat op deze locatie (Google Maps)

PS3. Meer zien van de ontstaansgeschiedenis van het monument en de sjofar kan op de site van Amiran Djanashvili (meerdere video's)

PS4. Jim Terlingen (1965) verdient zijn geld als redacteur en postbode. Daarnaast is hij een gepassioneerd journalist, historicus en columnist. In 2021 komt een boek van hem uit over de Joodse Raad in Utrecht tijdens de Tweede Wereldoorlog. Vorig jaar werd hij door Arjan den Boer geinterviewd in de podcast van Oud-Utrecht. En dit is Terlingens website.

PS5. Terlingen houdt zijn bevindingen mbt het Joods Monument bij op de website Kanttekeningen bij het Joods Monument in Utrecht. Hij schreef er veel over op Nieuws030, bijvoorbeeld hier.

PS6. Het oorlogsverhaal van Edu Keizer staat nauwkeurig gereconstrueerd in Terlingens boekje Schaduw over Zonneschijn

    

Aflevering 47 in de Utrechtse Beeldengalerij is geschreven door wethouder Anke Klein.

Hier leest u de vorige aflevering (45).

En hier een overzicht van alle bijdragen.