De rubriek Welvaart Utrecht over de opkomst van de stad in de afgelopen vijftig jaar, iedere maandag, woensdag en vrijdag in Nieuws030. Vandaag deel 82.

Louis Engelman - Op het Kanaleneiland vindt de vernieuwing nu vooral plaats in het gebied tussen de Amerikalaan, Churchillaan, Rooseveltlaan en Marco Pololaan. Daar moet het Centrumplan Kanaleneiland komen. Op deze manier wil de stad deze naoorlogse wijk moderniseren en weer net zo aantrekkelijk maken als ze aanvankelijk was.

Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor de corporaties Portaal en Mitros. De hoge woontorens aan de voet van de Prins Clausbrug tonen ons nu al hoe dat nieuwe stedelijke wonen moet gaan worden.

Ook particuliere projectontwikkelaars zien wel brood in de vernieuwing van het Kanaleneiland. Zij kopen de relatief goedkope flatblokken op om deze na een grondige renovatie voor ‘nieuw’ aan de man te brengen. Deels in de sociale huursector, deels in het vrije huursegment en deels als koopwoning.
Belangstelling genoeg. De jonge starters staan in de rij. Op die manier worden delen van de wijk, die allang niet meer populair was, toch weer aantrekkelijk gemaakt.

Ook aan de andere kant van de stad wordt er driftig gebouwd. Op het voormalige Veemarktterrein wordt veel in zelfbouw gerealiseerd. Genoeg Utrechters hebben op die kans gewacht. Inmiddels is een groot deel van de bouw afgerond. In totaal zal het project 630 huur- en koopwoningen omvatten.

Voorts zijn er plannen voor een ‘studentencampus’ op het terrein achter het Diakonessenhuis waar de KPN tot dit jaar nog aanwezig is. Een deel van die gebouwen zal worden getransformeerd tot 260 woningen voor net afgestudeerden en 540 studentenkamers. Het is de bedoeling dat dit project in 2018 is afgerond.

Bouwen in de binnenstad wordt wel steeds moeilijker. Maar het gebeurt nog wel. Neem ‘Zijdebalen’ tussen de Vecht en de Oudenoord. De bouwplaats bruist van activiteit. In fasen zullen er uiteindelijk ongeveer 500 woningen, waarvan veel appartementen, worden neergezet.
De bouwers proberen met een binnentuin enigszins de sfeer terug te brengen van de oorspronkelijke buitenplaats en lusthof Zijdebalen. Dit project, zo dicht bij de binnenstad, mocht vanaf het begin op veel belangstelling rekenen. De eerste fase moet dit jaar klaar zijn, de tweede fase in 2019.

Project Zijdebalen tussen Vecht en Oudenoord. Foto: Nieuws030

Plannen zijn er ook om het voormalige expeditieknooppunt van de NS aan de oostkant van de Kruisvaart te ontwikkelen tot een nieuwe woonwijk. Daar zouden in totaal tussen 450 en 600 woningen en appartementen worden gebouwd. Twintig procent daarvan valt in de categorie sociale huur. De wijk moet aansluiten op het ‘Ringpark Dichterswijk’ dat uit een buurtinitiatief is ontstaan.
In het leegstaande PTT Sorteercentrum aan de Jan van Foreestraat in de Dichterswijk zullen dit jaar 218 huurappartementen worden ingericht, voornamelijk voor starters en expats.

In Overvecht wordt binnenkort het terrein van het voormalig ziekenhuis bebouwd. Er komen in het zogenoemde Antoniuskwartier 207 woningen te staan. En voor het NPD-terrein aan de Brailledreef/Zamenhofdreef heeft het college het stedenbouwkundig programma van eisen vastgesteld voor de realisatie van 180 tot 360 appartementen voor starters en senioren, plus een woontoren voor minimaal 550 studenten.

Tenslotte zijn er ideeën om de NS-terreinen nabij de Tweede Daalsedijk voor woningbouw te ontwikkelen. Het idee is om in deze ‘Cartesiusdriehoek’ circa 2400 koop- en huurwoningen te realiseren, waarvan 580 sociale huurwoningen en 300 starterswoningen. Het voormalige CAB-gebouw moet de ontmoetingsplaats van de buurt worden, met ruimte voor maatschappelijke en commerciële voorzieningen. Denk daarbij aan sport en cultuur, winkels en horeca.
Een tunnel van de Locomotiefstraat naar de Tweede Daalsedijk verbindt het gebied met de stad. Het binnenterrein wordt verkeersarm en krijgt een parkachtige uitstraling. Er zal meer ruimte voor de fiets dan voor de auto komen.

Dat de bouwactiviteit in Utrecht enorm is constateerde ook het vakblad Cobouw vorig jaar. Onze stad staat op bouwgebied op nummer 1. Je hoeft ook maar om je heen te kijken om vast te stellen dat die ranking wel zal kloppen. De bouwomzet in Utrecht is sinds het begin van deze eeuw veel groter dan het gemiddelde elders.

Daardoor blijft de stad stevig doorgroeien. In de afgelopen vijftien jaar nam het inwonertal met 82.500 toe. Daarmee komt Utrecht als groeigemeente op de tweede plaats na Amsterdam. De stad telt nu bijna 340.000 inwoners en dat worden er – we hebben het eerder gememoreerd - naar verwachting in 2028 circa 400.000 en in 2040 zo’n 425.000. Al die mensen moeten hier fatsoenlijk kunnen wonen.

Toch roept die haast ongebreidelde toename vragen op. Is de uitbreiding van het inwonertal van Utrecht in dit tempo echt wel nodig? En wat betekent dat voor de druk op de binnenstad? In een kritische analyse stipte Lombokbewoner Peter Tol vorige week in de Volkskrant deze punten aan.
Hij vroeg zich af of de Utrechters wel blij moeten zijn met al die groei. En of de vrije (bouw)markt niet te veel het beleid bepaalt met ‘middelhuren’ van 900 euro voor ‘hokjes van 20 vierkante meter’. ‘Als je je niet vastlegt op precieze afspraken over sociale woningbouw, dan presenteer je dat allemaal gewoon als logisch gevolg van de almaar groeiende vraag naar woonruimte’, stelde hij vast. Tol noemde het daarom ‘hoog tijd voor een Utrechts stadsgesprek over grenzen aan de groei’.

Volgende deel: Wonen in Utrecht wordt steeds duurder