De eerste vrouwelijke buschauffeur in Utrecht deed in 1978 haar intrede op de stadsbus. In 1884 kwam er een einde aan het reizen per trekschuit. We kennen De Roskam in Houten, maar in Utrecht is er tot in de 18e eeuw een herberg geweest met de triomfantelijke naam De Drie Roskammen. De eerste luchtballon boven Utrecht was te zien in januari 1784 bij Rotsoord.

Het zijn van die fijne weetjes waar een quizmaker z’n vingers bij aflikt, daar kan die wat mee. Het nieuwste nummer van het tijdschrift Oud-Utrecht staat er vol mee. Een dubbeldik nummer dit keer dat als thema draagt ‘Verkeer en Vervoer’. En traditiegetrouw bij het opzetten van een themanummer is de redactie er weer in geslaagd veel lezenswaardige artikelen bij elkaar te brengen waardoor het tijdschrift ook echt een bewaarexemplaar is voor de liefhebbers van de historie van Utrecht.

De omslag van het nieuwe tijdschrift Oud-Utrecht.

Verkeer en Vervoer als thema laat zien hoe Utrecht een belangrijk vervoersknooppunt werd van wegen en sporen. Willem van der Ham vertelt in een overzichtelijk artikel hoe Utrecht die rol in de schoot geworpen kreeg, maar dat het veel lastiger was als het ging over de rol van de stad bij het nationale vervoer over water.

Je steekt dus wat op van zo’n themanummer. Dat bijvoorbeeld over vervoer jarenlang ruzie gemaakt kan worden. We kennen dat van onze tijd over de sneltram, maar Marloes Wellenberg laat zien dat bij de ontwikkeling van de trekschuit, indertijd een vorm van snel en comfortabel vervoer, regenten het nogal eens met elkaar oneens konden zijn hoe dat dan moest worden aangelegd. Belangen van gemeentes speelden daarbij een rol. Toen in 1664 de trekvaart tussen Leiden en Utrecht van start ging, de ‘snelle’ tocht duurde 8 uur, was er al heel wat water door de betrokken rivieren en kanalen gegaan om van idee tot uitvoering te komen.

De trekvaart zorgde ook voor een nieuwe vorm van herbergen: de veerhuizen. Utrecht heeft er diverse gekend zo langs de Kromme Rijn, Vaartsche Rijn en Leidsche Rijn (Smakkelaarsveld). Nettie Stoppelenburg beschrijft er een aantal in haar artikel en rakelt zelfs nog een poging tot moord op in een van de veerhuizen aan de Bemuurde Weerd, waar trekschuiten vertrokken naar Amsterdam.

Hoe belangrijk de trekvaart dan ook moge zijn geworden, vervoer van mensen en goederen ging voor een groot deel met wagendiensten en dilligences. Het nu zo onbetekenende straatje Jansveld was twee eeuwen terug de centrale plek voor die diensten. Kaj van Vliet dook in die geschiedenis en laat zien hoe belangrijk herberg De Postpaarden is geweest, maar ook de rol die herberg De Drie Roskammen speelde. Op Jansveld 41 is nog altijd een gevelsteen te zien die aan die herberg herinnert.

Naast de artikelen over verkeer en vervoer besloot de redactie van het tijdschrift dat er ook aandacht moest komen voor ‘het menselijke verhaal’. Vandaar een verhaal over werken én wonen rond het Maliebaanstation en een artikel over het 'Stationswerk' op Utrecht CS. Dames vingen daar alleenreizende meisjes op om hen te behoeden voor onheil. Maar ook het verhaal van de buschauffeuses op de Utrechtse stadsbussen. Toen die voor het eerst achter het stuur gingen waren er passagiers die niet durfden in te stappen. Tegenwoordig voelen de meeste reizigers zich het beste op hun gemak bij een vrouwelijke chauffeur.

Het themanummer bevat ook tal van kleinere artikelen rond vervoer en verkeer en het is terecht ook dat de met opheffing bedreigde Verkeerstuin Kanaleneiland, waar kinderen al zestig jaar met verschillende vervoermiddelen kunnen oefenen, een plek in het bewaarnummer heeft gekregen.

En bijzonder leuk is het verhaal dat Peter Sprangers schreef, over hoe Abraham Keer, bewoner van buitenplaats Rotsoord, in de 18 eeuw experimenteerde met bliksem en elektriciteit maar ook de eerste in Utrecht was die een (kleine onbemande) luchtballon de lucht in liet gaan. Nog meer bijzonder was dat die daad op komische wijze gekoppeld werd aan politiek gesteggel tussen de patriotten en oranje-aanhangers.

Conclusie, deze uitgave van het tijdschrift Oud-Utrecht over verkeer en vervoer is zeer aan te bevelen. Leuk en leerzaam. Je steekt er wat van op. Ook van zaken die je altijd dacht te weten, zoals dat het ir. Mussert zou zijn geweest die de Berekuil (bij de Biltstraat) heeft ontworpen.

Dat lees je vaak in allerlei boeken en artikelen. Maar historicus Hans Buiter die in de geschiedenis dook van deze beroemde eerste ongelijkvloerse kruising in Nederland, heeft daar geen bewijzen voor gevonden en hij noemt ene H.B. Bakker als de ontwerper. Wel staat vast dat de latere leider van de NSB degene was die in zijn rol als hoofdingenieur van de Provinciale Waterstaat het plan voor een oostelijke rondweg langs Utrecht adviseerde.

Een andere mythe over de rotonde is dat de Berekuil, die in 1944 in gebruik werd genomen, zijn naam zou hebben van de Polar Bears, de naam van het Britse regiment dat in 1945 Utrecht bevrijdde. Dat is niet waar. De naam Berekuil was er al in de ontwerpfase vooraf aan de Tweede Wereldoorlog. Waarschijnlijk stamt de naam af van de Berekuilen met echte beren in dierenparken.

Twee jarenlange broodje-aapverhalen rechtgezet en het is weer eens het bewijs dat je moet uitkijken bij het overschrijven van data en feiten. Checken blijft nodig. Het zal dan ook een tikfout zijn dat in hetzelfde artikel de datum van 8 mei wordt genoemd toen de Polar Bears Utrecht binnenkwamen via de Berekuil. Dat was toch echt 7 mei 1945.

Tijdschrift Oud-Utrecht, Verkeer en Vervoer. Het dubbeldikke nummer is te koop in diverse boekhandels voor 8,95 euro of via de website van Oud-Utrecht: klikhier.

De eerste exemplaren van tijdschrift Oud-Utrecht werden uitgereikt aan Meta Beukelman en Jolanda Kompier, twee buschauffeuses van het GVU. Foto: Oud-Utrecht