De rubriek Welvaart Utrecht over de opkomst van de stad in de afgelopen vijftig jaar, iedere maandag, woensdag en vrijdag in Nieuws030. Vandaag deel 58.

Louis Engelman - Zoals kunstcriticus Jaap Röell in de vorige aflevering al aanhaalde was ‘cultuur’ vroeger nogal beperkt aanwezig in de Utrechtse samenleving. De kunstzinnige uitingen in de jaren vijftig en zestig waren vooral een aangelegenheid van ‘de elite’. Die bezocht de concerten van het later opgeheven Utrechts Stedelijk Orkest (USO) in het Tivoli aan het Lepelenburg (1955-1979), volgde de beeldende kunsten geïnitieerd door de stichting Kunstliefde en ging naar de toneelvoorstellingen in de Schouwburg. En oh ja, je had jaarlijks de kunstmarkt op het Janskerkhof.

Dat was het wel zo’n beetje. Voor de ‘aanstormende jeugd’ was er gelukkig nog wel de jazzkelder Persepolis aan de Oudegracht, waar veel beroemde Amerikaanse musici optraden. Zij vormden een klein tegenwicht tegen het saaie kunstenklimaat van de ‘gevestigde orde’.

Maar aan het eind van de jaren zestig veranderde de situatie. De jongeren begonnen zich meer te roeren. In navolging van Parijs en Amsterdam werden cultureel/politieke bijeenkomsten georganiseerd met een sterke nadruk op de vrijheid van expressie. De popcultuur met Beatles en Stones voorop vormde daarin een voortrekkersrol.

In Utrecht vond in 1967 het eerste grote popfestival plaats: Flight to Lowlands Paradise, afgekort tot ‘Flight’. Dit festijn trok in de Margriethal tienduizend bezoekers, ongekend voor die tijd. Uiteraard deden de Amerikanen het in 1969 in het plaatsje Woodstock nog net even wat groter. In drie dagen tijd trok dit festival 400.000 bezoekers. De hippiecultuur kwam er tot volle wasdom.

Geïnspireerd door de buitenlandse bewegingen bleek ook in Utrecht de opmars van de popcultuur niet meer te stuiten. Het jeugdcentrum Kasieno opende in 1968 zijn deuren op het Paardenveld en ging later als Rasa door in een voormalige verffabriek aan de Pauwstraat.

In 1981 kraakte het Comité Tivoli Tijdelijk het NV-gebouw aan de Oudegracht en nam daar haar intrek. Honderden popconcerten zijn daar sindsdien georganiseerd.

De zaal van Tivoli aan de Oudegracht in 1990. Foto: Het Utrechts Archief

De middelbare scholieren troffen elkaar voornamelijk in grachtenkelders als The Cavern, Sarrasani en de Catacomben. Later verlegden ze hun belangstelling ook naar het poppodium EKKO dat sinds 1986 aan de Bemuurde Weerd in de plaats was gekomen van de studentensociëteit SSR.

De ‘nieuwe tijden’ hadden ook hun invloed op de wereld van de klassieke muziek. Andere ideeën ontstonden er over de presentatie van deze kunstvorm. Het begrip ‘concertzaal’ werd als ouderwets en elitair beschouwd. Eerder werd er gedacht aan een multifunctioneel centrum, waarin allerlei soorten muziek ten gehore konden worden gebracht. Een initiatiefgroep ‘Muziekcentrum’ zette daar de schouders onder.

Het leidde er uiteindelijk toe dat architect Hertzberger op de plek van het oude Jaarbeursgebouw het Muziekcentrum Vredenburg mocht realiseren. Wat overigens niet zonder slag of stoot ging. In de aanloop naar de bouw kwam het tot een groot conflict met de eigenaren van Hoog Catharijne, onder meer omdat Herzberger eiste dat de voorgenomen verkeersweg over het Vredenburg zou worden geschrapt. HC dreigde met een forse schadevergoeding.

Die krachtmeting werd in oktober 1970 de gemeenteraad uitgevochten en eindigde in het voordeel van de kunst. In de nacht van 2 op 3 oktober nam de raad een motie van mevrouw Freriks (PvdA) aan (23 tegen 22 stemmen), waardoor de voorgenomen verkeersweg over het Vredenburg werd geschrapt.

Hertzberger kreeg daarmee zijn zin. Het Muziekcentrum werd vanaf 1976 gebouwd zoals de architect het wilde. Het theater opende zijn deuren op 26 januari 1979. In de grote zaal konden niet minder dan 1700 bezoekers een zitplaats vinden.

Sindsdien is Muziekcentrum Vredenburg het middelpunt van de muziek in Utrecht geworden, variërend van het Festival Oude Muziek en het Kamermuziekfestival tot aan de Americana-avonden. Maar ook de Nacht van de Poëzie vond er onderdak. Het nieuwe Tivoli/Vredenburg heeft deze rol inmiddels overgenomen, waarbij de popmuziek wel dominanter is geworden.

Volgende deel: Voortrekkersrol op Filmgebied