De rubriek Welvaart Utrecht over de opkomst van de stad in de afgelopen vijftig jaar, iedere maandag, woensdag en vrijdag in Nieuws030. Vandaag deel 49.

Louis Engelman - Speelt Utrecht economisch meer dan een lokale een rol? Dat lijkt wel het geval. Althans, dat is de mening van de Europese Gemeenschap. Deze stelt dat de regio ‘belangrijk’ is geworden. In 2010 en 2013 werd Utrecht aangewezen als meest competitieve EU-regio in Europa. Daarmee werden agglomeraties als Londen, Parijs en Frankfurt voorbij gestreefd. Overigens staat Londen nu weer op nummer één.

Volgens Henk Broeders, voorzitter van de ‘Economic Board Utrecht’ (EBU) is de toekenning van die ereplaats geen vanzelfsprekendheid. Er zal hard moeten worden gewerkt om die toppositie vast te houden. De EBU legt daarbij de focus op drie terreinen: gezonde leefomgeving, duurzame economie en slimme technologie. Een goed voorbeeld daarvan noemt hij de toepassing van gamestechnieken in de gezondheidssector.

De provincie Utrecht telt op dit moment circa 105.000 bedrijven. Daarvan werkt 22% in de non-profitsector, 66% in de dienstensector en 12% in de productiesectoren. Het deel ‘zorg en welzijn’ is de grootste werkgever in de regio Utrecht.

Uit de ‘Economische Verkenningen van de regio Utrecht’ blijkt dat de groei in de economie zich in de laatste jaren concentreert in de gemeente Utrecht. Daarbij wordt relatief veel geleverd aan binnenlandse zakenpartners, voornamelijk in Noord- en Zuid-Holland, Noord-Brabant en Gelderland. Maar er wordt ook voor 12.7 miljard euro geëxporteerd naar het buitenland. Daar staat een import van 12.9 miljoen tegenover. Dat lijken toch forse bedragen.

De nieuwe politieke partij ‘Student & Starter’ is er echter niet van onder de indruk. Zij stelt dat de regio Utrecht ‘behoorlijk achterblijft’ waar het gaat om buitenlandse investeringen. De partij baseert zich op een rapport van de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) dat in maart 2015 werd gepubliceerd. Hierin werd vastgesteld dat buitenlandse bedrijven het jaar ervoor 3,2 miljard euro in Nederland investeerden, wat de economie 6304 banen opleverde. Maar slechts 58 daarvan kwamen in de provincie Utrecht terecht.

Student & Starter vindt dat vreemd, juist omdat de nieuwe functies vooral zijn terug te vinden in de sectoren ICT, life sciences en gezondheid, en in de creatieve industrie. Laat dat nou net de gebieden zijn waarin Utrecht zich wil onderscheiden.

De partij steunt het Utrechtse college wel in zijn ambitie om de stad leidend te laten zijn in de kenniseconomie. Maar het verbaast haar dat – terwijl Utrecht twee maal op rij tot meest competitieve regio is uitgeroepen – er daadwerkelijk zo weinig bedrijven hier hebben geïnvesteerd.

Steven Menke, voormalig raadslid voor ‘Student & Starter’, gelooft heilig in de economische potentie van Utrecht. Hij beschouwt de kennisindustrie van de stad als een grote trekker voor bedrijven. Ook zijn de hoog opgeleide inwoners volgens hem flexibeler dan vroeger. ‘Ze blijven minder lang bij één werkgever. Wat dat betreft ligt Utrecht als centraal knooppunt ideaal. De stad vormt een uitstekende uitvalsbasis. Je kunt hier blijven wonen en toch in Amsterdam of elders gaan werken. De verbindingen zijn erg goed.’

Steven Menke.

Een ander voordeel ten opzichte van de hoofdstad is in zijn ogen dat Utrecht qua wonen nog een stuk betaalbaarder is. Menke: ‘Ook dat trekt mensen aan.’ Toch vindt de partij dat de stad en regio zich meer moet inspannen om buitenlandse investeerders naar Utrecht te halen.

Nou is het niet zo dat Utrecht daar niks aan doet. Zo vertrok er bijvoorbeeld in oktober van het vorig jaar onder leiding van wethouder Kreijkamp een delegatie naar Taiwan om Utrecht als vestigingsplek voor bedrijven te promoten. In dit gezelschap bevonden zich ook vertegenwoordigers van de Jaarbeurs, de Hogeschool Utrecht en Toerisme Utrecht. Plus een aantal kleinere innovatieve organisaties op het gebied van gezondheidszorg, architectuur en leefmilieu.

Bovendien zijn de Utrechtse ondernemers zelf tamelijk optimistisch over de groeikansen in de toekomst. Driekwart van hen zei al in maart 2015 te verwachten dat de omzetten zullen toenemen. Dat bleek in elk geval uit de toen gepresenteerde jaarlijkse Business Barometer van de Utrechtse Ondernemers Sociëteit (UOS). Die werd toen in samenwerking met de Rabobank en het accountantskantoor BDO uitgebracht.

De ondernemers gingen er bijna twee jaar geleden vanuit dat er weer meer geïnvesteerd zou worden in innovatie en in nieuwe markten. Zij beschouwen Utrecht als een goede vestigingsplaats waar voldoende kansen liggen voor een bestendige groei. Dat verleidde burgemeester Jan van Zanen ertoe op te merken dat de stad met haar hoogopgeleide bevolking ‘hofleverancier van talent’ is. Om meer internationale bedrijven naar Utrecht te lokken maakte Van Zanen de opening van een ‘expat center’ bekend.

Volgende deel: Arbeidsmarkt vooral voor hoog opgeleide inwoners