Jos Bours (1946) richtte in 1977 met een groep toneelmakers het Stut Theater op, dat samen met bewoners uit Utrechtse wijken toneel maakte over wat er in de buurten leefde. In 'Utrechtse toe(n)standen' kijkt hij terug op die jaren en de ‘gewone mensen’ die hij tegenkwam. Soms verbaast hij zich over het verschil tussen toen en nu. Dan weer vraagt hij zich af of er eigenlijk wel iets is veranderd. 

De huren in de wijken stijgen en stijgen. In Sterrenwijk betaal je intussen meer dan zeshonderd euro per maand. Een steeds groter deel van het inkomen moet worden uitgegeven aan woonkosten. Als een sociale huurwoning leeg komt te staan, moet de volgende bewoner soms honderden euro’s méér gaan betalen.

Men klaagt. Men is ontevreden. Maar waar is het verzet van tóen toch gebleven?

10 mei 1976.

Voor het gerechtsgebouw aan de Hamburgerstraat verzamelen zich zo’n zestig buurtbewoners uit Pijlsweerd. Het zijn sympathisanten van meneer Van Dijk uit de Zoudenbalchstraat, die de huurverhoging weigert te betalen. De huur van de oude huizen wordt 'geharmoniseerd' naar de huren van de nieuwbouw. Daartegen is veel verzet, want intussen wordt er niets verbeterd aan de beroerde staat van de oude huizen. Het actiecomité probeert zoveel mogelijk mensen te organiseren en geld in te zamelen voor de weigeraars. Steeds meer bewoners weigeren de verhoging te betalen.

Meneer Van Dijk is de eerste huurweigeraar die voor het gerecht wordt gedaagd. Er is veel politie op de been. De sfeer bij de gezagshandhavers is nerveus. Bij de actievoerders is de sfeer opgewekt en strijdbaar. Op de Korte Nieuwstraat wordt door buurtbewoners een toneelstukje opgevoerd. Ze laten zien hoe wethouder Bransen weigerende buurtbewoners bang maakt en de deurwaarder op hen afstuurt. Maar die wordt uiteindelijk door buurtbewoners weggejaagd. Op de wijze van André van Duins “Willempie”, op dat moment een grote hit, wordt gezongen:

Huurverhoging, weiger allemaal

Huurverhoging is een groot schandaal!

Voorbijgangers blijven staan en geven geld om de weigeraars te steunen. Dan gaat meneer Van Dijk met advocaat Tomlow (van het advocatencollectief) en een paar mensen van het actiecomité Pijlsweerd naar binnen. De anderen blijven buiten en zingen liederen om de aandacht te trekken.

Als het groepje een half uur later naar buiten komt, doet de verbijsterde huurweigeraar verslag van de verbazingwekkende gebeurtenissen binnen.

“Man man, wat een zenuwenbedoening was het daar! Ze hadden alle andere zaken afgezegd omdat Pijlsweerd vóór moest komen! Er liepen allerhande rechercheurs in burger en gerechtsdienaren met ons mee. Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt! Ze wouwen ons fouilleren maar toen onze advocaat daartegen protesteerde, hebben ze dat maar zo gelaten. We moesten in een wachtkamer gaan zitten. “En als u niet onmiddellijk doet wat ik zeg, laat ik u verwijderen!”, riep zo’n kerel, óp van de zenuwen. Het leek wel oorlog. De kantonrechter viel ook al tegen mij uit: hoe ik het in mijn hoofd haalde om zélf naar de zitting te komen! Hij had de zaak schriftelijk willen afhandelen met de advocaat. Maar die zei dat ik dat heel goed zélf kon. En dat heb ik toen gedaan. Ik heb gezegd dat het een grof schandaal was dat de gemeente aan bewoners van slechte huizen huurverhoging durft te vragen. Wij hebben er veel werk en materiaal in gestoken, daarom zijn ze nog bewoonbaar! Niet omdat de gemeente er zoveel werk van maakt! En daar moet je dan nog meer voor gaan betalen ook. Nou, dat heeft de hoge heer aangehoord, maar hij is er verder niet op ingegaan. Hij bepaalde dat de gemeente vier weken de tijd kreeg om te reageren en dat was het dan.”

Nog een keer wordt het Pijlsweerdlied gezongen en dan gaan allen moe en maar half tevreden huiswaarts.

Pijlsweerd, actief actief al vele jaren

Pijlsweerd, bewoners zij aan zij

Al dreigen ons dan ook gevaren

Maar die winnen dat zijn wij! 

Die laatste regel, die hoopvolle laatste regel vol verwachting van iets beters dat komen zal, die regel zul je vandaag de dag niet zo gauw meer horen. Helaas…