Over enkele weken viert de vereniging Oud-Utrecht haar honderdjarig bestaan. De historische vereniging "tracht de kennis en belangstelling te bevorderen van de geschiedenis, archeologie en monumentenzorg van stad en omgeving Utrecht en te waken over het behoud van het cultureel erfgoed".

Dat doen ze onder meer door het organiseren van activiteiten en het uitgeven van een tijdschrift en een jaarboek. Sinds 2019 is er ook een podcast. Ook stimuleert ze onderzoek naar de geschiedenis van Utrecht. De binnen de vereniging aanwezige kennis wordt indien nodig ingezet voor het behoud van het Utrechts cultureel erfgoed.

Het begin
Burgemeester Fockema Andreae nodigde op maandag 5 februari 1923 achttien ingezetenen uit,

"...bekend om of verdacht van belangstelling in het stedelijk verleden, om te komen tot oprichting van een vereniging, die zich met de historie van de stad zou bezighouden."

De oprichting kwam vijf weken later tot stand, op maandag 12 maart 1923. Pas een maand later (21 april) stond er iets over in het Utrechtsch Nieuwsblad:

De contributie bedroeg aanvankelijk vijf gulden per jaar.

Twee maanden later liet de vereniging inhoudelijk van zich horen:

8 juni 1923, De Standaard

De historische vereniging was in eerste instantie bedoeld voor de stad Utrecht. Na de oorlog kwam daar de provincie bij, maar sinds enige jaren is dat gereduceerd naar 'stad en regio Utrecht'. In de loop der jaren is Oud-Utrecht uitgegroeid tot een gerenommeerde club met meer dan 2300 leden.

Oud-Utrecht heeft aan de wieg gestaan van diverse activiteiten en instellingen op cultuurhistorisch gebied, zoals het Utrechts Monumenten Fonds, de Utrechtse Maatschappij voor Stadsherstel en het Utrechts Gevelteken Fonds

Op zondag 12 maart 2023, de feitelijke verjaardag, is er tussen 16.00-18.00 uur een bijeenkomst in het stadhuis (zie het programma). Dan zal ook OU-voorzitter Dick de Jong een toespraak houden.

(Jim Terlingen)