FC Utrecht bestaat 1 juli 2020 vijftig jaar. Sportverslaggever Ton de Ruiter kijkt met een knipoog naar het heden in een wekelijkse rubriek terug op het woelige verleden. Deze week verschijnt het boek 'De rebellen van de Bunnikside' over de harde kern supporters van FC Utrecht.

Vandaag en volgende week over het gedrag van de supporters. De conclusie na een halve eeuw: in het heden gedragen de fans zich beter dan in het verleden. 

Deel 8      

Het is misschien overdreven te stellen dat FC Utrecht een spoor van vernieling door Europa heeft getrokken, maar dat er in de archieven van de internationale voetbalbond een stevig dossier ligt is wel zeker. Voetballen op 150 kilometer van het eigen stadion, een wedstrijd zonder publiek en meerdere boetes. Ook de fans van de tegenpartij laten zich gelden. Het is de keerzijde van Europees voetbal.

FC Utrecht heeft vanwege wangedrag van supporters al snel na de oprichting een slechte naam in Nederland. Melden bestuurders van de club zich in de jaren zeventig bij de gastheren van de tegenpartij dan krijgen ze te horen: ‘Hebben jullie je fietskettingen bij je’. Onderzoek toont aan dat misdragende supporters een wedstrijd in een wedstrijd spelen: wie krijgt de meeste minuten op televisie en regels in de krant. De fans van de fusieclub scoren hoog. Beelden van de sloop van stadion Galgenwaard gaan in 1980 de hele wereld over, berichten over vernielingen aan bussen en treinen halen regelmatig de voorpagina’s van de krant.

Sloop van stadion Galgenwaard in april 1981. Foto: HUA

Op 17 januari 1993 wordt voor de eerste keer een trein met supporters van FC Utrecht in Diemen teruggestuurd vanwege het roepen van rascistische leuzen door een deel van de groep. ,,De Kromme Rijn in met die lui,’’ zegt voorzitter Theo Aalbers. Een week later krijgt hij in Dordrecht een klap van een supporter. De dader wordt vervolgens neergeslagen door een andere supporter: ,,Je blijft met je handen van de voorzitter af.’’ 

De 200 fans van FC Utrecht in het Roemeense Pitesti veroorzaken geen problemen, maar in de tweede ronde tegen Eintracht Frankfurt gaat het op 22 oktober 1981 dus helemaal mis. 7000 Utrechters reizen naar de stad aan de Main. In het wegrestaurant in Siegburg worden vernielingen aangericht, gasten gemolesteerd en personeel mishandeld. En gelachen dat we hebben: taart in het gezicht van de kok gegooid, ober met stoel op hoofd geslagen, vlees van het bord gepikt, eten in het haar van mensen gesmeerd, met blote billen voor de ramen van de bus. In Frankfurt zelf wordt een frietkraam vernield. De Frankfurter Abendpost meldt: ‘Supporters trekken bloedig spoor door Duitsland.’ In het stadion blijft het rustig. Een straf van de UEFA blijft uit.

In De Telegraaf wordt met de vinger gewezen naar Bertus Zeilmaker. In de hoogtijdagen van het voetbalvandalisme – eind jaren zeventig, beginjaren tachtig – is Bertus een bekendheid. In de rapporten over voetbalvandalisme staan 402 incidenten tussen 1970 en 1980. Bij 58 zijn supporters van FC Utrecht betrokken en daarmee voert de club een ranglijst aan waarop het niet trots mag zijn. Feyenoord volgt met 54, Ajax met 47 incidenten.

Als Bertus met de supporterstrein op het station aankomt heeft hij binnen tien seconden een agent naast zich. Als het tot rellen komt en rennen noodzakelijk is, wordt de 180 kilo zware Bertus als eerste opgepakt. ,,We waren geen lieverdjes’’ zegt hij bij het 25-jarige jubileum van zijn club. ,,Als ik een klap kreeg, gaf ik er twee terug. En soms gaf ik ook de eerste klap. We werden vervoerd in veewagens. Als je in het stadion naar de wc wilde, liep er een agent met je mee. Als we met de groep naar het stadion liepen en je stapte even uit de rij, kreeg je meteen een knal. En ja, ik liet me niet op mijn gezicht slaan.’’ Maar in Frankfurt loopt hij niet dronken rond, zoals de krant schrijft. Vanwege de verjaardag van zijn moeder is hij thuis gebleven.       

Een jaar later trekt een veel kleiner supporterslegioen naar Hamburg. Veel fans hebben aan de trip naar Frankfurt een misselijk gevoel overgehouden, zo van: ‘daar willen we niet bijhoren.’ De Duitse politie heeft ook zijn lesje geleerd en begeleidt de bussen. In het stadion is geen bier te koop. Ook zonder drank kun je feest vieren. Na de onverwachte zege is Hamburg voor even een Utrechtse danstent. Niet fans van de FC maar teleurgestelde Duitse supporters raken slaags met de politie.   

De thuiswedstrijd tegen HSV wordt vanwege de verbouw van stadion Galgenwaard op sportpark Monnikenhuizen in Arnhem gespeeld.  Hoe het mis ging is al gememoreerd in een van de vorige afleveringen van deze serie. Voor straf speelt FC Utrecht in Groningen tegen FC Porto. De tweede wedstrijd (Dynamo Kiev, 1985-1986) wordt na een zitting van het Uitvoerend Comité van de Europese voetbalbond kwijt gescholden.

Het is de verdienste van voorzitter Theo Aalbers. Hij is pas een jaar in functie als opvolger van mr. Willem Kernkamp. De avond voor de zitting drinkt de onervaren preses een glaasje met Jo van Marle, lid van het comité. Die coacht hem voor de zitting. ,,Kruiste hij zijn armen voor zijn borst dan moest ik zwijgen, deed hij zijn arm onder zijn kin dan moest ik praten. Na de zitting liep Van Marle langs ons heen, deed of hij ons niet kende. Maar terug in het hotel ging de telefoon: ‘Theo het komt goed. De fax dat je in Utrecht mag spelen ligt morgen bij de club.’ We stonden natuurlijk niet bekend als het braafste jongetje van de klas. Het nieuwe stadion, het veiligste van Europa in die tijd, heeft ons geholpen.’’

De reis naar het verre Kiev wordt gemaakt in een charter. Dat rechtstreeks wordt gevlogen is een primeur. Een mannetje naast de piloot zorgt dat ze niet over militair gebied vliegen.’’ Een kleine groep vliegt via Oost-Berlijn naar Moskou en reist na een verblijf van drie dagen in de hoofdstad met de trein naar Kiev. Twaalf uur heen en twaalf uur terug. De trein wordt onderweg stil gezet als een paar supporters hun drank niet binnen kunnen houden. Met een slof sigaretten, een paar stukken zeep en wat buttons van de club wordt voorkomen dat de politie wordt ingeschakeld.

Naar het Oostenrijkse Graz reizen in 1991 negen bussen. Benzinestations zijn niet veilig maar verder gaat alles redelijk. Een supporter krijgt een boete voor het schoppen van een agent en een tram wordt verbouwd. ,,Onschuldige omaatjes vliegen de glasscherven om de oren.’’

In de tweede ronde is Real Madrid de tegenstander. In de Domstad worden zeven zwarthandelaren opgepakt die kaartjes voor 350 gulden per stuk aanbieden. Supporters met vliegangst of met weinig geld reizen met bussen. De rit van 1700 kilometer naar Madrid verloopt vrijwel probleemloos. Een Nederlandse vlag wappert buiten de bus, 40 gulden boete. In een Frans wegrestaurant vliegt een melkkannetje door de lucht en sneuvelt een ruit. Twee bussen worden van de weg gehaald. Het zijn niet de bussen van de daders maar dat maakt de politie niet uit. Duizend gulden betalen of terug naar Nederland. Een bus krijgt twee keer materiaalpech, de reis duurt 28 uur.

Supporters in de jaren 80 in het stadion. Foto: HUA