Henk Westbroek - Het gaat goed met de poppodia, was de informatieve kop van een artikeltje in de Volkskrant. Het belangrijkste wist ik dus na zes woorden al, maar ik las toch verder, om aan het eind van het verhaaltje de verbazingwekkende verklaring te inhaleren waarom het zo goed gaat met de poppodia...

Het gaat beter omdat de mensen die er betaald werkten steeds vaker vervangen worden door Muzikale Mantelzorgers, die in de wereld van poppodia 'Vrijwilligers' heten. De loonkosten nemen dus af, want mensen die niet betaald worden drukken niet op de begroting.

De tweede reden om te 'juichen' was dat poppodia steeds vaker voor bedrijfsfeesten en voor congressen verhuurd worden wat goed geld in het poppodiumlaatje brengt. Het gaat dus ook zo goed met die poppodia omdat de optredens van popbands vervangen worden door gezellige recepties van - bijvoorbeeld - de Rabobank.

Ik vermoedde dat in de Tweede Kamer een Cultuur-minnende politieke partij of een partij die vindt dat gratis arbeid de scheve inkomensverdeling nog schever maakt, de kans om bonuspunten te schoren niet zou laten lopen. Ik hoorde in mijn hoofd de vraag van Alexander al: ”Dat in popzalen buiten-popse activiteiten georganiseerd worden die ten koste van de speelmogelijkheden van bands gaan, vindt de minister dat een positieve ontwikkeling? Of juist een waartegen strenge maatregelen genomen moeten worden?”

En ook de iets gemenere vraag van Diederik formuleerde ik al in mijn hoofd: “In het gesubsidieerde popcultuurpaleis van Utrecht hield het CDA haar jaarlijkse partijbijeenkomst waardoor op die dag de programmering van muzikale ensembles niet kon plaatsvinden. Deelt de minister onze mening dat poppodia voor popmuziek gebouwd zijn en niet voor CDA-vergaderingen?”

De amusante en voor de popmuziek belangrijke vragen lagen dus voor het oprapen, maar geen enkel Tweede Kamerlid vond de bizarre trend binnen de poppodia - net als alle gemeenteraadsleden van alle steden met poppodia - ook maar 1 lullig vraagje waard.

Enfin, het mag dan in de optiek van de Volkskrant & de Tweede Kamer goed gaan met de poppodia, het kan altijd nog beter. Een goede verbetermanier is dan om ook de loonkosten van de optredende bands bij te stellen - verlagen is namelijk zo’n rotwoord. Vandaar dat steeds meer poppodia, met name bij festivalletjes, het beleid hebben dat  bands hun optreden als een promotiekans voor hun bekendheid moeten zien, zodat ze in de toekomst 'als ze superberoemd zijn' wèl geld voor een optreden kunnen vragen.

Alsof Maarten van Rossem gratis op tv zou moeten mopperen omdat zijn gratis optreden de vraag naar beter betaalde mopperschnabbels in het land immers vergroot.

Dat bands wel degelijk gratis of voor pakweg 3 consumptiebonnen komen opdraven is omdat ze weinig keus hebben. Op conservatoria studeren jaarlijks 250 mensen af die in de lichte muziek willen werken en de pop- en rockacademies leveren jaarlijks ook honderden goed opgeleide popmuzikanten af die in bands hun muzikale geluk zoeken. Er zijn nu veel meer bands dan plekken waar ze op kunnen treden.

En omdat muzikanten van muziek houden treden ze dan maar voor weinig of voor vrijwel niks op. Want pop, mag het voor nop?!

(Deze column verscheen eerder in het Senablad en is met toestemming van de auteur overgenomen.)