Fred Penninga - lid van het Utrechtse Stadsdichtersgilde - schrijft wekelijks een actueel stadsgedicht. Dit keer onder de titel:

UTRECHT BEDANKT

 

Na de dof denderende dreunen

van de zware Maria-klok hoog in de toren

kreeg de stilte vat op het volgestroomd Domplein.

Zelfs de herfstwind hield de adem in

tot op het eind, toen moest ie toch nog blazen.

Van verder weg klonken, onder andere,

de klokken van de Catharina-kathedraal.

 

Ons schoten nog de somberste gedachten

door het hoofd. Er welden tranen, ongevraagd,

we zochten steun maar stonden daar alleen.

Toen hield de burgemeester, die maar gewoon

tussen ons in stond, zijn kortste toespraak ooit:

“UTRECHT BEDANKT!”. . . Zegge en schrijve

twee woorden.

 

Meer viel er, welbeschouwd, ook niet te zeggen.

Maar, zoals dichters weten:

is mogen schrijven vaak een zegen

want overal zijn woorden voor. . . én tegen.