Door Dries van Dijk –

…..‘Al bloeien en creëren wij alleen maar op verval,

wanneer het stiller wordt is er geen reden je te haasten.

Heerlijker om langzaam te luisteren naar de stilte,

eerlijker om die nog trager op te vullen met muziek, ….’

Eén couplet verder:

‘Wij moeten maar dankbaar zijn dat alles te gronde gaat

 maar net voor het verdwenen is, wordt getroost door wat nog komt...’

                                                                                                         Pieter Boskma, 2015.

Jawel, voor zulke regels ben je bereid zaterdagavond een nacht te braken in de acht hoeken van de vertrouwde Grote Zaal van TivoliVredenburg.

Het is een risicovolle nacht, zoals het wachten op de Grand Départ, een peloton van tweehonderd renners uit Utrecht: In een goed gesprek met een oude kennis, in de rij voor een instant hamburger, op een moeizaam gevonden vacant toilet of tijdens een slaapdipje bij de strelende klanken, waarin de woorden zijn opgelost: Weg renners, HET moment gemist!

De nachtetappe van een enorm peloton van 22 dichters, de levende en de herdachte gestorvene bij elkaar en zes entr’actes in muziek, die in evenzovele tussensprints de tour naar de twee microfoons aflegden of hun uiterst verscheiden muziek over de liggende ‘frontkraal’ en tot de nok toe gevulde tribunes verstrooiden. Poëzie-vluchtelingen, die een nachtje een onderdak, een thuis vonden, zoals de overleden Tsjebbe Hettinga stelde in het motto van de 33e nacht.

Het kantelde in de loop van de nacht, naar mijn gevoel. De muzikanten schudden telkens de kussens van de ‘kraalliggers’ op, zogen de verpozende bezoekers uit de buitenruimte terug de Grote Zaal in. Deze kopgroep maakte eigenlijk dikwijls de dichters tot entr’actes, dit jaar.

Dat geeft vooral de kracht van de muzikanten aan. Voodoopriester uit Haïti Erol Josué verbond drie continenten met zijn muziek en danste zo scherp op de rand van het podium, dat de voorste rij het hoofd razendsnel tussen de schouders trok. Buigend tikkende kalebassen op de kop in waterkommen, vinnige conga-drums, schurende gitaarrifs en hamerende vleugelklanken bekleedden de donkergetinte religieus dansende klanken van Josué. Ritmisch geloof.

'Kraalligers' voor het podium in de Grote Zaal. Foto: Michael Kooren/NachtvandePoezie

La grande Dame Juliette Gréco bood een verbluffend perspectief op 88 jaar oud zijn. Ze legde de organisatoren het zwijgen op en genoot volop van een enorme tijdsoverschrijding zonder enige kans op vroegtijdig uitstappen. Haar vlucht trok de kopgroep uit elkaar: Zoals zij ‘Les vieux Amants’ van Jacques Brel melodieus fileerde en liefdevol weer in elkaar zette ...

Juliet Greco. Foto: Ton van den Berg

Zo paste haar voordracht naadloos bij de diepgaande aanspraak van Pieter Boskma, een groots vluchter uit het dichterspeloton.  ‘Doodsbloei’ uit 2010, over het verscheiden van zijn vrouw, liet hij via een tussenetappe dit jaar volgen door ‘Zelf’. Boskma neemt daarin via ‘zelfportretten’ afscheid van de rouw over het verlies en biedt zichzelf en de lezer, luisteraar, een troostend perspectief.

Ook Anneke Brassinga ontblootte de diepte van haar poëzie in een breekbare voordracht. Verder aangrijpende, vertederende, persoonlijke en smartelijke boodschappen uit Vlaanderen van Verhelst en Vranken. Ik miste Hertmans en de slotdichter tegen 4 uur vannacht.

De nacht werd ‘verlucht’ door woordenspel, - tirades (Jules Deelder) en - grapjes (Levi Weemoedt). Maar in deze nachtbraak moesten toch veel dichters lossen uit een groot peloton. Licht in woordlagen, mager in poëtisch stuwend woordritme, te aarzelend in hun woorddemarrage fungeren zij als woordknechten tussen de kopmensen. De Nacht blijft een unieke bergetappe. Op naar de 34e nachttour in Vredenburg!

Jules Deelder en Levi Weemoedt. Foto: Michael Kooren/NachtvandePoezie

 Oud-burgemeester Annie Brouwer in gesprek met tekstdichter en cabaretier Ivo de Wijs. Foto: Ton van den BergSchrijver en dichter K. Schippers. Foto: Ton van den Berg

Zanger Benjamin Clementine neemt het applaus in ontvangst. Foto: Ton van den Berg

Een misser

Het was een mooie line-up Poëzie-nacht 2015; ongetwijfeld. Maar: opnieuw is de dichter Henk Ester uit Utrecht geen podium gegund. Hij won de Cees Buddingh debuutprijs 2013, met een superieure bundel 'Bijgeluiden'.
Zijn tweede boek ligt klaar. Wat een MISSER van de organisatoren van de Poëzienacht! Het Literatuurhuis en aanverwante poëziekringen negeren het eigen nest. Onbekend? Dat kan niet, want ondergetekende heeft deze misser ook vorig jaar bij hen nadrukkelijk aangekaart.

Henk Esters tweede boek 'E-Groot is Rood' verschijnt begin januari 2016. Wat een moment van taal was het geweest om Esters poëtisch universum in de achthoekige ruimte van Vredenburg door zijn stem te laten weerklinken tot in 'de hanenbalken'. Geen mooiere entr'act dan Olivier Messiaen en Reinbert de Leeuw in klank en ritme van Ester's taalcomposities. In E-rood in de 8 hoeken van de zaal van Herman Hertzberger. Volgend jaar de derde kans om Henk Ester na zijn debuut in 2013 het podium te bieden dat hij al jaren verdient. Echter, kans dat Ester liever met zijn werk, dichten, bezig blijft.

Dries van Dijk

Henk Ester als winnaar van de Cees Buddinghprijs op het Rotterdamse poëziefestival 2013. Foto: Dries van Dijk