Marieke van Laar - “Voordat de voorstelling begint vertel ik eerst even waar jullie hier zijn”, zegt de presentator. “Het Labrehuis was vroeger een opvanghuis voor dakloze mannen in Utrecht. Tegenwoordig is het een woongroep met 40 bewoners; volwassenen én kinderen. In deze kapel is ruimte voor bewoners om creatieve ideeën realiseren.”

Ik zit in het publiek van de Theatergasten, een improvisatietheatergroep die à la Zomergasten een gast interviewt en tussendoor het gesprek verlevendigt of verdiept met scènes die geïnspireerd zijn op de onderwerpen uit het interview.

Improvisatietheater is voor mij altijd weer fascinerend omdat de voorstelling onvoorspelbaar is, ter plekke gecreëerd wordt en ontstaat uit de samenwerking tussen de individuele acteurs. Dat het voor de spelers soms zoeken is toont ook weer de charme van het samen toewerken naar een oplossing. 

Dat je niet altijd kan voorspellen hoe het loopt spreekt ook uit het verhaal van de gast van deze avond. Op de bank zit een kordate, ongedwongen en vriendelijke dame van midden veertig, gekleed in een vrolijke stippeltjesjurk en stoere laarzen. De interviewer hoeft niet veel vragen te stellen, het gesprek ontrolt zich vanzelf, regelmatig afgewisseld met theattrale intermezzo’s die dan weer grappig, dan weer serieus, of juist abstract zijn.

Stukje bij beetje horen we het levensverhaal van deze dame. Frappant is hoe ze heel terloops haar verhaal steeds plaatst tegen de achtergrond van historische gebeurtenissen. Een moeder met een oorlogstrauma, de emigratie naar Israël toen in de jaren ’60 het sociale klimaat in Nederland grimmiger werd. De geboortejaren van haar broer en haarzelf noemt ze en passant, hij is van vlak voor de Zesdaagse Oorlog, zij van voor de Jom Kippoeroorlog. De veiligheid en verbondenheid die haar moeder in Israël hoopte te vinden had ook zijn keerzijde; uiteindelijk keerde het gezin terug naar Nederland.

We krijgen niet alleen een tijdsbeeld te zien van iemands jeugd, maar ook van de geschiedenis en onze maatschappij. De sterke verzuiling in Kockengen, waar het gezin kwam te wonen bij terugkeer. Twee bakkers, twee slagers, twee scholen en uiteraard twee kerkgemeenschappen. En hoe zij als Joods gezin weer vreemdelingen waren in de omgeving. Dat in de tijd van Janmaat hun huis beklad werd met verf. Onze gast vertelde dat ze zich wat dat betreft kon inleven in de vluchtelingen van nu; het gevoel je overal een beetje ontheemd te voelen. En zo plaatst ze haar verhaal weer in de tijdsgeest van nu.

Het gesprek gaat over op films. Onze gast heeft filmwetenschappen gestudeerd en is directeur van een filmhuis in een gemeente in de buurt van Utrecht. Het gaat over voorspelbare films, thema’s en verhaallijnen. De rode draad in het verhaal van vanavond is gauw duidelijk, niet alleen dankzij de acteurs maar ook door haar eigen scherpe beschouwing van thema’s en motieven.

Voor mij was het een voorstelling over een vrouw, een gezin, op zoek naar een gevoel van veiligheid en verbondenheid. En het is een voorstelling waarin de verbinding en samenwerking tussen de acteurs scènes tot stand brengt die duiding geven aan het thema van vanavond.

Theatergasten.

De volgende dag zie ik op Facebook een filmpje van NOS op 3, over deze Utrechtse woongroep. Ik herken de gangen en de kapelzaal met de gerieflijke banken waar ik gisteren nog zat. Dit item gaat ook over verbinding en samenwerking. Hoe de 40 bewoners samen beslissen over kwesties als het huisfeestthema en zonnepanelen.

Een bewoonster vertelt: “We zijn een kleine maatschappij, een kleine samenleving. Het is heel leuk om te kijken, wat de oplossing gaat zijn.”

“Het kost een dorp om een kind op te voeden”, is een gezegde. Ik besef hoezeer je levensverhaal beïnvloed wordt door je omgeving, de maatschappij, de plaats waar je woont en de mensen om je heen. Al met al improviseren we er allemaal maar een beetje op los en samen komen we wel tot een oplossing. Ik voel me gezegend en verbonden met mijn woonplaats, bedenk ik me, als ik over de stille Van Asch van Wijckkade naar huis wandel.