Nestorix - De democraat in mij kent op de vraag of je moet gaan stemmen maar één antwoord: “ Ja, natuurlijk”. Daarbij zijn belangrijke argumenten dat er jaren gevochten is voor algemeen kiesrecht en dat een democratie alleen kan blijven functioneren als iedereen van dat recht gebruik maakt.

Tegelijkertijd ben ik me heel goed bewust van het feit dat die argumenten lang niet voor iedereen voldoende reden zijn om de gang naar de stembus te maken.

Over het algemeen neemt het enthousiasme om te gaan stemmen toe als de kiezer het idee heeft dat het echt uitmaakt welk hokje hij of zij rood maakt in het stemhokje. Het moet duidelijk zijn wat er te kiezen valt en wat het inhoudelijke effect van je keus kan zijn.

Voor veel mensen in de stad is de provincie een ver van mijn bed show. Het is niet voor niets dat er regelmatig plannen opduiken om provincies samen te voegen of zelfs helemaal te schrappen uit ons staatsbestel. Misschien geldt ook hier het spreekwoord: “Onbekend maakt onbemind”.

Toch zijn er genoeg inhoudelijke redenen om je stem te laten horen.

Zo is de provincie verantwoordelijk voor de bereikbaarheid. Dat betreft, sinds het opheffen van het Bestuur Regio Utrecht, de aanbesteding van al het openbaar vervoer in stad en regio maar ook de aanleg en onderhoud van alle regionale wegen (wegen met een N nummer) en fietspaden. Hoe de centjes verdeeld worden tussen dat OV, de aanleg van asfalt voor auto’s of de aanleg van fietspaden van en naar de stad is een politieke keuze die in de Provinciale Staten gemaakt wordt.

Het zelfde geldt voor natuur en economie. De keuze of een stuk land wordt omgezet in een nieuw bedrijventerrein,een nieuw natuurgebied of een recreatiegebied, wordt door de provincie bepaald.

Wat dat betreft zijn de aanleg van het Noorderpark tussen Maarssen, Westbroek, Groenekan en Utrecht maar ook de nieuwe landinrichting rond Haarzuilen mooie voorbeelden van provinciale bemoeienis.

Dat de verschillende politieke partijen op veel van deze onderwerpen verschillende prioriteiten stellen, zal niemand verbazen en dus zal het verschil maken wie uiteindelijk het heft in handen krijgt. Wint de fietser het van de automobilist? Wint de projectontwikkelaar het van de woudloper? Er valt dus wel degelijk iets te kiezen.

Bovendien kiezen de Provinciale Staten de leden van de Eerste Kamer. Op zich is het natuurlijk bezopen dat een derde van onze Staten-Generaal (75 zetels) niet rechtstreeks door ons gekozen kan worden. Een erfenis uit de 19e eeuw die al lang veranderd had moeten zijn. Dat daarmee het belang van de statenverkiezingen volledig verschuift naar de strijd om de nationale macht, zal de politiek blijkbaar worst zijn.

Desondanks ga ik stemmen. Dat doe ik omdat ik niet alleen in de stad rondhuppel en rondfiets,  maar ook graag in de wijde omgeving geniet van al het moois dat daar te zien is aan historie, groen en ruimte en omdat ik dat graag wil kunnen blijven doen.

Als ik dan toch op het stembureau ben, neem ik de stemming voor het waterschapsbestuur en passant even mee. Van mij mogen ze dat bestuur op laten gaan in de provincie, maar zolang de beschikbaarheid van zetels voor de leden van politieke partijen nog altijd belangrijker wordt gevonden dan het verminderen van de bestuurlijke drukte in dit land, zullen ze blijven bestaan en dus laat ik ook daar mijn democratisch recht gelden.