René van Maarsseveen - De week tussen Kerst en Nieuwjaar is altijd een rommelige. Ik neem mezelf voor helemaal niets te doen, dan wat lezen, films kijken, een museum bezoeken en andere weekendactiviteiten. Maar het komt er nooit van. Helemaal dit jaar niet. Zelfs de traditionele dubbeluitgaven van HP/DeTijd, VN en Elsevier liggen ongelezen op de tijdschriftenstapel. Drukte op het werk en een Kerst die ongelukkig op vrijdag valt.

Om voor mezelf het bijzondere van deze week te benadrukken, ga ik in op de uitnodiging van een overbuurman. Als ik binnenkom tref ik twee andere buurtgenoten aan de koffietafel. Ze hebben het over de Engelse voetbalmatch tussen Van Gaal en Hiddink. Wanneer het gesprek net is overgegaan naar de extreme bypass van Youp van ’t Hek komt mijn buurman Willem binnen met een grote papieren zak.

‘Zo jongens’, zegt hij enthousiast, ‘oliebollen van Olink’.

‘Dat is een traktatie’, zegt Hans, mijn overbuurman, ‘ik zet nog even een verse pot’.

Het gesprek gaat verder over de hartoperatie van Youp. Twan Huys zal wel op zoek moeten naar een andere cabaretier voor zijn correspondents dinner op 10 februari, is de conclusie. Herstellen van zo’n operatie duurt maanden, dat gaat Youp echt niet trekken.

Lekkere oliebol

‘Ik had afgelopen week al een oliebol op’, lieg ik, ‘die was beter, maar dit is een goede tweede’.

Eén van de buurtgenoten lacht. Hij snapt dat ik een grap maakt over de tweede plek van bakker Olink in de AD Oliebollentest.

‘Ja prima bol’, reageert hij. ‘Dit keer zijn ze tweede. Het blijft toch een prestatie. In 2012 eerste, vorig jaar vierde en nu terug naar boven’.

‘Ach, die test. Het blijft toch een kwestie van smaak’, zegt de andere buurtgenoot waarvan ik later in het gesprek hoor dat hij Cees heet ('Kees met een C').

Ranzig en stinkend

‘Ik denk wel dat ze objectief kunnen vaststellen of er oude olie is gebruikt en de bol niet ranzig is en stinkt. Dat vindt niemand lekker’, merkt Hans op.

‘Ja, maar droog of vet’, zegt Willem, ‘dat is toch smaakvoorkeur. Ik vind deze oliebol lekker. Maar mijn schoondochter is verzot op de oliebollen van de Amsterdamsestraatweg’.

‘Zo’n vette, zompige bal?’, roept de enige buurtgenoot wiens naam ik nog niet heb achterhaald, ‘waar bij elke hap het vet langs je mondhoeken drijft?’

Variatie

‘Er is ook zoveel variatie. Een schoonzus van me verwerkt er sukade in en de buurman van mijn moeder doet sinaasappel of sinaasappelsap in het deeg’, opper ik.

‘Oh ja variatie genoeg. Je hebt ook oliebollen met van die groene en rode harde stukjes’, zegt Cees.

‘Dat is die sukade, wat René zei’, verklaart Hans.

‘Utrecht doet het niet best in die AD-test’, brengt Willem in, ‘daarom ben ik naar Olink in Maarssen gereden’.

‘Ze maken daar deze week een miljoen oliebollen’, weet Cees.

‘Jongen, het is daar hartstikke druk. Maar voor een goede bol ga ik in de rij staan’.

‘Nou, ik vind het overdreven. Ik ben niet ondankbaar hoor’, reageert Cees wijzend naar zijn oliebol, ‘maar ik haal ze gewoon bij de gebakkraam op winkelcentrum Overvecht. Die is volgens het AD van wisselende kwaliteit. Da’s mooi want dan is het elk jaar een verrassing’.

‘Tja, en als jij hem niet lekker vindt spoel je hem weg met een jenever’, lacht Hans.

Iedereen lacht. ‘Heren het is mooi geweest. Ik ga weer eens aan de slag’. Ik wens iedereen, voor het geval ik ze niet meer zie, alvast een goede jaarwisselingen. Als ik de straat oversteek denk ik aan mijn voornemen voor deze kerstweek. Ik ga de duivels oor kussen door de rest van de dag in ledigheid door te brengen met de dubbelnummers van de Nederlandse opiniebladen.