Hoog door de ether trekt zij een licht over de golven.

(Euripides, 480-’06 v.Chr.: Hipplytos)

Op een zolderetage in de de Utrechtse Vogelbuurt huist Arne Zuidhoek (1941), beeldend kunstenaar en schrijver van beroep en van aard. Hij exposeerde in binnen- en buitenland (Utrecht, Amsterdam, New York). Hoewel hij in 2000 zijn carrière afsloot met tentoonstellingen in het Marinemuseum en Slot Zeist realiseerde hij gedurende de eerste tien jaren van deze eeuw een reeks werken in diverse technieken (penschilderij, gouache en acryl) met een verbindend thema, namelijk: "Maria Hemelvaart".

Illustratie Arne Zuidhoek

Arne Zuidhoek gelooft in het Geloof, en veronderstelt dat, áls er een hemel zou bestaan – waar voorouders huizen en van waaruit de idolen zich door de ruimte bewegen en zo nu en dan de aarde bezoeken – men zich ook in de ruimte verplaatsen kán. “Maar hoe?” zegt hij. Goede vraag. "De mens vond instrumenten uit om door de ruimte te reizen hoewel dat feitelijk niet kon: ballonnen, raketten en zo meer. Mensen als Raspe, Smeeks en Verne en talloze technici zijn daar vroeger mee bezig geweest." Zuidhoek is zich geducht gaan documenteren: "Met name in de richting van dematerialisatie, virtualiteit, gedachtensprong, opheffing van de zwaartekracht en zo voort.”

Er bestaan, zo bleek hem, verrassend veel ooggetuigen van landingen vanuit de ruimte op aarde. Zeker van María, de Moedermaagd van de Christenheid. In Garabanbal, Spanje, 18 juni 1861, bij voorbeeld: “María verscheen ons met twee engelen aan elke kant van haar, boven haar zweefde een groot oog.” De Openbaringen van Johannes (12:1) voegen er aan toe: “met de maan onder haar voeten.”

“Als Johannes dat zegt, is dat zo,” vindt Arne Zuidhoek. “Maar: was het wel de ons bekende maan? Geen van de verslaggevers verstrekt ons aanwijzingen over de gebruikte transportmiddelen. Dat María landde wordt overal vermeld, maar uit welk voertuig? Kennelijk beschikte men ter plekke niet over kennis van zaken.”

Deze materie fascineert de kunstenaar Zuidhoek. “Hoe dit te visualiseren?” vroeg hij zich af. Een bron die hem tot inspiratie kon kon dienen was E. Zehren’s Das Testament der Sterne (Berlin 1957), een boek dat het gehele scala aan ruimtereizen behandelt, uit de Oudheid tot en met de eeuwen van nu.

Zuidhoek kwam echter weinig te weten over zaken van technische aard. Wat waren de gebruikte machinaties en welke energiebron(nen) boorde men aan? Wel leerde hij over de bewegingen van de hemellichamen. María bleek de hemelreizigster per uitstek, vertegenwoordigde als het ware alle andere bewegingen in de ruimte. Men spreekt van haar reizen als “vaart”, een woord geleend van de scheep-, lucht- dan wel ruimtevaart. Alleen haar eerste reis (in het Engels niet voor niets: maagdentrip) is anders benoemd. María werd namelijk bij haar overlijden in de hemel “opgenomen”. Zo zegt de pauselijke bul die dat bevestigde (in 1950): 

Met ziel en lichaam ten hemel opgenomen.

De maan, symbool van María’s zuiverheid, op dat moment aan de stralend blauwe hemel. 

De relatie met de maan is duidelijk, stelt Zuidhoek: “Als Stella Maris staat María als ochtend- dan wel als avondster aan de einder: op, onder of naast de sikkel.” Hij zag dit majesteitelijke gebeuren enkele malen op zee: in de Golf van Aden bij voorbeeld, en tijdens een reis van Ecuador naar Korea. Zuidhoek bezat schoenerschip De Hoop: "De maan vormt het symbool de hoop, van de nieuwe reis." Christus is in naam met de maan verbonden.

Alles bij elkaar gaf dit voldoende gelegenheid om in artistieke zin aan eigen creaties van María's hemelvaarten toe te geven. Met als gevolg een 45 kunstwerken. Prachtig vormgegeven wil hij daarmee niet zeggen dat het zo gebeurde, maar wel dat het zo zou kúnnen gebeuren.

Dit en nog veel meer over ruimtereizen noteerde Zuidhoek in een boek onder de titel Maria en Apollo (Uitg. Julius de Goede, Utrecht 2017). Zonder te overdrijven wordt daarin vastgesteld dat de ruimtereizen voor het jaar 1950 redelijk enigmatisch van gehalte zijn. Zuidhoek preludeert daar naar hartelust op.

(zie ook website https://zuidhoek.nu/)

Illustratie Arne Zuidhoek