Jim Terlingen - In een verstopt hoekje op de Agnietenstraat, nabij het gebouw Fundatie van Renswoude, is een kunstwerk verschenen. Geinig.

Elspeth Diederix ontwierp voor het Centraal Museum een schaduwtuin met een 'folly'. Dat is een bouwwerk dat vaak in 18e- en 19e-eeuwse landschapstuinen werd geplaatst en uitsluitend een decoratief, kunstzinnig of ludiek doel dient. De term is overgenomen uit het Engels waar het 'dwaasheid' betekent.

Een trap van geglazuurd keramiek (de 'folly') staat er met allerlei schaduwplanten, waaronder varens ('fern' betekent 'varen').

(Voor de openbaarheid: het Mondriaanfonds droeg vorig jaar voor € 5.526 bij aan dit kunstwerk, vind ik op het internet)

Over een 'folly' gesproken: aan de achterkant van het Centraal Museum is nog steeds de Verdwijnende Trap (Vanishing Staircase) te zien, bedacht door beeldend kunstenaar Birthe Leemeijer.

Deze verbindt sinds 2018 populair gezegd 'niks met nergens en dat via omgekeerde traptreden'. An sich een leuke vondst. Maar terugkijkend is het wel heel bijzonder hoe dit kunstwerk in woord en beeld 'werd verkocht' aan de Utrechter.

"De bedoeling is dat het een ontmoetingsplek wordt. Voor planten, dieren en mensen", zegt Birthe Leemeijer in 2018 tegen UStad. En ik lees: "ecologen zoeken de meest geschikte planten uit zodat de treden zo snel mogelijk kleur krijgen." Bij de subsidieaanvraag zat deze 'artist impression':

Artist impression uit 2018

De werkelijkheid is echter al vijf jaar anders.

1 juni 2023 (foto: JT)

Natuurlijk herinneren we ons allemaal de fout van een ingehuurde medewerker van de plantsoenendienst, die in april 2021 muurplantjes op de buitentrap wegbrandde. Hij dacht dat het om onkruid ging.

Maar zo groen als op de 'artist impression' heeft het ervoor én erna nog nooit uitgezien. En om nu te spreken van een ontmoetingsplek?

Dit kunstwerk kostte overigens € 243.800. Het Mondriaanfonds schonk 100.000 euro, de rest kwam uit de portefeuille van de gemeente Utrecht. Echt waar.

En als ik dan de huidige verbouwingen zie van het Centraal Museum en het Nijntje Museum, heb ik het idee dat het geld in sommige sectoren tegen de plinten klotst.

Het zal wel vals zijn om dit te schrijven, maar dan denk ik toch even aan een vriend van me in Senegal die amper een nagel heeft om zijn kont mee te krabben (en geen geld om zijn gezin te voeden).