Door Loekie Suijkerbuijk - Het Gouden Kalf, het beeld van Theo Mackaay, staat al een paar dagen op de Neude, maar woensdag gaat dan in Utrecht het Nederlands Film Festival (NFF) van start. Dit is het moment van het jaar waarop filmfanaten vanuit het hele land naar Utrecht toe komen om te genieten van films van eigen bodem.

Niet anders dan anders staat er ook dit jaar weer een heleboel op het programma. Tulipani van Mike van Diem mag het festival woensdag 20 september openen met meerdere voorstellingen in Pathé Rembrandt.

Nieuw dit jaar is het gebruik van de Kinepolis, het gigantische bioscoopcomplex naast de Jaarbeurs. Jarenlang keek het NFF uit naar een verbetering van bioscooplocaties en dat is er nu. Het steekt misschien een beetje af tegen de bioscopen die nog wel te vinden zijn in oude panden in de binnenstad, maar dit zal vast geen invloed hebben op de filmervaring.

Veel leuker nog wordt de locatie van de film Progress versus Regress, die geheel binnen het thema van de film vertoond zal worden in een zorgcentrum. De film focust zich op moderne technologie en hoe ouderen hiermee omgaan. Het zorgcentrum waarin de film vertoond wordt, wordt ook bewoond door een groep jongeren, waardoor jong en oud samenkomt. Na de film kan er met Grunberg en de bewoners van het zorgcentrum gepraat worden over de film en over hun ervaringen met de mengelmoes aan modern en ouderwets.

‘Je weet niet wat je ziet’, de slogan van het festival van dit jaar, lijkt zeer toepasselijk voor het NFF. Hoewel er ook gefocust wordt op de interactiviteit van media, lijkt deze niet volledig opgenomen in de slogan, maar ach, de nadruk ligt immers ook op film. Het heet niet voor niets een filmfestival.

Eigenlijk zegt de slogan dan ook niet specifiek iets over het festival van dit jaar, maar het klinkt goed en is niet minder waar door zijn alomvattendheid. En ook de marketing van dit jaar is een stuk minder over de top dan afgelopen jaar. Ze stellen de toeschouwer voorop, en niet het spektakel. En daar draait het natuurlijk allemaal om: de bezoekers. Een film is niets zonder zijn toeschouwers, en dat wordt dit jaar heel goed neergezet.

Dat het Gouden Kalf wordt uitgereikt, heeft voor de toeschouwer dan misschien niet zo veel waarde. Dit is namelijk helemaal aan het einde en het is dan niet meer mogelijk om je programma aan te passen op basis van de winnaars. Om alle nominaties te bekijken is misschien wat overmoedig voor de gemiddelde Nederlander; tenzij je twee weken vrij neemt om alles af te kunnen gaan is dit tijdens het filmfestival redelijk onhaalbaar.

Doet dat Gouden Kalf er dan nog iets toe? Net zoals alle andere prijzen is het ook een vorm van erkenning voor de makers, en een Gouden Kalf biedt de ruimte om in de toekomst nieuwe projecten te ontwikkelen. In die zin doet het er zeker wel toe. Maar zeg nou eerlijk, Carice van Houten is onze eigen, Nederlandse Meryl Streep en zal vermoedelijk ook dit jaar het Gouden Kalf voor Beste Actrice gewoon weer mee naar huis mogen nemen.

Net zo leuk zijn daarom de studentenfilms van toekomstige grote makers. Zij kunnen nu laten zien wat ze in huis hebben zodat straks anderen de potentie in ze zien om later zelf zo’n Kalf mee naar huis te mogen nemen. Dat het ‘slechts’ studentenfilms zijn betekent zeker niet dat ze van mindere kwaliteit zijn. Sterker nog, de films zijn vaak uiterst creatief en zitten op alle mogelijke vlakken goed in elkaar. En omdat ze maar een half uur duren kan je ze ook makkelijk allemaal bekijken tijdens het festival.

Het hele programma van het NFF is op hun eigen website te vinden: klikhier.