Door Jim Terlingen

Ik ontving twee bijzondere reacties op de foto die in december hier op Nieuws030 stond en die in april jongstleden prijkte op de omslag van Tijdschrift Oud-Utrecht. Daarop is personeel te zien van het NSB-bewaarkamp Rhijnauwen (1945-1948) dat na de oorlog in een weiland heeft gestaan langs de Weg naar Rhijnauwen. Allerlei 'foute Nederlanders', de meesten uit onze stad, verbleven daar in afwachting van berechting.

De foto kwam in 2019 in mijn handen dankzij een zoon van een van de mannen die links vooraan zichtbaar is: Evert Spierenburg (1914-1989), op dat moment buitenbewaker van het kamp. En meer wist ik eigenlijk niet van de foto. Ja, dat het de enige bekende foto was waar bewakers van het kamp te zien zijn. 

Locatie
Historicus Jan Spoolder zorgde voor een grote doorbraak. Hij herkende de tramrails in het wegdek van de foto in combinatie met de grenspalen en het huis erachter en weet zeker: de foto genomen is bij een ingang naar landgoed Beerschoten aan de Holle Bilt tegenover ‘De Biltse Hoek’.

Hij heeft nog een aanvulling: "Je ziet als je goed kijkt twee grenspalen achter elkaar staan: op de linker staat 'Houdringe' en op de rechter 'Beerschoten' gebeiteld. Ze markeren de grens (en het jachtgebied) van beide langoederen. De oprijlaan ligt feitelijk op het terrein van Houdringe." 

De tramrails werd gebruikt door de tramlijn Utrecht-Zeist. "Dat was jarenlang de drukst bereden lijn in Nederland. Hij begon in 1879 als paardentram, werd in 1909 geelectrificeerd en in 1949 opgeheven", aldus Spoolder. "In de hoogtijdagen gingen er acht trams per uur, vier gewone en vier sneltrams." 

Het raadsel van de locatie is hiermee opgelost. Heel erg blij mee.

De locatie van de foto. Foto: Google Maps (2010)

Vader
Marcel Reurink herkende op de foto zijn nog levende vader Marinus Reurink (96). Marinus, woonachtig in Borculo, is nog zeer kwiek en stemt toe met een telefonisch interview. Hij gaf veel informatie.

“De foto is gemaakt door een straatfotograaf tijdens een mars, een wandeltocht waaraan we met de personeelsvereniging van Kamp Rhijnauwen aan meededen. Ik heb hem zelf ook in mijn bezit."

"Je ziet me op de foto midden vooraan, naast de man met de pet. Ik was een van de jongste personeelsleden met mijn 23 jaar. Ik woonde nog thuis bij mijn ouders in Harmelen. Die man met de pet is de heer Blok, een van de commandanten in Kamp Rhijnauwen. Ik moet ergens nog een foto van hem hebben."

Links: Martinus Reurink op de foto en rechts: de heer Blok, zomer 1947.

Hoort de dame achteraan op de foto ook bij de kampbewakers? 

“Nee, zij hoorde niet bij ons. Maar ik ken haar wel. Zij liep bij dit soort marsen graag bij ons in de buurt. Ik was vrijgezel en vond haar heel aardig. Ik ben haar nog eens gaan opzoeken in haar woonplaats Zoetermeer en we hebben daarna zelfs eventjes verkering gehad.”

Bijzonder. U zegt dat er meerdere marsen waren?

“Ja, ik heb er met onze personeelsvereniging aan meerdere meegedaan. Daarvan heb ik ook nog foto’s, ik weet niet of u daarin geïnteresseerd bent?”

Personeelsvereniging Kamp Rhijnauwen op 30 mei 1946 (Hemelvaartsdag) langs de Van Hoornekade in Zuilen tijdens de Zonnegloren Wandeltocht heen en weer naar Soestduinen (zie onderaan dit artikel het nagekomen bericht). Foto (helaas wat onscherp): collectie ReurinkPersoneelsvereniging Kamp Rhijnauwen tijdens een mars, jaartal en locatie onbekend. Foto: collectie ReurinkBovenstaande foto's zijn beide gemaakt door A.J.H. van Slooten. Ze zijn als ansichtkaarten gedrukt. De onderste had deze stempel op de achterkant. Foto: collectie Reurink

Meneer Reurink, hoe kwam u bij erbij om bij kamp Rhijnauwen te gaan werken?

Ik werkte na de oorlog eerst in interneringskamp Nieuwersluis, in de gebouwen waar nu een vrouwengevangenis is. Onze commandant daar, Den Beste, ging op een gegeven moment naar Rhijnauwen. Hij was een fijne kerel. Toen mijn werk in Nieuwersluis erop zat, ben ik bij hem gaan solliciteren in Utrecht. Ik werd er bewaarder. Je moet weten dat bewaarders mensen waren die in de binnendienst werkten. Wij hadden het directe contact met delinquenten. De buitendienst werd gevormd door bewakers, die gewapend patrouille liepen.

Was ú dan niet gewapend?

Nee, als bewaarder in de binnendienst droeg je geen wapen, tenzij je met een delinquent mee moest ergens naartoe. Ik herinner me dat er eentje verlof kreeg om naar zijn ernstige zieke dochtertje te gaan in Den Haag. Ik ging toen mee als begeleider. Ik zei tegen die knaap: ‘Volgens de richtlijnen moet ik drie keer roepen en daarna pas schieten, maar ik schiet eerst hoor’. Vanaf het kamp liepen we 's ochtends eerst door een heel donker stuk richting het Wilhelminapark en daar pakten we de bus naar het station. In Den Haag werden we warm ontvangen door zijn vrouw, zijn schoonmoeder en zijn dochter. Toen heb ik gewoon de kogels uit mijn wapen gehaald. De volgende dag zou de dokter komen, waarop ik mijn commandant belde of we nog een nacht mochten wegblijven. Zo kon die jongen fijn twee nachten bij zijn vrouw slapen. Hij heeft dit bij terugkomst verteld tegen zijn collega’s in het kamp en daarna kon ik merken dat de gevangenen vriendelijker tegen me deden.

Ik had trouwens wel, en dat wisten heel weinig mensen, altijd een eigen colt bij me. Die revolver heb ik in de oorlog gekocht toen ik mee ging doen in het verzet. Ik heb hem trouwens toen nooit gebruikt om te schieten. Er zijn wel andere dingen gebeurd, maar daar praat ik niet over. Oorlog is iets verschrikkelijks. In mijn tijd in Rhijnauwen heb ik wel eens met mijn colt geschoten. Dan pafte ik er wat mee.

Er zaten ook ‘bekende Utrechters' gevangen in het kamp, zoals de NSB-burgemeester Van Ravenswaay. Heeft u daar herinneringen aan?

Uit jouw stuk in Oud-Utrecht kwam eigenlijk maar één naam naar voren die me wat zei. Hij was een politieman die in de oorlog deel uitmaakte van de jodenploeg: Nico de Jong. Ik heb hem ontmoet binnen de brandwacht van het kamp. Hij was er hoofd. Ik kon goed met hem opschieten. Weet je, ik heb nooit gevraagd ‘waarom zit je hier’. Ik behandelde ze als mensen en ging ’s avonds op de fiets naar huis toe: 16 kilometer naar Harmelen.

En weet u iets van de vele incidenten in het kamp?

Nou, om eerlijk te zijn niet echt. Natuurlijk gebeurde er weleens wat, maar ik herinner me eigenlijk maar één ontsnapping. En dat verhaal dat een commandant delinquenten toestemming heeft gegeven om Mussert vlak voor zijn executie te bezoeken, ging volgens mij om een zwager van hem. Die zat bij ons vast.

Marinus Reurink in het heden en in 1947. Foto's: collectie Reurink

Nagekomen bericht (13.28 uur):

Historicus Jan Spoolder weet ook de foto van Hemelvaartsdag 1946 thuis te brengen: "De foto is gemaakt aan de Van Hoornekade in Zuilen. Op de achtergrond zien we van rechts naar links de nummers 47, 49 en hoger. Deze woningen werden gebouwd in 1923. Het water werd gedempt in 1954. De woningen werden in 2008 afgebroken."

Spoolder achterhaalde zelfs de uitslag van de mars: "De Bewakingsdienst Rhijnauwen werd tweede in de categorie 'semi-militaire ploegen' op de afstand 40 km (naar sanatorium Zonnegloren in Soestduinen en terug)."

Waarvan akte!

    

Reageren? terlingenschrijft@kpnmail.nl
Zie ook: www.jimterlingen.nl