Raymond Taams - Een wintervertelling (9 - slot)

“Wat ga je vanavond doen?”, vroeg ik op oudejaarsdag uit beleefdheid aan Suzette, die twee deuren verder op mijn galerij woonde. “Om zes uur komt een vriendin, daarmee ga ik tot middernacht mediteren, verder is er toch niks te beleven”, antwoordde ze.

Omdat mijn kop vol woedende gedachten zat, besloot ik hun voorbeeld te volgen. Ik stofzuigde en dweilde de laminaatvloer, en nam tegen achten in kleermakerszit plaats op een kussen op de grond, een grote pot thee onder handbereik. Buiten in Kanaleneiland klonk, ondanks het vuurwerkverbod, een hoop geknal.

Na een kwartier op een rozijn te hebben gefocust – die tip had ik ooit in een psychologietijdschrift gelezen – dacht ik aan het interview met Henk Lasseur, de lijsttrekker van een nieuwe politieke ouderenpartij. Vlak voor kerst was hij te gast geweest in het truttige middagmagazine van de vijftigplusomroep. Het programma werd uitgezonden vanuit de studio waar ik twee jaar eerder over mijn Tinder-ervaringen mocht vertellen.

Henk Lasseur was een magere begin-zeventiger met een slecht gebit, hij had een verleden in de journalistiek. Gezeten naast een of andere rapper deed hij de standpunten van GroenGrijs, zoals de partij heette, uit de doeken. “Maakbaarheidsdenken werd ons, linkse journalisten, in de jaren zestig en zeventig vaak verweten”, zalfde Lasseur, “en moet je nu eens kijken: we zitten in een tijd van bewustwording. Het leven is door corona wereldwijd tot stilstand gekomen. Mensen brengen offers voor elkaar, jongeren zetten hun ontwikkeling op pauze om opa en oma te redden.”

De rapper was het roerend met hem eens, aan het einde van de show deden ze samen een dansje. ‘Met één been in het graf gaan de hippies van ‘68 alsnog hun zin krijgen’, realiseerde ik mij mediterend. Sterker: het tweede been zou de daartoe omgeploegde aarde pas raken wanneer alle medische en maatschappelijke middelen uitgeput waren. Voor de jongeren bleef er niets over.

Half negen was het, doemscenario’s raasden op turbosnelheid door mijn brein, doorspekt met flarden tekst. “Trump heeft, door zijn tegenstander van verkiezingsfraude te beschuldigen, een nieuwe dolkstootlegende gecreëerd”, zei de bekende historicus die middag op de radio.

Goedbeschouwd was de mediawerkelijkheid mijn werkelijkheid geworden, al weken zag of sprak ik niemand. Hoe lang ik uiteindelijk heb gemediteerd, weet ik niet meer. Zelfs de, door een lawinepijl veroorzaakte, woningbrand in het tegenovergelegen flatgebouw ging volledig langs me heen. In trance-achtige toestand dacht ik alleen nog aan Henk Lasseur en aan een dolk. Zesendertig euro bleek vanaf mijn rekening te zijn overgeboekt om half vier ‘s ochtends op 1 januari. Daarmee was een dolk betaald bij een webwinkel voor kampeerspullen.

Wezenloos staarde ik op Nieuwjaarsdag naar buiten tot het donker werd, om vervolgens achter de laptop te kruipen. ‘WEGENS SUCCES OP HERHALING: HENK BIJ DE 50+-SHOW!’, kopte de website van GroenGrijs. Eronder stond het dansfragment met de rapper, vergezeld van de aankondiging: Kijkers reageerden dolenthousiast op Henk, aanstaande maandag mag hij wederom aanschuiven om het tienduizendste lid van onze partij in het zonnetje te zetten.

‘Gefelicitaart.nl’, riep de opgewekte voice-overstem uit de radioreclame in mijn hoofd. Jarenlange blootstelling aan massamedia leek me op kwaadaardige wijze te hebben overgenomen. Zombie-achtig klikte ik op de eerste de beste reusachtige slagroomtaart, in de hoop ermee langs de beveiliging te komen, de dolk erin verstopt.

Aan het einde van een korte gang bevond zich rechts de studiodeur, binnen een minuut zou ik onder felle lampen in de live-uitzending verschijnen. Hoewel de entree van een rustig grijnzende man met taart en dolk televisiekijkend Nederland zeer schokte, weet ik zelf niets meer van dat moment. Onmiddellijk na het uit elkaar stuiven van de tafelgasten werd ik onwel, om zes uur later in een ziekenhuis te ontwaken.

Gelukkig volgden de ontwikkelingen elkaar pijlsnel op in de jaren twintig van de eenentwintigste eeuw. Geschiedschrijvers spraken van de ‘tough twenties’, volgend op de ‘tensed tens’. Drie jaar na mijn uitspatting werd ik nimmer herkend op straat, dit viel samen met de lengte van de gevangenisstraf. Jammer genoeg profiteerde Henk Lasseur optimaal van de situatie, GroenGrijs won vijfenveertig zetels bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. Kabinet-Lasseur I viel echter na twee maanden door intern geruzie.

Zo sukkelde Nederland voort tot de jaren dertig, met telkens weer nieuwe politieke avonturiers. Sinds het optreden van Pim Fortuyn, rond de millenniumwisseling, leek het land ten dode opgeschreven. Hernieuwde Duitse agressie zorgde uiteindelijk voor nationaal bewustzijn onder de dappere koningin Amalia. Zelf hoefde ik dit godzijdank niet meer mee te maken. Covfef-28, de veel dodelijker opvolger van covid-19, werd me in ‘29 binnen vierentwintig uur fataal.