Door Dries van Dijk -

Zonder Goden

Zij dansen zonder goden voor

de einder van domeinen Zij

roepen tijd en ruimte bij elkaar

het begin van elke dag Zij

kijken naar elkaar, getekend

in romeinen, en spelen in alle

vroegte variaties op de nacht

            (Het Vermoeden van Witten, Bijgeluiden XXXVII – Aarden, door Henk Ester)

Nee. Geen twijfel mogelijk. Zo heeft de Lutherse Kerk in de Hamburgerstraat nog nooit geklonken. Zo heeft het orgel van Johan Frederik Witte sinds 1880 zijn pijpen niet laten trillen. Door organist Klaas Hoek.

Zo heeft ook geen dominee sinds 1742 zijn boodschap in de kerk laten klinken, zoals Henk Ester aan de voet van de preekstoel zijn luisteraars de woordklanken van zijn Bijgeluiden toevertrouwt. Toefluistert, toeroept en toegeeft.

Zijn nieuwe, derde, bundel onder de noemer Bijgeluiden XXXIII t/m LIII met de titel ‘Het Vermoeden van Witten’ ligt in stapeltjes naast het podium op een tafeltje te wachten op signering door de Utrechtse Henk Ester voor zijn genodigden.

De doop van de bundel in de Lutherse Kerk is eigenlijk een bijzondere extra belevenis van dichter en organist. Want Henk Ester heeft na Bijgeluiden LIII voorspoedig verder gebouwd aan zijn grote compositie van Bijgeluiden. Zijn oeuvre is een bouwwerk, waaraan voortdurend nieuwe kamers worden toegevoegd. De doop is ‘pannenbier’, waarin Ester zijn eigen bouwwerk, zijn kamers even in een eigen klanklicht mag zetten.

Dat licht komt van de Friese organist Klaas Hoek. Harmoniumspeler, organist en componist van moderne muziek. Werkte met beroemd zangeres Greetje Bijma, speelde op het Oerol festival en won een grote prijs. Met het prijzengeld ontwikkelde hij 3 jaar geleden een muziekproject met Henk Ester in de Groningse Der Aa-kerk.

Klaas Hoek en Henk Ester in de Lutherse Kerk. Foto: D. van Dijk

Het duo heeft intensief gewerkt aan Henk’s ‘pannenbier’. Het Lutherse orgel kreunt, piept, zingt en schettert, zelfs in de diepe bastonen. Hoek gebruikt de luchttoevoer van het orgel als windvlagen, die de orgelklanken laten dalen, rijzen, inhouden en uitbarsten. De voordracht van Ester verbindt zinnen, woorden en klanken met de neerdalende tonen en stiltes van het orgel. Vol spanning en soms flarden van harmonie.

Organist en dichter geven elkaar ruimte en zoeken verbinding in klank en woord. Een zoektocht naar een nieuw bouwwerk, dat na een klein half uur volop naklinkt bij de luisteraars. Ester: ‘Dit reciteren hier leeft heel anders dan zwart-op-wit in een bundel. Ik ervaar nieuwe betekenissen. De manier, waarop Klaas de orgelklanken afknijpt komt heel dicht bij de concentratie, waarmee ik schrijf.’

Klaas Hoek stel dat zijn esthetische ideeën rondom kunst dichtbij de wijze staan waarop rond 1800 muziek en teksten samengingen in composities. ‘De keuze van Henk’s gedichten? Kan ik er iets mee? Wat doet het mij? Henk’s gedichten wil ik laten weerklinken in mijn orgelimprovisaties. We zoeken, spelen en voeren met passie uit.’ 

Klaas Hoek en Henk Ester maken opnieuw een gezamenlijk kunstwerk voor de Week van de Poëzie. Op 3 februari 2019 zijn zij opnieuw in de Lutherse Kerk te horen. Opnieuw zal de Lutherse Kerk klinken, zoals het gebouw nog nooit heeft geklonken.

De bundel Het Vermoeden van Witten van Henk Ester is uitgegeven bij de Arbeiderspers.

Henk Ester ontving in 2013 bij zijn debuut de C. Buddingh’-prijs voor zijn bundel Bijgeluiden. In 2016 verscheen als 2e bundel Bijgeluiden E-groot is rood.

Henk Ester bij het orgel in de Lutherse Kerk.