Jeroen Wielaert - Die ogen, die kin, dat haar. Bij die aanblik van Gerrit Rietveld zei een vrouw spontaan: ‘Het is raar om te zeggen, maar eigenlijk wil ik met hem naar bed.’

Het was wat het sexy gezicht van Rietveld losmaakte bij een eerste schouwing van de Vrienden van het Centraal Museum van de tekeningen die Kees Wennekendonk maakte van vijf grote Utrechtse Kunstenaars. Naast Rietveld zijn het Dick Bruna, Pyke Koch, Joop Moesman en Peter Vos. Vanaf vandaag zijn ze te zien in het Centraal Museum, als onderdeel van expo 6 ‘Stadsbewoners’.

Kees Wennekendonk wijst op de computer naar zijn tekening van Dick Bruna. Foto: J. Wielaert

Kees Wennekendonk-Multidisciplinair Kunstenaar. Zo heette de tentoonstelling in het voorjaar van 2017 boven in het Centraal Museum. De titel zei in zijn simpelheid alles over de geboren Rotterdammer die naar de lagere school ging in Breukelen, in Groningen aan het conservatorium studeerde en via die omweg terecht kwam in Utrecht, waar hij sinds 1994 woont in een werfkelder aan de Oudegracht. Zo groeide hij met zijn lange gestalte uit tot een eigen portret in de Utrechtse binnenstad, onder het ontplooien van tal van activiteiten als tekenaar, fotograaf, ontwerper, pianist en organisator.

De voormalige museumdirecteur Edwin Jacobs had nog aan de basis gestaan van die expositie. Een van Wennekendonks foto’s op die tentoonstelling kreeg internationale bekendheid. Het was zoals hij zelf zei het ‘resultaat van een gelukkige ontmoeting’. Hij zag de jonge Turkse Zeynep bezig met het vegen van de vloer in een halletje in het museum. Ze droeg een grote hoofddoek. En Kees drukte af. Het werd zijn Meisje van Vermeer, getiteld de Verschijning van Zeynep. Het haalde de Turkse televisie en er ontstond enige discussie over het zogenaamd rolbevestigende karakter van het beeld.

Zo verging het niet met de getekende portretten van onder andere Gert Jan Dröge, Dick Bruna, Ingmar Heytze en Kristien Hemmerechts. Zij brachten de nieuwe directeur Bart Rutten wel op het idee om Wennekendonk speciaal voor het museum die portretten van de Vijf Groten te maken. Ook een vorm van geluk.

Het is een eerbetoon aan markante Utrechtse kunstenaars, levensecht getekend door een niet minder unieke artiest van vlak onder de Dom.

Wennekendonks stijl is ruimschoots bekend. Hij maakte naam met zijn portrettenreeks in het Utrechts Nieuwsblad, vanaf 2003. Een serie die hij later voortzette in het spirituele magazine ZIN, vergezeld met de interviews die hij van de geportretteerden maakte. Het is onderdeel van zijn grondigheid – hij gaat verder dan het werken naar schetsen en foto’s. Zijn gelaatslijnen komen mede voort uit wat hem uit het hart is verteld.

Kees sprak en fotografeerde Bruna nog zelf. Rietveld, Koch, Moesman en Vos waren al overleden toen hij de opdracht kreeg. Daarom ging hij praten met kinderen en kleinkinderen. Dat was andermaal de basis van de geladenheid van de portretten.

Hij tekende Rietveld in de aanstormingstijd dat hij zich als meubelmaker opgenomen voelde in de Stijl. Dick Bruna gaf hij de combinatie van vriendelijkheid en gedrevenheid mee. Van Peter Vos maakte hij een dubbelportret: de oudere en de jongere, met een ransuil boven hen als symbool van een metamorfose tot gevleugeld natuurmens. Pyke Kochs bejaarde gezicht is letterlijk getekend door alles wat hij heeft meegemaakt, als jonge dweper met het fascisme die bezig was met een levenslang oeuvre als schilder van magische werkelijkheden. Ook Joop Moesman is al oud, boos vertrokken uit Utrecht dat zijn bloot niet wilde, portret van een verdwijnende man.

Goed dat ze weer samen komen in het Centraal Museum, ook in hun geest die Kees Wennenkendonk had leren kennen van hun kinderen: kijken, goed kijken.

Wennekendonk bij drie van de door hem getekende portretten. Foto: J. Wielaert