Van Oosten - Participatie als fopspeen (2)

Gepubliceerd: maandag 27 januari 2025 14:21
Kees van Oosten - Wie het niet eens is met een besluit van de gemeente kan beroep instellen bij de bestuursrechter. Dat kan je zelf doen, daar is geen advocaat voor nodig. Maar vóórdat je beroep kan instellen, moet je eerst bezwaar maken bij de gemeente. Dat is om de gemeente de gelegenheid te geven het besluit te heroverwegen. Blijft de gemeente bij de beslissing dan ligt de weg open naar de bestuursrechter.
Dat bezwaar wordt in Utrecht behandeld door de afdeling Juridische Zaken, maar dat is ook de juridisch adviseur van het college én het is de afdeling die het besluit bij de rechtbank naderhand gaat verdedigen en waarmee je dus te maken krijgt als tegenstander.
Volgens de Algemene wet bestuursrecht moet de gemeente het bezwaar behandelen zonder vooringenomenheid en partijdigheid. Dat moet dus gedaan worden door juristen die niet betrokken waren bij het besluit waar je bezwaar tegen maakt. De bedoeling is dat die fris en onbevangen het besluit nog eens tegen het licht houden.
Echter, als je het bezwaar moet maken bij de jurist die je later (bij de rechter) tegenkomt als tegenstander is van een onpartijdige behandeling van je bezwaar natuurlijk geen sprake. Toch krijg je bij de hoorzitting te horen dat je bezwaar onafhankelijk wordt beoordeeld. Grote flauwekul.
Sommige gemeenten begrijpen dat je het bezwaar moet laten behandelen door een bezwaarcommissie die bestaat uit externe juristen, die dus los staan van de gemeente. Dat begrijpen ze in Utrecht niet. Dat wil zeggen: ze willen het niet begrijpen en ze doen naar de bezwaarmaker alsof ze onpartijdig zijn.
Dat de zaken in Utrecht zo geregeld zijn dat je bezwaar moet maken bij juristen die het voor de gemeente opnemen, maakt van de bezwaarprocedure een afpoeierprocedure. De juristen die je vriendelijk aanhoren tijdens de hoorzitting zijn er op uit om het bezwaar ongegrond te verklaren en werken nauw samen met de ambtenaren die het besluit hebben genomen waar je bezwaar tegen maakt.
Soms is de jurist die het bezwaar behandelt niet anders dan een soort doorgeefluik. De ambtenaren die het besluit genomen hebben schrijven een soort verweer en dat wordt vervolgens door de jurist die het bezwaar moet behandelen ondertekend alsof hij dat verweer zelf gemaakt heeft na er zelf naar gekeken te hebben.
Je zou je kunnen voorstellen dat juristen die het bezwaar moeten behandelen niet onder het college vallen, maar onder de gemeenteraad. En dat ze de gemeenteraad ook een handje helpen om het college te controleren. Maar daar is in Utrecht geen sprake van. Wij hebben namelijk een hele volgzame gemeenteraad die het liefst de andere kant uitkijkt als de burger onrecht wordt aangedaan.
Kees van Oosten is jurist en heeft veel ervaringen met de gemeente Utrecht