Raymond Taams - “Hee, ik zag je in beeld!”, heeft een collega geappt.

Ik was dinsdag bij het NOS-debat met de landelijke partijleiders in TivoliVredenburg. “Haha ja, beetje saai debat vond je niet? Alleen toen Wilders tegen Pechtold tekeer ging over zijn penthouse schrok ik even wakker”, schrijf ik terug.   “Gebeurde er achter de schermen niks leuks?”, vraagt de collega. Er schiet me wat lolligs te binnen. “Tijdens die debatten op locatie keken we met de partijleiders naar een enorm scherm, naar de lokale lijsttrekkers die aan het debatteren waren. De merkwaardige zenuwtrek -of is het een hele kettingreactie aan zenuwtrekken?- in het gezicht van de Utrechtse PVV-voorman Henk van Deun werd tot zeer ongemakkelijke proporties uitvergroot.    Na een tijdje kon Wilders het niet meer opbrengen om te kijken en staarde hij met een van pijn vertrokken gezicht in de verte. Alles in het gezicht van Henk van Deun bewoog, het puntje van zijn neus stak zijn wenkbrauw aan, de wenkbrauw stuurde een elektrisch stroompje naar het rechteroor dat op zijn beurt aan Henk’s mondhoek trok. Als naar een reusachtig opengewerkt Dokter Bibberspel waar de hele tijd elektronische impulsen doorheen schieten, keken we dus met zijn allen naar dat hoofd van Henk op dat enorme scherm. En Geert begon steeds heftiger te verlangen naar een stel Al-Qaida jongens om een eind aan deze marteling te maken.   Collega: “Haha ja, dat is misschien wel leuk voor je stukje. Maar ik weet niet wat hij heeft, zometeen is hij gehandicapt en maak jij hem belachelijk. Volgens mij heeft die man enorme zenuwtics, maar zou hem daar niet op pakken.”   “Dank je, tja, dit is echt het enige grappige dat er gebeurde, het zijn een soort ratelende machines, die partijleiders. Dus ik kan er verder niks mee voor een column”, besluit ik het gesprek.