Raymond Taams - Als eenvoudige rijschoolhouderszoon bevind ik mij deze zondagavond in deftig gezelschap; met de Amsterdamse componist Bob Zimmerman, de Utrechtse librettist Ruben van Gogh en twee andere journalisten drink ik koffie in de Fentener van Vlissingenfoyer op de tweede verdieping van TivoliVredenburg. Het zou ook de derde of vierde verdieping kunnen zijn, getalsmatig krijg ik nooit hoogte van etages in dat moderne gebouw. 

Zimmerman en Van Gogh vertellen over hun stadsopera 'Trijn', die over een uur in de Grote Zaal in première gaat. Een van de journalisten, een grijze heer in colbert, stelt zich bij binnenkomst voor als opera-recensent. In de afgelopen tien jaar schreef hij driehonderdvijftig recensies, vertelt hij. Omdat ik vanavond zelf voor het eerst een opera bezoek, luister ik nederig naar het gesprek tussen de makers en de doorgewinterde criticus. Muzikale termen en stijlperiodes vliegen daarbij over tafel.

'Trijn' gaat over Trijn van Leemput, een verzetsvrouw uit de Tachtigjarige Oorlog. Met haar man Johannes, een bierbrouwer en gemeenteraadslid, en hun dochter Catharijne woont ze aan de Oudegracht. Nadat de Spanjaarden in 1577 uit Utrecht zijn verjaagd, betrekt een Duits huurlingenleger het achtergelaten kasteel op de Vredenburg. Onder leiding van het corrupte garnizoenshoofd Karel Stekelveer terroriseren soldaten de stad nog erger dan de Spanjaarden.

"Wat je op het toneel ziet, is niet per se historisch waar, wel weten we zeker dat Trijn van Leemput bestond, en dat ze verzet pleegde. Mijn taak als schrijver was aannemelijk maken dat Trijn daadwerkelijk met een vrouwenleger het kasteel bestormde toen het gedrag van de soldaten uit de hand liep", verduidelijkt Ruben van Gogh. "De opera is inderdaad geen documentaire, hoewel documentaire-opera een interessant nieuw genre zou zijn", grinnikt Bob Zimmerman.

Na de koffie zoeken we onze plekken in de zaal. Gotisch klokgelui klinkt als de voorstelling begint, leden van het Klein OperaKoor schuifelen in middeleeuwse gewaden het podium op. 'Verdomd ja, bij zo'n opera zingen ze natuurlijk alles', schrik ik tijdens de eerste aria. Wijlen mijn moeder nam haar kinderen graag mee naar musicals, dat vond ik telkens verschrikkelijk. Gespannen vraag ik me af hoe ik mijn gezicht de komende uren in de plooi houd tegenover componist en schrijver.

De stadopera is in de grote zaal van TivoliVredenburg. Foto: Anna van Kooij

Gelukkig blijkt opera veel aanstekelijker dan musical. Onophoudelijk zingen in plaats van praten geeft het menselijk bestaan een prettig-koddige dimensie. "Doe mij een co-ho-ho-la", wil ik in de pauze het barpersoneel tegemoet treden. Op het gevaar af Ruben en Bob door voorgaande zin alsnog te beledigen, schrijf ik het toch zo op. Voor een serieuze recensie was de ervaren man immers present, ik wil slechts kwijt dat ik een verrassend leuke avond had, en dat u zeker moet gaan kijken.

Liefst driemaal wordt 'Trijn' dit weekend opgevoerd, kaarten zijn er vanaf veertien euro.
Hier vindt u alle informatie.