Raadsel opgelost: vier gedenktekens aan de Groeneweg

Gepubliceerd: dinsdag 20 mei 2025 00:01
Door Joost van Waert – Op de sporthal aan de Groeneweg in Lombok zitten vier gedenktekens vlak bij elkaar: (1) Linksboven een reliëf uit 1993: twee houten slippers op het water, (2) daarnaast een keramiektegel uit 1985 met twee uiltjes erop, (3) linksonder een bordje waarop staat dat de eerste steen is gelegd door Neslihan Akburut en wethouder Velders en (4) een eerste steen uit 1919.
Kortom: een allegaartje, zowel qua stijlen als qua jaartallen.
Dat het grote natuurstenen reliëf verwijst naar Utrechts eerste hamam is duidelijk. En het bronzen plaatje er recht onder geeft aan dat het geplaatst is door de dames Akburut en Velders. Althans: dat leek mij logisch.
Maar dan lees ik in het boek 'De Utrechtse wijken - West' (2003) van Bettina van Santen & Mieke Heurneman dat de eerste steen voor de hamam geplaatst is door oud-burgemeester Lien Vos, samen met minderhedenwethouder Frans van der Sluis.
Dat maakt mij nieuwsgierig naar de herkomst van de vier gedenktekens.
De hamam, het eerste badhuis voor islamitische vrouwen in Utrecht, was begin jaren negentig een initiatief van Inge Nierop (28) en Nuran Alkan (27) en werd ontworpen door de Utrechts-Turkse architect Bedri Sevinçsoy.
De eerste steen werd gelegd op 6 april 1993 en het badhuis werd ruim een half jaar later geopend, op 24 november. Het werd aanvankelijk goed bezocht, maar na een tijdje bleek dat het vooral bezocht werd door Nederlandse vrouwen en ging de loop eruit.
Maar hoe zit dat nu met dat bronzen plaatje onder het gedenkteken? Op naar het Utrechts Archief. In het Utrechts Nieuwsblad van 4 mei 1985 lees ik daar dat Wil Velders-Vlasblom (PvdA; de eerste vrouwelijke wethouder van Utrecht) op 3 mei de eerste steen van buurthuis Transvaal heeft geplaatst, samen met de zesjarige Neslihan Akburut. Dit buurthuis had destijds het adres Goeneweg 54c.
Het bronzen plaatje verwijst dus naar die twee uiltjes rechtsboven; lekker duidelijk!
Nu blijft alleen nog die eerste steen uit 1919 over. Waarom zit die daar? De sporthal is duidelijk van een latere datum.
Een zoektocht brengt ons naar de Helling, waar de Duitse binnenvaartschipper H. Trip in 1820 een handel in o.a. Belgische kalk begon. De zaken gingen goed, hij breidde zijn aanbod uit met tras en tufsteen uit de Eifel. Tot voor een paar jaar zat deze firma nog aan de Helling, nu is er op die plek een woongebouw vernoemd naar Trip.
Eind negentiende eeuw openden de Erven H. Trip speciaal voor hun betonproducten een filiaal aan het kort daarvoor geopende Merwedekanaal, bij de Groeneweg.
Aannemer Hendrik Johannes Schipperijn uit de Potgieterstraat, verbouwde in 1919 voor de firma Trip ter plaatse een materieelloods met woonhuis. Zijn zoontje Jan mocht op 30 september van dat jaar, precies op zijn vierde verjaardag, de eerste steen leggen voor het nieuwe pand.
Dit gebouw stond op de plaats waar in 1993 de hamam werd gebouwd, vandaar dat de eerste steen is meegenomen in de nieuwbouw van de sporthal. Net als de eerste steen van buurthuis Transvaal.
Raadsel opgelost!
PS. Joosts vorige raadsel ging over een halve paardenkop.