Rene van Maarsseveen - Thomas Dres was leraar van de zesde klas op de lagere school waar ik de eerste drie jaren doobracht. Ik kende hem alleen van de keren dat hij controle hield bij de speelkwartieren. Ik schatte hem in, hoewel ik dat toen als kind alleen nog maar voelde en niet onder woorden kon brengen, als streng maar rechtvaardig.

Verliefd

Als ik later aan hem denk komt dat voornamelijk door een gebeurtenis die indruk op me maakte. In de tweede klas, als zeven of achtjarig jongetje, was ik verliefd op de onderwijzeres, juffrouw De Boer. Het waren prille, nieuwe gevoelens die sluimerden en de enige met wie ik over die rare kriebels in mijn buik kon praten was klasgenootje Tony de Koning, die dezelfde gevoelens had voor de juf.

Op een dag na de middagpauze, midden in het schooljaar, kwam meester Dres de klas binnen. Vlak achter hem liep juffrouw De Boer. Ze huilde. Dres begeleidde haar naar het bureau. Daar pakte ze waarschijnlijk wat spullen. Ik was te geschrokken van de huilende juf om iets anders te kunnen zien dan haar verdriet. Er werd niet gesproken en er werd ons niets uitgelegd. Met een zachte, maar resolute beweging van meester Dres werd juf De Boer de klas weer uitgeleid. Ik heb haar nooit meer gezien.

Meester Dres zag ik nog wel. In het begin nog op de Willibrordusschool, toen nog aan de Nieuwegracht.

Van school…

Op een dag in het begin van het vierde jaar liep de klas onder begeleiding van juf Goslinga van de derde klas en de meester van de vierde klas, wiens naam ik op een Freudiaanse manier ben vergeten, naar het gymlokaal aan de Oudegracht/Springweg. Deze meester van de vierde klas beweerde die dag dat ik bij het over de straat marcheren express op zijn voet was gaan staan. Ik moest bij de directeur komen.

Heystee heette die directeur, maar vanwege zijn lange, dunne gestalte noemden we hem Heipaal. Het was volgens hem de zoveelste keer dat ik kattenkwaad had uitgehaald. Hoewel ik ontkende, waarbij ik ook zeker wist dat ik onschuldig was, werd ik naar huis gestuurd. Een half uur later was ik terug bij Heystee, met mijn vader. Die zei, aan het eind van een steeds heftiger woordenwisseling, ‘Ik denk dat het beter is dat mijn zoon naar een andere school gaat’. ‘Neem dat andere joch dan ook maar mee’, antwoordde Heystee. De volgende dag vervolgden mijn broertje en ik het lageronderwijs op de Gregoriusschool aan het Hieronymusplantsoen.

Blanco

Van de Willibrordusschool kan ik me weinig herinneren. Wanneer ik wel eens vermoed een naam te herkennen als van die eerste drie jaar lager onderwijs, dan blijkt het toch iemand van de jaren daarna. Ik kwam nog wel onderwijzers van de Willibrordus tegen in het begin, bijvoorbeeld wanneer ik met klassenvriendjes van het plantsoen naar het Domplein liep of naar het woonhuis van één van de vriendjes aan de Oudegracht, de Lange Smeestraat of de Twijnstraat. Maar ik was maar in een persoon van de Willibrordusschool geïnteresseerd. Meester Dres.

Onbeantwoorde vragen

Hij, zo had ik me ingebeeld, kon opheldering geven over juffrouw De Boer. Hij zou me de ware reden kunnen onthullen van haar plotselinge vertrek. Verliefdheid was er niet meer, maar de mysterie bleef knagen. En tot ik het antwoord had fantaseerde ik allerlei mogelijke gebeurtenissen bij mijn onbeantwoorde vragen.

Met plezier hoorde ik dat Heystee zijn directiestokje op een gegeven moment had overgedragen aan meester Dres. Zelfs als dat een reden zou kunnen zijn op hem af te stappen met mijn vragen, was ik te jong om dat daadwerkelijk te doen. In een stoutmoedige, ondoordachte handeling durfde ik dat pas een paar jaar later als vijftienjarige.

Afgeleid, ongeïnteresseerd

De Willibrordusschool was inmiddels verhuisd naar de Poortstraat.  Op weg naar een vriendje in de FC Donderstraat zie ik directeur Dres voor de hoofdingang staan. Ik zet mijn fiets tegen een hek en stap op hem af. Vlakbij gekomen ziet hij me en ik steek mijn hand uit ter begroeting. Abrupt draait hij zich om. Een kind achter hem heeft zijn aandacht. Met stemverheffing dirigeert hij het kind naar binnen.

Dan draait hij zich weer naar mij. Hij schudt mijn hand en juist als ik me wil voorstellen lopen er twee kinderen schuin achter hem langs. Hij mompelt wat gebrom in mijn richting en draait zich weer om. De kinderen worden door hem naar binnen geduwd en ook hijzelf verdwijnt achter de grote groene deur.

Elfstedentocht

In 2004 zijn meester Dres en juffrouw de Boer nog slechts herinneringen uit een ver achter me liggend schoolverleden. Dan lees ik in de krant dat Thomas Dres zich kwaad maakt over een brief van de Vereniging die de elfstedentocht organiseert. Hij had een brief gekregen met het verzoek, vanwege zijn leeftijd van 62, afstand te doen van zijn recht de Elfstedentocht te mogen rijden.

Even zie ik de norse man voor de deur van zijn school. Even denk ik terug aan juffrouw De Boer en mijn kalverliefdheid. Even snel als de herinneringen opkomen zakken ze weer weg. 

Een wonder

Het is 2006 als ik bij een vriendin ben. Ze heeft een aantal afleveringen van een televisieprogramma opgenomen over wonderen en wil me er één laten zien. Even later zie ik Thomas Dres in beeld komen. Hij vertelt het verhaal van een kapot klokje dat hij lange tijd bewaarde. Hij ontmoette iemand die het klokje maakte en toen deze man overleed bleek op hetzelfde moment ook het klokje weer voor altijd stil te staan.

Ik ken die man, vertel ik de vriendin. Daarna vertel ik haar het verhaal van mijn prille verliefdheid, waaruit ze begrijpt dat meester Dres slechts een figurant is.

Thomas Dres op 4 mei van dit jaar. Foto: Ton van den Berg

Bomen- en plantenman

Een paar jaar later maakte meester Dres zich als bewoner van de Karel Doormanlaan boos over het kappen van een boom. Dat deed hij volgens het bericht in de krant al eerder bij andere bomen die verwijderd moesten worden. En kort erna kwam hij weer in de krant toen zijn onderburen een struik hadden gesnoeid.

Bij dat derde bericht was een foto geplaatst van meester Dres, hangend over zijn balkon. Met een verwilderde blik en ditto uiterlijk kijkt hij strijdvaardig voor zich uit. Hij is oud geworden. Het enthousiasme waarmee hij in het televisieprogramma vertelde over het wonder rond het klokje is weg.

Onwillekeurig denk ik bij het zien van de foto aan juffrouw De Boer. Ook zij zal inmiddels op leeftijd zijn. Wellicht is ze al lange tijd mevrouw de Boer, misschien is ze overleden.

Dodenherdenker

Kort voor dodenherdenking dit jaar lees ik over de activiteiten van meester Dres rond oorlogsherinneringen. Als voorzitter van het comité Indië Monument Utrecht lukte het hem in 1999 geld los te krijgen voor een monument op begraafplaats St. Barbara en later wordt hij ook de man die jaarlijks de herdenking houdt op het Erehof van deze begraafplaats, ter herinnering aan vijftig Utrechtse mannen die in de Tweede Wereldoorlog omkwamen.

Daarna hield hij de herinneringen levend en probeerde hij de verhalen over de mannen te achterhalen. Die verhalen, hij had er inmiddels elf, zouden in een boek gaan verschijnen.

Overleden

Vorige week dinsdag is meester Dres overleden. Mijn leven raakte hij slechts, vooral als geprojecteerde oplossing bij een al lang verwerkte verliefdheid voor een juf. Voor veel anderen was Thomas Dres ongetwijfeld een goede vriend, een enthousiast en gedreven bestuurder en een strijdvaardige buurman.