Rene van Maarsseveen - Ik ben geboren en getogen in de Wittevrouwenstraat. Dat maakte me vanzelfsprekend benieuwd naar de VPRO-documentaire over de Voorstraat (want dat is het verlengde van de Wittevrouwenstraat). Ook al ben ik al vijfentwintig jaar weg uit de buurt. Ik kwam daarna met vrienden en zakenrelaties vaak niet verder dan de Wittevrouwenpoort en cafe de Potdeksel.

De openingswoorden van de documentaire waren een tegenvaller en maakten dat ik al bijna overschakelde. ‘De Voorstraat ligt tussen het Neude en de Biltstraat’, werd verkondigd. Het is als zeggen dat Nederland tussen de Noordzee en Polen ligt. Ik realiseerde me echter dat de Biltstraat, door het Monopoly-spel, bekender is bij het grote publiek.

Het programma richt zich op heel Nederland. Dus die Wittevrouwenstraat, ook al is er een hele wijk naar die oude kloostergemeenschap genoemd, is minder aantrekkelijk. Het bevestigde wel, wat ik de afgelopen jaren merkte, dat veel mensen denken dat de Voorstraat al begint bij het politiebureau in de Wittevrouwenstraat.

De uitzending

De Voorstraat uit mijn jeugd was een leuke levendige straat. Het was de drukste verbinding naar het centrum. Dagelijks fietsten de helft van alle Utrechtse studenten door de straat. Er waren leuke winkels; ook nog in de tijd dat op de Biltstraat de winkels al werden vervangen door uitzendbureaus. Geleidelijk gleed de straat een beetje af. Winkels die er jarenlang hadden gezeten verdwenen en er kwam weinig voor terug. De drugsoverlast werd ook groter. Maar de afgelopen jaren hoor ik weer betere geluiden over de Voorstraat en dat maakte me benieuwd.

Laat ik het maar direct zeggen, de uitzending viel me tegen. De documentaire, waarvan nu twee delen zijn uitgezonden, is voornamelijk gevuld met mensen van het niveau ‘niet interessant’. Waarbij mijn grootste ergernis ontstond bij een telefoongesprek over een mogelijke prijs in de Postcodeloterij. ‘Als oud-buurtbewoner kan ik het wellicht net iets langer aanzien dan een televisiekijker zonder binding met de straat’, hoorde ik mezelf mompelen.

De enige bewuste verwachting die ik had was de hoop op mogelijke sfeerbeelden van de straat. Een mooie pen of rijer door de straat waardoor je een indruk krijgt van de huidige Voorstraat. Maar helaas bleef het bij rommelige tussenshots, als vulling bij de gesprekken over niets. Gelukkig zat er in de tweede uitzending een fraai shot vanuit het raam van een appartement richting Neude en Domtoren, langs het pand van Lorjé de Schoutenstraat in.

Na dat beeld kon ik het gemiemel over iemands eetgewoonten en maagverkleining weer even verdragen. Of het werkelijk over een maagverkleining ging weet ik overigens niet. De man zou er een kunnen gebruiken, maar de inhoud van het verhaal ging grotendeels langs me heen. Wanneer wordt de documentaire leuk, vroeg ik me telkens af.

Wanneer gaat het over de straat, de binding van de mensen met de straat en met elkaar, wat maakt de straat leuk, weet iemand iets over de geschiedenis in de straat. De documentaire heet immers ‘Voorstraat’ en niet ‘Mensen uit zomaar een straat in Nederland’.

Door de gekozen cameravoering zal iemand die de straat niet kent, deze niet herkennen als hij er doorheen rijdt. Sterker nog, ik herken de straat zelf nauwelijks. Dat wordt nog lastiger omdat de Voorstraat op zich waarschijnlijk niet interessant genoeg bleek. Meerdere scènes zijn opgenomen in omliggende straten en gebouwen.

‘Waar staat in de Voorstraat een kerk?’, vroeg ik me gisteren af. Na wat googlen zag ik dat het de Willibrorduskerk was… in de Minrebroederstraat. Bij het gebruik van Google zag ik ook dat je daar een veel beter beeld van de straat krijgt. De door mij verlangde rijer langs de gezellige winkeltjes van de huidige voorstraat maakte ik dus zelf maar met Google streetview.