Armand Leenaers - In de Volkskrant neemt correspondent Charlotte Huisman afscheid van de stad waar ze ruim 13 jaar verslag van heeft gedaan (klikhier). Ze doet dat met een mooie reportage die niet vrij is van zorgen over de toekomst. De titel is veelzeggend: 'Hoe mijn stad Utrecht verandert in een yuppenenclave'.

Ik deel die observatie. Utrecht is op het eerste gezicht inderdaad een succesnummer. Maar dan vooral voor wie dol is op cijfers want de toppositie op allerlei lijstjes verhult veel. Gebrek aan samenhang en weinig kansen voor lager opgeleiden bijvoorbeeld. Dat zou de stad nog wel eens lelijk kunnen opbreken als de coronacrisis overgaat in een forse recessie.

Ik heb 40 jaar in Utrecht gewoond en er lange tijd gewerkt, onder andere bij de Kamer van Koophandel. De ietwat troosteloze arbeidersstad met rafelranden uit de jaren zeventig veranderde in het hippe verdienmodel dat Charlotte Huisman beschrijft. Ambitieuze bestuurders die de mond vol hebben over 'verbinden' zien de snel groeiende Domstad maar al te vaak als carrièremove. Elke avond keren vele werkenden vrij massaal de stad de rug toe. Voor de noden van minder bedeelden in wijken als Hoograven, Kanaleneiland, Ondiep, Overvecht en Zuilen is nauwelijks oog. Die gespletenheid kwam vorig jaar zomer tot uitbarsting tijdens hevige rellen.

Dat de editie Utrecht van de Volkskrant geen blijvertje werd terwijl een sterke regionale krant ontbreekt sinds de overname van het Utrechts Nieuwsblad door het AD zegt veel. In dezelfde categorie valt de constatering dat de provincie Utrecht als laatste van Nederland en pas na veel bestuurlijk gedoe in 2002 een regionale omroep kreeg: RTV Utrecht. Zoals een leidinggevende bij de Jaarbeurs mij ooit toevertrouwde: 'Het is hier nu eenmaal geen club'. 

De Bunnikside van FC Utrecht is dat wel. De hardcore fans zien haarfijn wie wél hart voor de stad heeft: eigenaar Frans van Seumeren. Die is niet hip en jong maar geeft tientallen miljoenen uit om de club van de ondergang te redden. Een groots en onbaatzuchtig gebaar. Dat zie ik al die zelfbenoemde verbinders niet doen. Misschien zou dat wel moeten als we willen dat Utrecht een stad blijft voor iedereen. Wie weet krijgen ze dan ook ooit het standbeeld waar ze stiekem van dromen.