Pim van Esschoten - Hoe zou dat zijn geweest in de callroom, in dat laatste kwartiertje voor de finalisten de baan op gaan. De intense spanning, de intimidatie ook. Acht hypernerveuze stuiterballen bijeen in die kleine ruimte, waar vaak al de beslissing valt over winst of verlies.

En daar stond ze dus, Dafne Schippers uit Oog in Al tussen al die rappe meiden uit de Cariben en de USA. Geen rookie meer, maar in dit spel toch een nieuwkomer. Ze mag snel zijn, razendsnel en steeds sneller, ze mag zelfs als drievoudig Europees sprintkampioene naar Beijing zijn gekomen, maar dit is nog wel even iets anders. Dit is het mondiale theater van de sprint. Van het Beatrixtheater naar Broadway, dat is een grote stap.

Blonde paardenstaartjes treden wel vaker op in deze show. In de bijrollen dan; in de banen aan de zijkant. Okay, zal de gevestigde orde hebben gedacht, je was in de halve finale zo snel (10,83) dat je zelfs naast Shelly-Ann Fraser-Pryce, de Grande Dame van de sprint, mag optreden. Maar nu, in de callroom, zal ze alsnog bezwijken onder de spanning. Game over voor het meisje in het oranje.

Niet dus. Schippers houdt juist van extreme druk, het haalt het allerbeste in haar boven. Ze is snel én ze heeft controle. Nerveus was ze, natuurlijk, maar ook cool; dat is heel intimiderend. Misschien versloeg ze ze allemaal wel juist daar al, in de callroom. Op Fraser na dan.

'She's a natural,' zei voormalig sprintkanon Maurice Greene later op de avond bij Eurosport. Dafne Schippers is geheel opgetrokken uit snelle spiervezels. Het is explosieve kracht, rauwe kracht. Maar ook technisch boekt ze met rasse schreden progressie. Haar start - en dan vooral die eerste stappen waarin het relatief lange lijf van 1.79 meter in gang moet worden getrokken - oogt zo veel vloeiender dan voorheen. En ze vindt steeds beter de ontspanning in het tweede deel van haar race, haar béste deel. En toch. Schippers is bovenal mentaal oersterk. In de herinnering van Ronald van Weele, trainer bij Hellas die haar als jonge juniore van dicht bij meemaakte: 'Als Dafne niet won, was ze niet te genieten.'

Zilver op het koningsnummer van de atletiek. Beseffen we in Utrecht wel hoe absurd goed dat is? En hoe angstig dichtbij kwam ze nog voor de winst? Als Shelly-Ann twee meter eerder haar vinger in de lucht had gestoken, als...

Eén vinger in de lucht? Als Leo van Veen vroeger weer eens in Galgenwaard had gescoord deed mr. FC Utrecht het zo. Vingertje in de lucht, dat was het wel. Schippers heeft fraaie variant in huis; ze klapt drie, vier keer in haar handen. Pure blijdschap, en verder geen gedoe. In beeld is de omhelzing met vader, moeder en broer en even schiet ze vol. Zo is het mooi genoeg. Nee, het is schitterend. Het komt van diep. Ingetogen en diep, het raakt.

En dan te bedenken dat ze vrijdag goud gaat winnen op de 200 meter. Het wordt niet eens spannend. Haar record op de 100 meter van de finale (10,81) duidt op een verpulvering van haar toptijd op de 200 van vorig jaar (22,03). Meer nog dan de 100 meter kan Schippers uit de voeten op de dubbele sprintafstand. Bovendien, Fraser-Pryce en ook Allyson Felix laten de 200 meter schieten. De weg naar goud ligt open.

Ja, dit is juichen voor de buit binnen is. Klopt, dit is spotten met de sportwetten. Ook in het theater van de sprint is het nooit voorbij until the fat lady sings, helemaal waar. En ja, het verschil tussen zilver en goud is meer dan een paar honderdsten van een seconde; die volgende stap is als een mentale barrière. Juist daarom. Voer de druk maar op tot maximale proporties, het brengt het beste in Schippers naar boven.

Maurice Greene zei het al: 'It's going to be great.'