Louis Engelman - Het nieuwe college van Utrecht trekt terecht lessen uit het speculatiedrama in de deelgebieden 4 en 5 van de Merwedekanaalzone. Tijdens de regeerperiode van de twee voorgaande colleges maakten handige vastgoedjongens tussen de vijftig en zeventig miljoen euro winst met de verkoop van grond waarop nieuwe woonwijken moeten verrijzen. Deze site onthulde dit in 2019. Utrecht had het nakijken.

De huidige coalitie wil aan die praktijken paal en perk stellen. In het nog te ontwikkelen deelgebied 6 (omgeven door de Beneluxlaan, Europalaan, rijksweg A12 en het Merwedekanaal) zal voor de duur van drie jaar de Wet Voorkeursrecht Gemeenten (Wvg) van toepassing worden. De raadscommissie Ruimtelijke ontwikkeling, Grondzaken en Vastgoed ging hier donderdagmorgen in meerderheid mee akkoord. Naar verwachting zal dit besluit binnenkort in de gemeenteraad worden bekrachtigd.

Het college wil hiermee de regie op de woningmarkt terug in handen nemen. Het is een duidelijk signaal naar de investeerders en projectontwikkelaars dat Utrecht geen wingewest meer is dat zich vrijwillig overlevert aan marktpartijen in de haast om duizenden woningen te bouwen. 

Door de Wvg op deelgebied 6 van de Merwedekanaalzone van toepassing te verklaren zijn grondeigenaren eraan gebonden hun eigendom eerst aan de gemeente te koop aan te bieden. Als die het perceel wil verwerven zal ze er een marktconforme prijs voor moeten betalen. Voordeel is dat de grond daarna niet in een speculatiespiraal terecht kan komen. Ook heeft de gemeente bij de planontwikkeling meer zeggenschap.

In deelgebied 6 van de Merwedekanaalzone zit onder meer de horecagroothandel GEPU (foto Louis Engelman)

Het voorkeursrecht geldt met name het oostelijk deel van het gebied, tussen de Eendrachtlaan, Vliegend Hertlaan, Winthontlaan en het Merwedekanaal. Daar zijn de kansen het grootst om bedrijfspanden te vervangen door woningbouw.

Met de toepassing van de Wet Voorkeursrecht Gemeenten neemt de nieuwe coalitie afstand van de naïeve opstelling van haar voorgangers, die meenden dat de projectontwikkelaars Utrecht zodanig ‘toegedaan’ waren dat zij het beste met de stad voor hadden. Het vorige college ontraadde drie jaar terug nog een motie van de PvdA om wel van het voorkeursrecht gebruik te maken.

Die houding bleef bestaan totdat men er door journalistiek speurwerk achter kwam dat enkele van diezelfde ontwikkelaars in korte tijd miljoenen euro’s verdienden met de koop en doorverkoop van bouwgrond in de Merwedekanaalzone. Winsten die zonder twijfel aan de toekomstige kopers en huurders in het gebied zullen worden doorberekend.