Belofte maakt schuld. Ik had mijn ouders beloofd om - als ik ging studeren -  naar de Remonstrantse Broederschap te gaan. Daarmee ‘kocht’ ik de verplichting af om de vrijwillige godsdienstlessen te volgen die werden gegeven door een zwaar gereformeerde dominee op mijn ‘openbare’ HBS - de F.A. Minkemaschool - in Woerden.
   

Dik Binnendijk De remonstranten behoren met lutheranen en doopsgezinden tot een ‘licht’ en vooral ruimdenkend protestants geloof. Het Landelijk Bureau Remonstranten is gevestigd aan de Nieuwegracht in Utrecht. Op dit moment telt de kerk in totaal zo’n 4500 leden en vrienden verdeeld over circa veertig gemeenten. En dat zijn alweer 500 leden minder dan in 2019 zoals ik in de vorige ‘Remonstrant-column' schreef. Hun slogan is tegenwoordig: Geloof begint bij jou.

Toen ik in 1967 biologie in Utrecht ging studeren meldde ik me meteen aan bij de Geertekerk aan de Pelmolenweg. Daar kwamen de remonstranten bijeen. Volgens mij ben ik naar geen enkele normale zondagdienst geweest, want de eerste twee jaar van mijn studie woonde ik nog in Kamerik bij Woerden. Wel volgde ik trouw in mijn eerste studiejaar elke maand de doordeweekse bijeenkomsten voor studenten. 

Elke bijeenkomst ging over een andere godsdienst. Zo ben ik toen in aanraking gekomen met de beginselen van de Islam, Hindoeïsme, Boeddhisme, de Joodse levensbeschouwing, de Rooms-katholieke kerk, wellicht ook de Oosters Orthodoxe Kerk en de Anglicanen. Over de Remonstrantse Broederschap werd niets verteld of het zou tussen neus en lippen zijn gegaan. 

De jaren erop ben ik niet meer naar die bijeenkomsten geweest. Ik bleef wel slapend lid van de kerk.

Half ‘69 kwam ik in Utrecht wonen in het bovenhuis bij opoe (mijn hospita) in de Bellamystraat. Daarna werd ik al vrij snel actief in de milieugroep Aktie Strohalm en zo werd ik steeds maatschappelijk bewuster. Vooral door deelname aan enkele internationale milieucongressen - in 1971 in Oostenrijk en Canada en in 1972 in Zweden - kreeg ik ook veel belangstelling voor de problemen in de derde wereld. 

Bord bij de ingang van de Geertekerk. Foto: DB

En toen kwam eind 1972 de tweede actie ‘Kom over de brug’. Dit was een interkerkelijke inzamelingsactie gericht op projecten in derdewereldlanden. In 1968 was de eerste actie geweest waar alleen protestantse kerken aan meededen. Bij de tweede actie sloot ook de rooms-katholieke kerk aan. Gevoelig geworden voor de derdewereldproblematiek heb ik als student in 1972 een voor mijn doen flink geldbedrag naar ‘Kom over de brug’ overgemaakt. Ja, al dat geld was echt bestemd voor de arme mensen in die landen. 

Ik sprong zo’n beetje uit mijn vel toen ik een half jaar later zag dat van al het ingezamelde geld ook vijftig bijbels naar land X, honderd bijbels naar land Y enzovoorts waren gestuurd. Daarvoor was mijn geld niet bedoeld! Ik heb toen op hoge poten een brief geschreven en naar de Remonstrantse gemeente gestuurd. De kernzin was dat ik onmiddellijk mijn lidmaatschap opzei met als reden die actie ‘Kom over de brug’.

Een paar maanden later werd er aan de deur gebeld. Ik deed open. Een man stelde zich voor: hij was dominee van de Geertekerk en wilde met mij praten over het opzeggen van mijn lidmaatschap. Ik schrok me rot: die man wil me natuurlijk overhalen om weer lid te worden. “Laat hem niet binnen,” flitste het door mijn hoofd, “mijn argumenten om op te zeggen worden dan finaal onderuit gehaald.” 

Ik ben boven aan de trap gaan zitten en liet de dominee beneden in het halletje staan. Ik verzon een kutsmoes om hem verder niet binnen te laten. En zo hebben we een kort gesprek gevoerd. De dominee vertrok na pakweg vijf minuten. Toch ben ik voor de gemeente nog jarenlang remonstrant gebleven, want ik wist niet dat je je ook moest uitschrijven op het stadhuis. Toen dat gebeurd was, was ik pas echt remonstrant af.

(Word vervolgd)