Onlangs is het gemeentelijke onderzoek naar de verkeerde persoonsgevens op het Joods Monument in Utrecht verschenen. Daarover schreef de ontdekker van de fouten op het monument dit kritische opiniestuk

Onafhankelijk van elkaar hebben twee andere onderzoekers zich gemeld met de behoefte om ook hun verhaal te doen. Wat daarin overeenkomt is dat de Stichting Joods Monument Utrecht hun bijdrages heeft genegeerd. Ze kregen geen antwoorden. 

Dr. Mr. H.S. Koelega heeft onderzoek gedaan naar omgekomen Utrechtse studenten en medewerkers in de oorlogsjaren en is daarvoor geëerd met de hoogste onderscheiding van de Universiteit Utrecht en met een koninklijke onderscheiding.

Schrijver Rien Dijkstra publiceerde in 2018 het boek Het Telegram, waarin de levensverhalen worden beschreven van 26 mensen die in Utrecht gezamenlijk in 1941 door de Duitse bezetter werden gearresteerd.

       

Koelega: namenlijst op Joods Monument onvolledig            

"Omdat ik indertijd onderzoek heb verricht naar als gevolg van de oorlog omgekomen leden van de Utrechtse universitaire gemeenschap, werd mij al vóór de onthulling van Joods Monument Utrecht door een bevriend historicus gevraagd eens te kijken naar de namen van joodse studenten en universitaire medewerkers die op dit monument zouden komen.

Ik constateerde toen een groot aantal omissies. Dit werd medegedeeld aan de betrokken stichting met de vraag mijnerzijds naar een onderscheidend criterium: waarom zijn sommige namen opgenomen en andere niet?

Er kunnen namelijk goede redenen zijn voor een zorgvuldige selectie, bijvoorbeeld zou men uitsluitend omgekomen joodse studenten kunnen opnemen waarvan de ouders eveneens in Utrecht woonden. En ik kan er begrip voor opbrengen dat een hoogleraar die maar één dag per week in Utrecht doceerde, niet in aanmerking zou komen.

Ik kreeg geen reactie op mijn vragen. Op grond van de gegevens kan ik niet anders dan concluderen dat de selectie volstrekt willekeurig is geweest.

De gedenkplaten in het Academiegebouw aan het Domplein, een van de dertig officieel erkende oorlogsmonumenten in de gemeente Utrecht, zijn voor iedereen te bekijken. Daarop staan 169 namen, waarvan 34 joods, van omgekomen personen. Alle 34 namen staan vermeld op (landelijke) Joods Monument. Op het Joods Monument in Utrecht worden 14 namen vermeld (9 studenten, 5 hoogleraren), maar 20 namen (16 studenten, waarvan sommige al vanaf 1950 op een gedenkplaat staan, en 4 medewerkers) worden genegeerd.

Omdat er vorig jaar berichten verschenen over door Jim Terlingen gevonden fouten, heb ik er, in een ingezonden brief in het AD, nog eens de aandacht op gevestigd dat er niet alleen fouten zijn, maar ook omissies en misschien niet uitsluitend bij leden van de universitaire gemeenschap.

Dit stuk is door Terlingen opgenomen op zijn website, die geheel gaat over het Joods Monument in Utrecht, en zou dus bekend geweest moeten zijn aan de leden van de door de gemeente Utrecht ingestelde onderzoekscommissie. In hun rapport staat echter geen woord over personen die ten onrechte over het hoofd zijn gezien.

Mogelijk is dit gebeurd omdat de onderzoekers gebonden waren aan een te beperkte taakomschrijving? Zeker is dat er rond het Joods Monument in Utrecht helaas alweer half werk is geleverd, waarvoor de gemeente Utrecht de volle verantwoordelijkheid draagt.

Dr. Mr. H.S. Koelega, Hollandsche Rading"

      

Dijkstra: weer kreeg ik geen enkele reactie

"Op donderdag 15 maart las ik een berichtje op de website van RTV Utrecht: Het Joods Monument aan de Johan van Oldenbarneveltlaan in Utrecht is door de gemeente aangepast. Uit onderzoek bleek dat er 69 onjuistheden op het monument stonden.

In dit berichtje wordt gemeld dat de fouten niet worden aangepast op het monument. Wel is er een nieuwe steen geplaatst, waarop staat dat er soms nieuwe feiten bekend worden over Joodse slachtoffers en dat de meest actuele gegevens online terug te vinden zijn.

Op de website van het Joods Monument staat helaas niets over de persoon waarover ik al in 2016 bij het Joods Monument Utrecht meldde dat de gegevens niet correct waren. Dat vind ik teleurstellend.

De organisatie gaf in 2016 trouwens helemaal geen antwoord. In april 2017 stuurde ik nogmaals een e-mail met een verdere uitleg over de persoon, maar ik kreeg weer geen enkele reactie.

In het artikel wordt gemeld dat er een gemeentelijke onderzoek naar de persoonsgevens op het Joods Monument in Utrecht heeft plaatsgevonden. Maar ik lees niet over deze persoon en ook niet over de gebrekkige communicatie.

Ik heb het over Hartog Sterner (1889-1942). Op het monument in Utrecht staat ingebeiteld dat Sterner is omgekomen in Neuengamme. Maar deze Utrechter is vermoord in Bernburg, om precies te zijn in het Landes-Heil und Pflegeanstalt Bernburg. Daar zijn in totaal 45 Nederlanders vergast in het kader van Aktion 14f13. Deze gegevens zijn te vinden in het Duitse instituut KZ-gedenkstaette Neuengamme. Hartog Sterner wordt ook genoemd op de website Stichting Vriendenkring Neuengamme.

Sterner behoorde tot een groep van 26 mensen uit Utrecht die samen in juni 1941 zijn gearresteerd door de Sicherheitsdienst (SD). Zeventien van hen zijn in concentratiekampen omgekomen. Twee, Hartog Sterner en Wiebe van Roeden, zijn vergast in Bernburg. In mijn boek 'Het Telegram' wordt onder meer het leven van Hartog Sterner beschreven.

Het maken van een monument is een moeilijke opdracht en dan kunnen er helaas fouten worden gemaakt. Maar wat ik echt opmerkelijk en eigenlijk ronduit ergelijk vindt is dat er nooit een antwoord gegeven is. Ook heb ik foto’s van slachtoffers toestuurd, maar ook daarover kreeg ik geen antwoord en zijn de foto’s niet gebruikt.

Waarom?

R. Dijkstra, Utrecht"