Nog maar een paar jaar geleden leek het erop dat het museum Speelklok door gebrek aan geld zijn deuren moest sluiten. Dat werd gelukkig door sponsors en ingrijpen van de gemeenteraad voorkomen en zo kan het leukste museum van Utrecht nu zijn 60e verjaardag vieren.

Dat gebeurt zelfs met een cadeautje aan zichzelf want het museum heeft voor bijna 9 ton een 2,5 meter hoge monumentale speelklok aangeschaft. De zogeheten Clay klok is uit 1738 en volgens het museum 'in alle opzichten een zeldzaam topstuk'. Er hebben bij de vervaardiging ervan in Londen vier vooraanstaande kunstenaars en ambachtslieden aan gewerkt: Charles Clay (uurwerk en orgelspeelwerk), George Friedrich Händel (muziek) en naar alle waarschijnlijkheid zijn John Michael Rysbrack als beeldhouwer van de zilveren figuren en Jacopo Amigoni bij de schildering op de wijzerplaat betrokken geweest.

Tien jaar geleden bij het 50-jarig bestaan van het museum was de klok al te zien in de Buurkerk, waar het museum gevestigd is, toen tijdens de expositie Royal Music Machines. Het is dan ook al lang de wens geweest van het museum om de speelklok in huis te halen en dat kon nadat de eigenaar ervan overleed en de klok in Parijs bij een veiling werd aangeboden. Speelklok stond toen vooraan om te bieden en won die veiling.

De 2,5 meter hoge Clay-klok in het museum Speelklok. Foto: Ton van den Berg

Museumdirecteur Marian van Dijk benadrukt dat de aanschaf van de klok alleen mogelijk was dankzij hulp van sponsors zoals de Vereniging Rembrandt, het Mondriaan Fonds, de BankGiro Loterij, VSBfonds en de Stichting Vrienden Museum Speelklok. Ook de gemeente Utrecht leverde een bijdrage.

Willeke Alberti scharrelt nog wat geld bij elkaar voor het museum. Foto: Ton van den Berg

De klok, de Nachtwacht onder de klokken zegt het museum, is nu een maand lang te zien, maar nog niet te beluisteren. Daarvoor verkeert de speelklok in een te slechte staat en wacht het een grote restauratie. Die kan enige tijd duren, maar daarna moet de klok de originele muziek van Händel weer kunnen laten horen.

Willeke Alberti en Arie Cupé. Foto: Ton van den Berg

Bij de viering van het 60-jarig bestaan woensdagmiddag (Willeke Alberti en Arie Cupé traden er op met hun creaties uit de musical De Jantjes) presenteerde het museum ook een aantal opnieuw ingerichte zalen met onder andere een Orgelplein en een Danspaleis. Nog meer instrumenten dan voorheen zijn hier te zien én te horen. "Je maakt een reis door een muzikale wereld uit vervlogen tijden", aldus directeur Van Dijk.

Een van de heringerichte vleugels waar instrumenten niet alleen te zien maar ook te horen zijn.

Twee van de grote dansorgels in Speelklok. Foto's: Ton van den Berg