door Ad van Liempt

Het blijft vreemd, die opgefokte sfeer in stadion Galgenwaard als Ajax op bezoek komt. Utrecht de Angstgegner van de Amsterdammers? Dat slaat echt nergens op, de laatste overwining in de competitie was bijna zeven jaar geleden, in 2018 is er nog eens 0-0 gespeeld, maar normalerwijze is Ajax gewoon te sterk.

Deze keer ook (0-2). Utrecht werkte hard, maar kreeg twee kopgoals tegen in de eerste helft en creëerde zelf eigenlijk geen enkele kans. Die kopgoals lijken niet te vermijden als je met twee centrale verdedigers speelt van gemiddeld 1 meter 80 – dat is in het moderne voetbal echt te klein.

Ajax speelde in de eerste helft geregeld oogstrelend voetbal, met fluwelen passes van de begaafde linkspoten in het elftal, maar kansen creëerde het ook maar weinig.

Zo werd het een wedstrijd met weinig voetbalhoogtepunten, waardoor de aandacht des te meer op de randzaken viel. Die waren niet om erg vrolijk van te worden. De speaker moest Utrecht-supporters dringend vragen om op te houden met racistische spreekkoren. Later bleek dat na het doelpunt van Brobbey vanaf de Bunnikzijde oerwoudgeluiden klonken – bijna niemand had ze gehoord, maar dat maakt ze niet minder kwalijk en stompzinnig. 

Direct na de 0-2 van Brobbey.  Foto: Jeroen Stoops

En dan ontplofte er na rust nog een vuurwerkbom in het strafschopgebied van Remko Pasveer. De wedstrijd werd onderbroken, scheidsrechter Makkelie liet via de speaker weten dat bij een volgend incident de wedstrijd zou worden gestaakt. Het kan niet lang meer duren of de KNVB straft Utrecht met een wedstrijd zonder publiek – 20.000 voetballiefhebbers worden dan het slachtoffer van een stelletje eencelligen op de Oost-tribune, en niemand die dat kennelijk kan voorkomen.

Wat er verder opviel was het matige niveau van de amateurtoneelafdeling van Ajax. Tadic begon met een uiterst doorzichtige stervende zwaan, die hem op permanente begeleiding door fluitconcerten kwam te staan. Na rust raakte Rensch geblesseerd. Hij botste tegen een reclamebord en lag pijn te lijden buiten de zijlijn. Scheidsechter Makkelie wilde het zo laten, waarop Rensch opkrabbelde, binnen de lijn kwam en daarna zich weer liet vallen – voorlopig de slechtste act van het seizoen. Makkelie antwoordde op de enig juiste manier: hij gaf Rensch een gele kaart.

Na de wedstrijd vond Ajax-trainer Schreuder dat niet terecht, volgens hem was Rensch binnen de lijnen gevlucht omdat hij op zijn aanvankelijke plek zoveel bier over zich heen kreeg. ‘De mensen,’ zei Steven Berghuis na de wedstrijd droog, ‘doen tegenwoordig wel heel erg raar.’  

Helemaal niks moois gebeurd, op zondagmiddag in Galgenwaard?

Eigenlijk wel. Voor de wedstrijd was er een minuut stilte vanwege het overlijden van Cor Hildebrand, die zich bij de start van FC Utrecht in 1970 als een moderne aanvallende rechtsback manifesteerde. Hij was toen net 20, postbesteller van beroep. Hij was erbij, op 25 mei 1971, toen FC Utrecht zijn allereerste thuiswedstrijd tegen Ajax speelde. Hij stond tegenover Piet Keizer (ook al overleden).

Ook toen was FC Utrecht kansloos. Het werd 0-3. Er is in 51 jaar dus weinig veranderd, maar toch mooi dat een vol stadion een minuut muisstil was voor die krullebol uit de Sterrenwijk.

Tijdens de minuut stilte.  Foto: Jeroen Stoops