Hans van Echtelt - Het was maar goed dat er veel publiek was in het Abe Lenstra-stadion, zodat er toch nog volop sfeer uit de tribunes kwam. Binnen de lijnen speelde zich een uiterst povere vertoning af die uiteindelijk drie punten opleverde voor de minst slechte ploeg, namelijk FC Utrecht.

Vooraf was er gegronde angst van Vak P dat er weer een staaltje sociale dienst te verwachten was van de formatie van Hake. Heerenveen pakte in 2022 immers nog geen enkel punt en had dit jaar al vijf keer op rij verloren.  In zo’n benarde situatie is FC Utrecht meestal een ideale opponent om die dramatische reeks te doorbreken en het negatieve clubrecord van de Friezen te doen stoppen. 

Maar zover kwam het dit keer niet. Al moest er een weggevertje van doelman Erwin Mulder aan te pas komen om Bart Ramselaar de kans te geven listig de score te openen. Toen Mike van der Hoorn onhoudbaar de 0-2 had binnengekopt, leek een zorgloze zege op komst. Maar de arbitrage maakte het nog even spannend door een penalty te zien in een onschuldig lijkende handsbal van dezelfde Van der Hoorn waardoor Sydney van Hooijdonk de 1-2 kon aantekenen.

Wat is de moraal van deze nipte zege tegen een wel heel matige opponent? Dat FC Utrecht in de naderende duels tegen reuzendoder Go Ahead en titelkandidaat PSV beduidend beter zal moeten acteren om succesvol te kunnen zijn. Mogelijk zou een terugkeer van Tasos Douvikas daar een bijdrage toe kunnen leveren, want de in het Abe Lenstra Stadion veelvuldig uitgefloten Henk Veerman kan in de komende wedstrijden wel wat offensieve steun naast zich gebruiken.