Hans van Echtelt - Wie in de rust van Heerenveen-FC Utrecht voorspeld zou hebben, dat er iets te halen viel voor de formatie van Henk Fraser in het Abe Lenstra-Stadion, zou voor gek uitgemaakt zijn. Zo levensgroot was het overwicht van de thuisclub in de eerste helft (negen doelpogingen) dat de ruststand (1-1) totaal geen juist beeld gaf van de onderlinge krachtsverschillen. Want het was uitsluitend aan die formidabel keepende Vasilis Barkas te danken dat FC Utrecht toen nog niet in geslagen positie lag. 

Maar voetbal blijft voetbal, dus onvoorspelbaar, zo weten wij als ervaringsdeskundigen van Vak P. De gelijkmaker van Tasos Douvikas was op zich al een mirakel geweest. Hetwas immers het enige schot op het Friese doel maar de Griekse spits verraste vriend en vooral vijand met een magistrale volley die doelman Andries Noppert alleen maar langs zich heen hoorde suizen. Maar in de tweede helft herpakte FC Utrecht zich enigermate. Na een aarzelend begin bleek het elftal na rust mentaal en fysiek in staat volwaardig weerwerk te bieden aan de Friezen.

De bezoekers begonnen zelfs aan te dringen op een nog beter resultaat. En de manier waarop de winnende treffer tot stand kwam, mocht symbolisch heten voor het herstel van FC Utrecht. De bij een corner opgerukte Modibo Sagnan veroverde de bal, worstelde zich langs drie verdedigers en knalde vervolgens onhoudbaar raak. Het was goed voor de tweede zege op rij, na Sparta moest ook Heerenveen eraan geloven.  

Over het povere veldspel van de eerste helft werd na afloop niet meer al te lang nagepraat, wel over het staaltje effectiviteit dat FC Utrecht had laten zien. Het thuispubliek in Heerenveen bleef met een kater achter. En wij van Vak P zitten zondag om kwart over twaalf weer hoopvol op onze tribuneplek en hopen dan maar op meer dan een goede helft.