Voetbalverslaggever Hans van Echtelt volgt voor Nieuws030 de capriolen van FC Utrecht. Dit keer de verloren Europese uitwedstrijd tegen Zrinjsk in Mostar, uitslag 2-1.  

Wat een veelbelovende start van het nieuwe seizoen had moeten worden, pakte uit als een bittere pil in Mostar. FC Utrecht moest een pijnlijke uitschakeling ondergaan tegen een uiterst bescheiden tegenstander zodat het Europese avontuur dit keer al eindigde voordat het begon. Natuurlijk gingen na afloop de gedachten meteen terug naar de eerste ontmoeting tegen Zrinjski toen in Galgenwaard de kans op een ruime zege werd verspeeld.

,,Maar we maken het zeker goed in de return’’, werd van alle kanten geroepen uit de technische staf en de spelersgroep. Het zou toch niet waar kunnen zijn dat tegen zo’n povere opponent de volgende ronde verspeeld zou gaan worden. En toch gebeurde het voor onmogelijk geachte in Mostar. Zelfs toen FC Utrecht vlak voor rust een geschenk van de blunderende doelman Brkic in ontvangst mocht nemen en de ploeg met 0-1 kon rusten, was de buit nog niet binnen. 

Want in een armzalige tweede helft waarin de ploeg van John van den Brom met traag middenveldspel en weinig creatieve aanvallen probeerde de minieme voorsprong over de streep te trekken, sloeg de thuisclub genadeloos toe.

Na de gelijkmaker van Hadzic leek FC Utrecht te gaan gokken op de strafschoppen, want er was nauwelijks dreiging voor het doel van de opponent. En zoals vaak gebeurt: de meer gemotiveerd ogende opponent strafte opzichtig geblunder van het duo  Janssen en Jensen af door de fatale 2-1 binnen te tikken. 

Wat is de moraal van dit verhaal? Dat je met (te) veel goede voetballers niet zomaar een wedstrijd over de streep kan trekken. Dat er ook genoeg balafpakkers en strijdbare spelers nodig zijn om een sterk verdedigende opponent te vloeren. Een balletje breed spelen op het middenveld leidt veelal niet tot dreiging voor het vijandelijke doel, en zeker niet wanneer FC Utrecht momenteel geen goaltjesdief opstelt die het verschil kan maken.

Misschien is de les van Mostar dat arrogantie over het beschikken van een volwaardige selectie misplaatst is zonder afdoende strijdlust!