Hans van Echtelt viert de 70e verjaardag van Han Berger met terugkijken naar de wedstrijd die ervoor zorgde dat Berger trainer kon blijven.

Han Berger zat liefst 637 keer op de bank als trainer in de eredivisie. Nu wordt hij zeventig maar ongetwijfeld zal bij de voormalige coach van FC Utrecht juist die ene wedstrijd nog scherp op zijn netvlies staan. Een duel dat bepalend zou blijken te zijn voor de rest van zijn lange en vooral ook succesvolle loopbaan als coach.

We nemen de lezers mee naar een gure avond in 1976, 4 februari om precies te zijn. Er staat die avond een inhaalwedstrijd gepland tussen FC Utrecht en AZ op een bevroren veld van Galgenwaard. Aanvankelijk zijn er twijfels of de wedstrijd gespeeld kan worden gelet op de bedrijfsomstandigheden. Maar de scheidsrechter van dienst laat zich overhalen om toch te laten spelen, een beslissing met belangrijke gevolgen.

Wat is er aan de hand? Precies en maand eerder heeft zich een opvallend incident voorgedaan in hetzelfde stadion. De nog in dienst zijnde trainer Jan Rab heeft de euvele moed gehad om in de thuiswedstrijd tegen NAC routinier Henk Wery uit het veld te halen, een wissel waarmee de schaars opgekomen toeschouwers geen vrede hadden. Ook Wery zelf niet, want hij smeet een in de buurt liggend kratje in de richting van de dug-out toen hij plaats moest maken van nieuweling Wim Temming.

De rapen waren gaar, er kwamen boze spreekkoren en zelfs dreigende gebaren vanaf de tribune in de richting van Rab. Een van de toeschouwers dreigde zelfs van zijn zitplaats te komen om fysiek verhaal te halen bij de trainer  die vanwege de rampzalige situatie op de ranglijst  inmiddels zijn goodwill al had verspeeld. Het kratje mocht dan het ultieme doel, het lichaam van Rab, op een haar na gemist hebben. De uitkomst was wel dat de oefenmeester persona-non-grata was geworden.

Het bestuur greep in en zette de jonge, 25-jarige assistent van Rab en jeugdtrainer  Han Berger voor de spelersgroep waarvan het overgrote merendeel ouder was dan de jonge coach. Weliswaar had Berger nog niet de benodigde papieren om voor deze selectie te staan maar daar maalde het toenmalige bestuur niet om. Er zou en moest een sportieve ommekeer komen, en in dat opzicht was de thuiswedstrijd tegen AZ van cruciaal belang.

Zelf had ik die avond geen dienst vanwege een trouwpartij van mijn clubgenoot Wim met Dinie, een feest in een kantine van een Betuws dorp. Maar ik ging iedere kwartier even bellen naar Galgenwaard om op de hoogte te blijven. Zo werd me duidelijk dat Berger het had aangedurfd om de weinig wendbare maar fysiek ijzersterke Joop van Maurik toch op te stellen, ondanks de bijna onbespeelbare grasmat. Die durf betaalde zich uit, want Jopie worstelde zich een keer door de Alkmaarse defensie en schoof de bal in het doel. Het was 1-0 en bleef 1-0, zo kreeg ik na mijn vijfde telefoontje opgelucht te horen.

Van Berger heb ik onlangs nog gehoord bij een koffie-uurtje in mijn huis hoe cruciaal deze zege is geweest voor de rest van zijn trainersloopbaan die zich destijds nog in de aanloopperiode bevond. ‘Zouden we toen hebben verloren, was het waarschijnlijk heel anders gelopen zijn en mogelijk zelfs degradatie tot gevolg, voor mij en het elftal.’’ Op zijn zeventigste verjaardag zullen Han en ik zeker nog terugdenken aan die gedenkwaardige 4 februari 1976. Niet vanwege die bruiloft van Wim en Dinie maar vanwege die ontsnapping via de kamikaze van Joop van Maurik.

Een jonge Han Berger.