Door Raymond Taams

Op een druilerige woensdagavond in juni fietste Nelleke naar een industrieterrein vlakbij Nieuwegein, waar zich de oefenruimte bevond van ‘The Christmas Killers’, de metalband van Iwan en zijn vrienden. Met zijn negentwintig jaar was zelfs het jongste lid, bassist Chris, een stuk ouder dan Nelleke. De mannen repeteerden voor het radio-optreden van zaterdag, op Radio Utrecht mochten ze twee nummers spelen in een programma over lokale popmuziek.

“Hee, ik heb jou bij Idols gezien”, riep Chris toen hij Nelleke zag, “die klootzak van een Henk-Jan Smits deed echt onaardig tegen je.” “Het is sowieso een kutprogramma, echte muzikanten doen daar niet aan mee”, vulde gitarist Joost aan. Na wat biertjes begonnen de mannen te spelen. “Laten we ‘Iron penetrates’ en ‘Robot banging’ op de radio doen”, stelde Iwan voor. Vooral ‘Robot banging’ eiste veel van zanger Roel. Lange, ijzingwekkend hoge uithalen moest hij zien te combineren met ingewikkelde teksten.

Geïntimideerd door het kabaal sloeg Nelleke de verrichtingen gade vanaf een gammele houten stoel. “Genoeg voor vandaag, bierrr”, brulde Roel na vijf kwartier door de microfoon. Uit de koelkast kwam een krat tevoorschijn, de mannen verzamelden zich in een kring. “En, vond je het wat?”, vroeg Chris aan Nelleke. “Nogal euh… underground wat jullie doen”, sprak ze, “maar ik vind het wel interessant, mijn droom is om underground-invloeden in populaire muziek te verwerken.” “Ach zo”, bromde Iwan terwijl hij een sjekkie draaide, “wie weet maken we nog eens een hit met deze dame.” “Ze zou de heks kunnen spelen in ‘Kill the Witch’, op die manier krijgt ze podiumervaring”, opperde Chris. In het nummer zat een minutenlange brug waarin de door Roel bezongen boze toverfee krijsend en stuiptrekkend over het podium kronkelde. Omdat dit telkens zo’n aanslag op zijn stembanden vormde, hij deed het stuk zelf, reageerde de zanger enthousiast op het voorstel.

Aangeschoten, met een tollend hoofd van opwinding fietste Nelleke terug. Over precies een week zou ze haar debuut maken op het concertpodium. The Christmas Killers namen in Ekko deel aan de voorronde van een regionale popprijs. “Breng zoveel mogelijk vrienden mee, dan kunnen ze aan het eind van de avond op ons stemmen”, instrueerden de jongens haar. Ter voorbereiding op de heksenrol kreeg ze een dvd-opname van een eerder optreden. Door het camerastandpunt was de op zijn rug liggende zanger daarop nauwelijks zichtbaar, de kreten die hij slaakte hielden het midden tussen een woeste gorilla en een centrifugerende wasmachine. Ruim vier minuten duurde het intermezzo, stelde Nelleke huiverend vast. Maar wat kon er misgaan? Voor valse noten hoefde ze ditmaal niet bang te zijn. Betrekkelijk zorgeloos leefde ze naar het grote moment toe, het lukte zelfs om vijf huisgenoten mee te krijgen naar Ekko.

 

Gekleed in een zwarte kerstjurk van H&M arriveerde ze ruim op tijd bij de popzaal. Druk beenden muzikanten door ruimtes achter het podium, her en der klonk een slag op een gitaar of trommel. “Pizza’s voor The Boobies!”, gilde iemand, “zelf even ophalen bij de ingang graag!” Haastig briefjes en munten tellend stoof een gespierde tiener in mouwloos hemd richting deur. “Zij zijn de grote kanshebbers vanavond”, zuchtte Iwan tegen de anderen, “kutliedjes, van die surfmuziek, maar wel mooie jongens.” “Uitgaan van eigen kracht”, probeerde Roel de moed erin te houden.

“Goe-de-na-vond allemaal, wat een hoge opkomst…”, opende de presentator rond half negen het programma. Bijna alle toeschouwers waren hippe mensen van haar eigen leeftijd, zag Nelleke toen ze naar de bar liep. “Kom jij ook voor The Boobies?”, vroeg een meisje dat op drank wachtte. “Nee, ik hoor bij The Christmas Killers”, bekende Nelleke. “Oh, speelt je opa daarin ofzo?”, klonk het spottend. Tamelijk zouteloos verliep het eerste uur; twee haast identieke singer-songwriter-duo’s traden na elkaar elk twintig minuten op. Tussendoor lag de boel stil vanwege problemen met het geluid. Gestaag deed de alcohol zijn werk, het publiek werd langzaamaan baldadig. Nelleke, die met huis- en bandgenoten in een hoek van de zaal stond, merkte dat mensen naar haar wezen. Flarden als ‘die gestoorde chick van Idols’ en ‘Like a virgin zeker hahaha’ ving ze op.

Als vijfde en laatste band speelden The Christmas Killers, daarvoor was het de beurt aan The Boobies. “Ik heb zo’n vaag vermoeden dat het dak eraf gaat in de komende twintig minuten…”, ronkte de presentator alvorens de knappe surfbinken aan te kondigen. Gejuich steeg op, zelfverzekerd namen vijf knapen bezit van het podium. Hun single ‘Kiss and ride’ bleek het hoogtepunt van de show, toen dansten alle meiden vooraan. “Kom, we mogen bijna”, wenkte Iwan Nelleke.

Vervolg morgen...