Max – tuinfeuilleton, aflevering 4

Het werd vrijdag, de klus bij Jeroen en Esmee zat erop. In een opperbeste stemming dronken de hoveniers halve liters witbier in de zon. “Wil een van jullie morgen tweehonderd schoon in ‘t handje verdienen?”, vroeg Bernie. Hij had een zwarte schnabbel en kon extra hulp gebruiken. “Ik zou wel willen”, zei Max, “maar ik moet optreden op een studentencomplex.” “Dan ben ik jouw assistent, kan me niet schelen als ik er niks voor krijg, de hele dag tussen die geile mokkels…”, “Bernie, ouwe bok, gedraag je”, lachte Chris. Om jong en fris voor de dag te komen, ging Max op tijd slapen. ‘Wonderlijk’, dacht hij de volgende morgen voor de spiegel, ‘drie dagen rustig aan en ik kan er weer mee door’. Energiek sprong hij op de fiets.

Op het grasveld tussen de woonblokken stonden kleurrijk beschilderde caravans opgesteld. In het midden was een podium voor de dichters en muzikanten. “Hai, ik ben Martijn en ik heb weer eens de fout gemaakt verliefd te worden”, zei een rossige jongen met pukkels achter de microfoon. Daarop las hij een verhaal voor over een nacht in een hotel, ‘Hij wel, verdomme, hij wel…’, klaagde de ik-persoon met zijn oor tegen haar kamerdeur. Weemoedig dacht Max aan de tijd dat hij zelf onervaren was. Toevallig had hij op dit complex een soortgelijke ervaring gehad. Wanhopig verliefd op het mooie, artistieke meisje dat in de kamer naast hem woonde, en haar regelmatig tekeer horen gaan. Met zijn huidige kennisniveau zou hij tachtig procent van de dames hier verleiden, maar als begin-twintiger begreep hij weinig van het spel.

de spits die een doelpunt ruikt

op het veld waar hij ooit

de finale speelde

, tikte hij de aanzet tot een gedicht op zijn telefoon. Er kwam iemand van de organisatie op hem af, ze bracht hem naar een woonkamer waar artiesten zich konden terugtrekken. Op de versleten bank, tussen twee jongens die op hun gitaar tokkelden, zat een meisje met een groen geverfd gezicht geconcentreerd te schrijven in een notitieboek.

Niemand sloeg acht op Max, hij schonk koffie in en ging languit in het gras liggen. Zwembadjes werden spontaan opgepompt, de eerste band begon te spelen, meisjes dansten in bikini. “Hee, jij bent de andere dichter volgens mij, hoi ik ben Yfke”, plofte het groene gezicht uit de woonkamer even later naast hem neer. Door een wijde, lichtblauwe spijkerbroek en een te ruim vallend motorjack viel haar slanke, goed geproportioneerde lichaam niet direct op. Vitale, donkerblonde krullen dansten op haar hoofd, ze was een kop kleiner dan Max, en bijna twintig jaar jonger.

“Zou je, om kennis te maken, iets in mijn opschrijfboek willen schrijven?”, vouwde ze het ding uitnodigend voor hem open. “Oef, je stelt een onmogelijke vraag, ik mag van mezelf geen pen gebruiken”, antwoordde hij. Gefascineerd vroeg ze naar het waarom. Max legde uit hoe hij ‘het logistieke proces van ideeën’ probeerde te hervormen: “Het aantal plekken waar mijn gedachten zich bevinden, heb ik teruggebracht tot twee: de Google-cloud en mijn hoofd”. “Wat tof, je denkt echt als een kunstenaar”, zei ze.

Daarna ging het gesprek over de schmink op haar gezicht. In het kader van de module ‘Interactieve performance’ op de kunstacademie liet ze zich zo door onbekenden fotograferen op straat. Van de foto’s maakte ze stickers, die ze op stoplichten en lantaarnpalen plakte. “Voorbijgangers een scheppende rol geven in het straatbeeld, daar gaat het eigenlijk over”, duidde ze. Het was tijd voor de voordracht van Max.

Zenuwachtiger dan gewoonlijk betrad hij het podium. Op het laatste moment koos hij een ander gedicht om mee te openen, z’n gevoel zei dat Yfke dat beter zou vinden. De ongeveer honderd toehoorders reageerden met gelach en applaus, halverwege kreeg hij vleugels. Ritmisch bewegend op zijn eigen teksten voelde hij zich tien seconden lang Mick Jagger. Stijf van de adrenaline stapte Max het podium af, Yfke gaf hem een kus op de wang voordat ze zelf opging.

Toen het officiële programma erop zat, verzorgden ze samen nog een geïmproviseerd optreden in kleine kring. Midden in een gedicht over tongzoenen voegde Yfke de daad bij het woord, ze liep op een gebruinde jongen met blonde krullen af, en kuste hem hartstochtelijk. Vervolgens was ze niet meer bij dit surf-type weg te slaan. Terstond schaamde Max zich voor zijn vlinderachtige gevoelens, toch was de klap in zijn gezicht groot. Onmiddellijk vertrekken zou de teleurstelling verraden, gelukkig was er een volle fles wodka voorradig. Samen met Martijn, de pokdalige jongen van het hotel-verhaal, werd hij zeer dronken.

Vervolg morgen....