Louis Engelman – ‘Een trendbreuk’. Zo wil de PvdA-wethouder voor wonen, Dennis de Vries, het beleid van het nieuwe college van burgemeester en wethouders in Utrecht wel noemen. ‘Wonen mag geen zaak van de markt meer zijn, zoals in het verleden’, vindt hij. ‘We willen terug naar het begrip van volkshuisvesting.’ En daarbinnen wenst Utrecht, zo blijkt uit het coalitieakkoord, de regie zelf strakker in handen houden.

De Vries deed zijn uitspraken woensdag na de presentatie van het akkoord dat vijf politieke partijen voor de komende vier jaar hebben gesloten. In het nieuwe college van b. en w. nemen GroenLinks en D66 met elk twee wethouderszetels een prominente plaats in.
Maar aan de woonparagraaf is zeker ook de inbreng van de PvdA, Student en Starter en de ChristenUnie af te lezen. Het 75-pagina’s tellende boekwerk straalt een visie uit waarin de overheid de scepter zwaait in plaats dit aan de markt over te laten.

Wethouder Dennis de Vries (PvdA). Foto: Louis Engelman

Primair staan de onderwerpen ‘kansengelijkheid’, ‘klimaat’ en ‘betaalbaar wonen’. Structureel investeert de coalitie een bedrag van 40 miljoen euro voor onder andere de aanpak van armoede, begeleiding naar werk, openbare orde en veiligheid, versnelling van de energietransitie en het bouwen van woningen. Bijna twee keer zoveel als de bijdrage in het akkoord van het vorige college.
Daarnaast maken de partijen 130 miljoen euro vrij voor het investeringspakket ‘Groei in Balans’. Dit betreft de openbare ruimte, mobiliteit, groen en voorzieningen op het gebied van sport en cultuur.

Al deze plannen kosten veel geld. Om ze te bekostigen gaat het college de Onroerendzaakbelasting met 18 procent verhogen, mede omdat over de bijdrage vanuit de Rijksoverheid nog veel onduidelijkheid bestaat.

Sommige pijnpunten zijn in een compromisoplossing uitgemond. De omstreden bouw van woningen in de polder Rijnenburg zal weliswaar doorgang vinden, maar niet vóór 2035. En onder de voorwaarde van een tramverbinding. De woningbouw wordt daarbij gecombineerd met ‘permanente energieopwekking’. In het noordelijke deel van de polder schuwt het college ‘geen middelen om het maximaal aantal mogelijke windmolens te verwezenlijken’.

De coalitie stelt optimaal te willen bijdragen aan de bestrijding van de klimaatcrisis. Onder meer door eigenaren van gebouwen te stimuleren hun panden te verduurzamen. Ook de huursector zal daartoe worden aangemoedigd.
Voorts zullen er in de komende vier jaar wijkuitvoeringsplannen worden gemaakt voor de 40.000 gasaansluitingen die zijn genoemd in het ‘warmteplan’ (Transitievisie Warmte) om over te gaan op een duurzaam alternatief. Mits dit voor de bewoners betaalbaar is en zicht biedt op duurzame warmte. Bij de inpassing van windmolens wordt het beperken van overlast (geluid en slagschaduw) voor omwonenden tot uitgangspunt genomen.

Bij de aanpak van armoede en achterstanden in Utrecht kiest het college voor ‘ongelijk investeren voor gelijke kansen’. Dit betekent dat er specifieke aandacht zal zijn voor wijken en buurten waarin het niet goed gaat. Naast Overvecht betreft dat Kanaleneiland, Geuzenwijk en delen van Ondiep, Pijlsweerd en Leidsche Rijn (Parkwijk-Zuid en Terwijde-Oost). Ook zal er geld voor onderwijs, veiligheid en bestaanszekerheid worden besteed aan maatregelen om de ongelijkheid te verkleinen.
Armoederegelingen zullen ruimhartiger worden toegepast en breder toegankelijk worden gemaakt. Voorts wil het college in gesprek met woningbouwcorporaties om huisuitzettingen vanwege financiële problemen ongedaan te maken.

Op het gebied van volkshuisvesting zegt het coalitieakkoord dat ‘groei geen doel op zich is’, maar dat er wel veel nieuwe huizen nodig zijn voor woningzoekers. Het college wil ‘stevige maatregelen’ nemen om de woningmarkt beter in balans te brengen ‘met als doel een betaalbare woning voor iedereen in Utrecht’.
Om de bouw te versnellen moet de voorbereidingstijd van bouwplannen worden gehalveerd.

Bij nieuwe projecten wordt een prijsklasseverdeling leidend van 40 procent sociale huurwoningen, 35 procent midden-huur en betaalbare koop en 25 procent vrije sector. Daarbij wil de coalitie dat midden-huur tenminste 25 jaar in het middensegment beschikbaar blijft.

Aanvullend wil het college ‘zeer terughoudend’ zijn met sloop/nieuwbouw van sociale huurwoningen. ‘Ons uitgangspunt is: sociale huur is corporatiehuur’. Het wil daartoe de positie van de woningcorporaties financieel versterken en start een fonds om meer betaalbare koopwoningen in de stad te realiseren. Van de vrijkomende sociale huurwoningen moet 10 procent beschikbaar worden gesteld aan jonge inwoners in de leeftijd van 18-30 jaar. Zij kunnen meedoen aan een loting om in aanmerking te komen.

De nieuwe wethouder voor wonen, Dennis de Vries, toonde zich bij de presentatie van het coalitieakkoord strijdbaar. Hij zei principes als ‘betaalbaar’ en ‘kwaliteit’ weer prioriteit te willen geven en de regie niet meer aan de markt over te laten. ‘Projectontwikkelaars willen vooral geld verdienen. Dat betekent dat je ze niet bij voorbaat op hun blauwe ogen moet geloven.’

Het gehele rapport is te lezen op www.utrecht.nl/coalitieakkoord