Vrouwkje Tuinman: ‘Ziekte en rouw gaan vaak over alledaagse dingen’

Gepubliceerd: dinsdag 13 mei 2025 07:21
Door Louis Engelman
Een man wordt weggereden en vanbinnen bekeken.
Wat terugkomt: een bakje met een bril erin, één sok,
de ander is verdwenen. ‘Wij weten ook niet waar hij is gebleven.’
Deze drie zinnen in de dichtbundel ‘Lijfrente’ van Vrouwkje Tuinman lezen eerder als een feitelijke vaststelling dan als een uiting van rouw over haar overleden partner. Ze zijn daarmee karakteristiek voor de manier waarop de Utrechtse dichter/schrijver haar werk vorm geeft.
Niet de emotie van het diepe verdriet krijgt bij haar de hoofdrol. Liever doet ze een stapje terug om te zien hoe het leed wordt beleefd. Zo beschrijft ze in dezelfde bundel op soortgelijke manier hoe ze samen met haar stiefzoon haar geliefde, de in maart 2018 overleden Amsterdamse dichter F. Starik, aankleedt als hij de kist ingaat.
‘Dat was uiteraard een hele intense gebeurtenis waarbij we ontzettend hebben gehuild. Maar wat mij als schrijver raakte was dat wij een begrafenisondernemer troffen die zag dat wij open stonden voor zijn vak. Hij leerde ons ter plekke hoe je dat moest doen. Wat het tot een mooie intermenselijke gebeurtenis maakte.’
Al vrij kort daarna voelde zij dat ze de manier waarin dit ging letterlijk moest opschrijven. ‘Terwijl ik dat deed kwam opnieuw naar boven wat het afleggen voor mij had betekend. Ik heb daar een gedicht over geschreven. En als ik dit in een zaal voorlees komen er na afloop altijd mensen naar mij toe. Ze vertellen dan hoe emotioneel ze ervan werden, of juist hoe vrolijk of geïntrigeerd. Juist omdat het iets is waarover nooit wordt geschreven.’
Deze benadering brengt, vindt ze, tot uitdrukking dat ziekte, rouw en dood vaak over alledaagse dingen gaan. ‘Niet alleen over woede en verdriet. Het is ook het integreren van een nieuwe realiteit. Daar horen die banale dingen bij. Daar schrijf ik graag over.’
Tuinman (50) is in Nederland een gevierd kunstenaar. De dichteres, romanschrijfster, journaliste en columniste heeft zes dichtbundels, vier romans, verscheidene libretto’s voor muziektheater, een opera en een novelle op haar naam staan. Ook schreef ze vele journalistieke bijdragen voor tal van media, waaronder Trouw, De Volkskrant, AD-Utrechts Nieuwsblad, Opzij, Rails en Marie Claire.
Prijzen
Naast diverse nominaties werd haar oeuvre beloond met gerenommeerde prijzen, zoals de Halewijnprijs in 2010, De Grote Poëzieprijs in 2020, de C.C.S. Crone-prijs in 2022. Nuchter zegt ze daarover: ‘Nou ja, het is wel prettig om soms een bedrag te winnen waar je weer een tijdje van kunt schrijven.’
Vrouwkje Tuinman werd in september 1974 in Den Bosch geboren. Tot haar vierde jaar woonde ze met haar ouders in een oude boerderij in het dorp Haarsteeg. Maar na hun scheiding verhuisde ze met haar moeder naar de Brabantse hoofdstad, waar ze op een katholieke lagere school terecht kwam. De naam van de non in haar tweede klas herinnert ze zich nog goed: Mediatrix. De schoolkeuze noemt ze grappig. ‘Want ik ben zelf niet eens gedoopt. Ik ben helemaal niks.’
Na het atheneum koos de 17-jarige voor twee studies in Utrecht: algemene letteren en muziekwetenschap. Ze beschrijft zichzelf als iemand die graag veel kennis opdoet. ‘Die verwerk ik en geef er uiting aan. Zoals in de romans die ik schrijf en in de podcastserie die ik een paar jaar geleden heb gemaakt.’
Op het atheneum ontwikkelde Vrouwkje haar belangstelling voor schrijven. Zodra dat kon meldde zij zich aan bij de schoolkrant en ging voor interviews op zoek naar Nederlandse popidolen. Omdat ze stiekem verliefd was op Huub van der Lubbe van De Dijk koos ze hem als eerste slachtoffer. Die was - tot haar verbazing - meteen breid tot een gesprek.
‘Het was ontzettend leuk om hem te ontmoeten’, weet ze nog. ‘Maar ik vond het ook geweldig om zo’n interview voor te bereiden en in de schoolkrant te zien verschijnen. Vanaf toen ben ik voor ieder nummer een Nederlandse band gaan interviewen.’
Geschenk
Het kwartje was gevallen. Schrijven ervoer Tuinman als een groot geschenk, maar niet minder genoot ze van de muzikale kant van de popgroepen. ‘Ik interesseerde me vooral over de vraag hoe je tot muziek komt. Ik doe dit nu al 35 jaar, maar nog steeds snap ik niet hoe muziek ontstaat. Hoe iets vanuit niets kan voortkomen. Als je dat aan componisten vraagt krijg je geen duidelijk antwoord want het werkt bij iedereen anders.’
In Utrecht schreef ze interviews voor VonPopp, een popblad waarvan de naam ironisch verwees naar VVD-burgemeester Vonhoff.
Nederlands bekendste popjournalist Jip Goldsteijn was toen haar grootste voorbeeld. ‘Zijn boek Popscore heb ik heel vaak herlezen. En natuurlijk spelde ik het blad Oor.’
Toch denkt ze als begin twintiger het meest over schrijven te hebben geleerd bij het blad Rails waarvoor ze allerlei verhalen maakte. ‘Het waren de hoogtijdagen van het magazine. De bomen groeiden tot in de hemel, alles kon.’
Ze maakte er gretig gebruik van, vaak samen met de Utrechtse dichter/schrijver Ingmar Heytze met wie ze tot op de dag van vandaag literair verbonden is gebleven. Onder meer stelde ze met hem verschillende bloemlezingen samen, zoals de drie dichtbundels Seks, Drugs en Rock ’n roll. Voor die laatste uitgave, herinnert ze zich, moesten we allebei een gedicht schrijven ter promotie. Dat was mijn eerste poëzie-uiting.’
Donkere kant
Kunst hoorde voor Vrouwkje al vanaf haar jeugd bij het gewone leven. ‘Er werd bij ons veel gelezen en (klassieke) muziek gedraaid. Mijn moeder schilderde net als mijn opa. Best veel mensen in mijn familie waren artistiek actief, soms ook beroepsmatig. Zij vormden mijn omgeving. Zelf was ik toen ook wel het clichékind dat iedere week de maximale hoeveelheid boeken leende bij de bibliotheek.’
Haar thuissituatie kende echter ook een donkere kant. Tuinman beschreef die in haar eerste roman ‘Grote acht’, waarin een jong meisje verschillende vormen van tirannie ondergaat. Ze is er open over als de vraag komt of dit haar eigen leven reflecteert.
‘Ja, er ligt een duidelijk verband met mijn vader ten opzichte van mij. Hoewel er ook veel inzit wat ik niet ben.’
Ze vertelt dat haar vader heel boos was op het leven. ‘Dat uitte hij in de zeer beperkte omgeving die hij had, waaronder ik dus. Het gevolg is dat het dan voor jou normaal wordt dat het jouw schuld is dat er van alles in de wereld niet goed is.’
Tijdens het schrijven van het boek kreeg ze een steeds beter inzicht in de werking van dit mechanisme. ‘Tegenwoordig noemen ze dat gaslighting. Daarbij weet iemand een ander te overtuigen dat die kleiner is. Ze weten het als vanzelfsprekend te maken dat zij boven jou staan. Zo zelfs dat de partij over wie de baas wordt gespeeld dit op den duur zelf gaat faciliteren.’
Sorry
Tuinman ziet dit nu als vooral als ‘een interessant verschijnsel’. Maar ze onderkent ook dat ze er niet geheel schadevrij is uitgekomen.’ Ik ben nog steeds een sorry-zegger. Ik zeg altijd sorry, terwijl ik meestal niks te maken heb met wat er aan de hand is. Wel registreer ik het nu beter. Mede door hele fijne mensen om mij heen die zeggen: je moet maar weer eens ophouden met sorry zeggen. Oh ja, goed dat je het zegt, reageer ik dan. Sorry.’
Dat in haar gedichten de dood op een of andere manier steeds nadrukkelijk aanwezig is herkent Vrouwkje wel. ‘Dat is met name ontstaan nadat mijn beste vriend Frodo Bootsman en zijn vriendin Simone Stultiens op oudejaarsochtend van 2008 verongelukten. Mijn werk als muziekjournalist ging gewoon door, maar privé had ik als schrijver werkelijk geen ander onderwerp. Ik kon alleen maar proberen te vatten wat er was gebeurd. Het rouwen over twee jonge mensen, de confrontatie met de dood. Hoe doe je dat? Ik zag dat iedereen in de hele groep er omheen het op zijn eigen manier deed.’
Zelf besloot ze er samen met de zus van Simone, fotografe Andrea Stultiens, een gedichtenbundel met foto’s over te maken. Dat werd ‘Intensive Care’.
Ook hierin verwoordde Vrouwkje op haar eigen manier haar verdriet. Zoals met zinnen als: ‘Ik vind dat iemand anders nu wel een tijdje dood mag zijn.’ En: ‘Bovenaan de lijst zie ik mezelf.’
‘Dat heb ik inderdaad vaak gedacht’, zegt ze. ‘Ik vond het de beste oplossing dat we zouden ruilen. Maar ja, wat kopen we daar voor? Want dan ben ik er niet meer, dus dat is niet realistisch.’
Toch zijn het dit soort denkpatronen die haar fascineren. ‘Dat je in jezelf zegt: ik weet zo wel tien mensen die voor mij dood mogen, maar deze niet. Dat uit je niet hardop, want dan denken ze dat je een psychopaat bent. Maar het is wel een heel menselijk gevoel.’
Documenteren
Met diezelfde analytische benadering trachtte Vrouwkje Tuinman zeven jaar geleden de dood van haar man F. Starik (pseudoniem van de Amsterdamse dichter/schrijver Frank von der Möhlen, 59 jaar oud) te verwerken.
Zelf gebruikt ze de term ‘documenteren’, een woord dat – vindt ze – bij haar past. ‘Dat je vastlegt hoe iets is, en was en daardoor voor altijd bestaat.’
In de gedichtenbundel ‘Lijfrente’ maakt ze op die manier een poëtische wandeling door het huis van Frank in drie tijden tegelijk. ‘Toen hij er nog was, toen hij ziek was, en toen hij dood was. Vanuit de gedachte dat als ik mijn best doe het allemaal nog bestaat. En dat ik het op kan roepen.’
De absurdistische kanten van rouw en leed laten Vrouwkje daarbij niet onberoerd. Zo vertelt ze met plezier de anekdote over de keer dat Frank na zijn eerste hartinfarct op de IC van het VU-ziekenhuis lag en het erop leek dat hij het niet zou gaan halen.
‘Mijn stiefzoon en ik waren even een stukje gaan wandelen op de Boelelaan, want je moet af en toe ook even naar buiten. Toen zagen we daar een meisje met een rokje waar letterlijk haar billen onderuit kwamen. Ik ben dat nooit vergeten. We hebben haar niet uitgelachen, maar wij ontleenden daar allebei zo’n levenskracht uit. Op zo’n moment zie je: oh ja, dit is het echte leven, waarin dit soort absurditeiten gewoon doorgaan.
Nadat Frank negen maanden later toch overleed, maakte Vrouwkje opnieuw samen met Andrea Stultiens, over hem het boek ‘Leven als een museum’. ‘Het voelde absoluut alsof ik het ook met Frank maakte, terwijl hij dus dood was.’
In het Literatuurmuseum en later in het Stadsarchief van Amsterdam richtten ze tentoonstellingen over hem in, die een half jaar hebben gelopen.
Op dit moment werkt Tuinman al geruime tijd aan een nieuwe roman. Dat doet ze naast haar vele andere activiteiten als journalist en presentator. Zo leidt ze bijvoorbeeld deze week tijdens het Mahler Festival verschillende talkshows in het Amsterdamse Concertgebouw.
PS1. Dit is Vrouwkjes website
PS2. Van Louis Engelman verschenen op Nieuws030 eerder kunstenaar-interviews met:
- Ruben van Gogh - februari 2025
- Ingmar Heytze - november 2024
- Els van Stalborch - juli 2024
- Alexis de Roode - april 2024
- Malon Bakker - december 2023