Biem Lap, gids van Kerken Kijken Utrecht in de Jacobikerk, dook in de historie van de kanonskogels die in 1576 vanaf kasteel Vredenburg op de stad werden afgevuurd. Hij maakte er een serie artikelen over, vandaag deel 7: Schade aan de Pieterskerk...

De Pieterskerk is een geval apart want het is zeer opmerkelijk dat ook deze kerk geraakt is door een kogel van Vredenburg. In de eerste plaats ligt de Pieterskerk veel verder van Vredenburg af dan de andere getroffen plekken. In de tweede plaats is het vreemd dat er een kogel op de Pieterskerk gericht zou zijn want de afstand van Vredenburg naar de Pieterskerk is om en nabij 700 meter. Een afstand die gewoonlijk niet door de kanonnen die toen in gebruik waren, overbrugd werd.

Er is ook nergens een vermelding te vinden dat er op een van de torens van de Pieterskerk een kanon geplaatst zou zijn. Het is niet waarschijnlijk dat er gericht op de Pieterskerk is geschoten, gezien de instructies van ‘d Avila en daarom houd ik het op een afzwaaier. Misschien is de afzwaaier veroorzaakt doordat een kanon op de schansen van Vredenburg per ongeluk omhoog gericht stond en dat de kogel met een grote boog zo ver kwam dat de Pieterskerk bij toeval geraakt werd.

De kogel in de Pieterskerk. Foto: B. Lap

De ijzeren kogel die de Pieterskerk trof, is bewaard gebleven. Hij is nog steeds te zien in de Pieterskerk. Hij hangt aan de muur onder het orgel dat tegen de westwand van de kerk staat. De kogel heeft eerder boven het orgel in de westwand van de Pieterskerk gehangen. Dat kunnen we zien op twee afbeeldingen.

Het schip van de Pieterskerk getekend door P. Saenredam, 1636. Coll.: Het Utrechts Archief

De eerste, hierboven, is van Saenredam die in 1636 het schip van de Pieterskerk van oost naar west tekende en inkleurde. Op de tekening is te zien dat de ijzeren kogel direct boven het orgel hangt in een ijzeren band aan een ketting met een opschrift over de gebeurtenis daarboven.

De kogel is vrijwel zeker door het venster gegaan en heeft schade aan het orgel toegebracht. De schade is hersteld want er zijn rekeningen gevonden uit de jaren 1577/1578 van het herstel van het instrument en de luiken[1].

Bij het uitvergroten van de tekst op de muur, zijn de contouren van een bord zichtbaar waarop de tekst geschreven lijkt te zijn, maar een paar woorden zijn buiten het bord geschreven. Zou Saenredam die tekst zelf geschreven hebben of is er inderdaad een bord met een opschrift geweest?

Het opschrift op een bord boven de kogel in de Pieterskerk. Er is te zien dat Saenredam de tekst ten dele buiten het bord heeft geschreven.

De tweede tekening is van Saftleven – zie hieronder - die hij een maand na de grote storm van 1 augustus 1674 maakte. Die 'donderstorm' met valwinden was er de oorzaak van dat de twee torens van de Pieterskerk zich door het dak van het schip boorden, het orgel vernielden en een grote ravage achterlieten. De tekening is vanuit dezelfde positie genomen als die van Saenredam en weer is de kogel te zien op dezelfde plek.

Het ingestorte schip van de Pieterskerk na de grote donderstorm in 1674. De kogel hangt voor het venster. Tekening van  Saftleven, Het Utrechts Archief

Er is ook weer een opschrift boven de kogel te zien en die tekst is nu duidelijk te zien op een bord met een lijst. De tekst is veel beter te lezen dan op de tekening van Saenredam.

Van Akerlaken heeft de Latijnse tekst weergegeven in zijn boekje over de Pieterskerk[2] en heeft er een vertaling van gemaakt. Met name de jaartallen die Van Akerlaken in zijn vertaling noemt zijn aanleiding geweest tot veel gepuzzel, maar ook de betekenis van de Latijnse tekst is niet eenvoudig te duiden. De jaartallen zijn als Romeinse cijfers in de tekst opgenomen.

Het is niet onlogisch dat de tekst tamelijk cryptisch is, want er moeten woorden gekozen worden die Romeinse letters/cijfers bevatten om tot de juiste jaartallen van de gebeurtenissen die in de tekst genoemd worden, te komen.

AVGVSTI 24 (1566)

ACCIPE POSTERITAS HÆC QVÆ TACVERE REMOTA

INSANIENTE SACRI LEGIO

LIVIDVS HOSTILI TORMENTO HOC NABLIA FREGIT

EX PACIS ARCE CANTABER

DECEMB. 24 (1577 cq. 1576)[3]

De vertaling van Van Akerlaken:

24 Augustus 1581. Dat een ver nageslacht verneme wat verborgen bleef, de vernielingen van een zinneloze heiligschennis (beeldenstorm) Dit voorwerp (kanonskogel) vernielde het orgel te midden van oorlogsgeweld vanuit het fort Vredenburg op 24 December 1577.

De tussen haakjes geplaatste woorden beeldenstorm en kanonskogel heeft Van Akerlaken ter verduidelijking toegevoegd. Het is opmerkelijk dat in de vertaling van Van Akerlaken bij beide gebeurtenissen een jaartal wordt genoemd dat niet klopt met de jaartallen van de gebeurtenissen die nu in de standaardboeken over de geschiedenis van Utrecht zijn vermeld.

Bij de beeldenstorm wordt de datum 24 augustus 1581 genoemd, wat verbazingwekkend is, want de beeldenstorm van de kapittelkerken vond plaats op 7 maart 1580. Het kan echter zo zijn dat de maker van het opschrift gedacht heeft dat de beeldenstorm in de Pieterskerk tegelijkertijd met de beeldenstorm in de parochiekerken heeft plaatsgevonden want die waren op 24 en 25 augustus van het jaar 1566. 

De beschieting vanuit Vredenburg waarbij de kanonskogel de Pieterskerk raakte vond plaats in 1576 en dan is 24 december een mogelijke datum, want vanaf Vredenburg werd er geschoten vanaf 21 of 22 december gericht op de kerktorens en de stadskastelen. De Utrechtse schutters waren binnen een paar dagen uit hun posten verdreven en daarna is het gericht schieten op deze gebouwen vanuit Vredenburg gestopt.

Saftleven heeft zijn tekening onderaan voorzien van een tekst waarvan hier het eerste deel wordt weergegeven. Hij noemt daarin zowel de storm van 1674 en de kogel die vanuit Vredenburg is afgeschoten, maar zonder daarbij een jaartal te noemen:

Anno 1674 den 22 Julius ouden stijl is door Godts onweer de twee spitsee van de torens door het dack van de kerkcke van St.Peter ghevallenen dit van binnen hem sich soo vertoont a. is een Isere kogel hanckt in een Iseren bant is voor desen geschooten uit het Casteel van Vreeburgh in de kerck door het Orgel dat onder desee kogel stont.

(De tekst is overgenomen van de beschrijving in Het Utrechts Archief: 22 juli oude stijl is 1 augustus 1674 nieuwe stijl.)

Vervolg morgen: Een tweede vertaling van het opschrift bij de kogel...

[1] Rekeningposten uit 1577/1578 vanwege het herstel van instrument en luiken (1971), in Vlam en Vente 1965-1980 deel 2, vermeld door Arie de Groot in een voetnoot in Pieter Saenredam, het Utrechtse werk: schilderijen en tekeningen van de 17de-eeuwse grootmeester van het perspectief.  Groot, Arie de; Helmus, Liesbeth M.; Duyster, Dorine; Hermens, Erma, 2000 Uitgave Centraal Museum, Catalogus van gelijknamige tentoonstelling, pag 217 -219.

[2] A.M. van Akerlaken, De Pieterskerk te Utrecht,4e geheel omgewerkte en opnieuw uitgebreide uitgave, 1954 (1e druk 1948)

[3] De tussen haakjes geplaatste jaartallen staan in de tekst door optelling van de roodgemaakte Romeinse letters/cijfers. Als voorbeeld hier het jaartal van de Romeinse cijfers in het tweede deel van het opschrift. De rode cijfers achter geplaatst geven dit beeld: LIVIVILIMCLIIXCICC, anders gegroepeerd MCCCCLLLXVVIIIIIII; dus 1 x M, 4 x C, 3 x L, 1 x X, 2 x V, 7 x I = opgeteld 1577.