Raymond Taams - Op zondagmiddag is mijn tegenstander lui en zwak. Hij kijkt naar voetbal, bezoekt familie, of eet patat. Mijn tegenstander is de rest van de wereld. Ik wil de wereld aan mijn wil onderwerpen, net als u. Sinds wanneer je in onze samenleving niet eerlijk voor zulke algemeen menselijke machtshonger mag uitkomen, weet ik niet. Waarschijnlijk sinds de Tweede Wereldoorlog, we zijn een getraumatiseerd continent.

‘Fuck de status quo, word ondeugend’, las ik toen ik zondagmiddag richting supermarkt Dirk liep. De woorden stonden op een sticker op een lantaarnpaal. Door de afwezigheid van gespannen kijkende passanten op straat, het was immers zondag, gaf de zin mij een machtig gevoel. ‘Fuck de status quo, word ondeugend’, met deze doctrine in het achterhoofd zou ik elke dag een beetje terrein veroveren.  Om te beginnen wilde ik iets stelen bij Dirk.

Maandag was de wereld weer op volle sterkte. Slenterend over het Jaarbeursplein voelde ik de beklemming van steenmassa. Peperdure woontorens verrijzen er, over enkele jaren bewoond door mensen met strakke gezichten en goede banen. Ze zullen nauwelijks oog hebben voor de stad die hen omringt, wel voldoen hun huizen aan de laatste duurzaamheidseisen. Hoe ik te midden van zulke betonnen ratio ondeugend kon zijn, wist ik niet.

Opgejaagd door torenhoge inflatie had ik een goede week. In moeilijke tijden haal je het beste uit jezelf. Toch vraag ik me af of het voldoende is. Maatschappelijke verhoudingen zitten muurvast, de slaapwandelaars die ons besturen vertonen een hang naar het ravijn. Onlangs bezocht ik een talkshow van Jeroen Wielaert in de Neude-bibliotheek. Woorden van de Utrechtse verzetsstrijder Truus van Lier, die daarin werd besproken, versterkten mijn twijfel.

‘Jullie zijn te fatsoenlijk, jullie kunnen niet tegen bloed’, zei Truus tegen leden van haar verzetsgroep voordat ze NSB-politiecommissaris Kerlen doodschoot. Hopelijk kunnen wij onze verschillen nog met ondeugendheid oplossen.