Jeroen Wielaert - Buiten Utrecht kom ik regelmatig minstens drie mensen tegen, maar trots op de stad is meestal geen onderwerp om over te beginnen. Sharon Dijksma heeft in haar nieuwjaarstoespraak opgeroepen om dat wel te doen.

Niet drie, maar mínstens drie mensen bijpraten over de trots van Utrecht. Blijkbaar schiet de citymarketing nog te kort voor de burgemeester. Het moet mooi burgervrijwilligerswerk worden om met enige zendingsdrang de loftrompet over Utrecht te steken. Het verbaasde me. Is Utrecht nu nóg niet trots genoeg?

Utrecht heeft in 2022 zijn 900-ste verjaardag gevierd. Op de verjaardag zelf ging het gepaard met de feestelijke opening van de overblijfselen van Paleis Lofen. In volle glorie was dat bij voltooiing een eeuw ouder dan de stadsrechten. Samen met de Domkerk symboliseerde het Paleis de oppermacht van Utrecht, centraal in de lage landen.

Als 900-jarige had Utrecht die positie niet meer – niet best voor de trots van de stad. Misschien dat het verjaarsfeest daarom een wat ingetogen karakter had. Utrecht ging pas massaal de straat op toen de Vuelta door de stad denderde. Blijkbaar toch de beste manier om die 900 jaar te bejubelen, al was het daar met de Spaanse wielerronde oorspronkelijk niet om te doen. Hoe dan ook: Utrecht was trots op Utrecht.

Amsterdam en Rotterdam waren in 1122 niet meer dan kleine havens. In Den Haag begonnen ze pas na 1229 aan de bouw van het Binnenhof. Utrecht heeft in de eeuwen daarna zijn machtspositie moeten opgeven, deelde niet uitbundig mee aan de Gouden Eeuw en werd zo zwaar door Calvijn getroffen dat het er een paar jaar honderd jaar geen feest was.

Utrecht werd klein, met kleingeestige burgers. Een dorpse stad met een monumentale toren midden tussen de grachten. Daar woonden de hoge omes. Geen gewone Utrechter die buiten de stad ging vertellen hoe mooi het er was, laat staan drie.

Na de oorlog heeft Utrecht een geleidelijke renaissance beleefd. De stad deelde grootscheeps mee aan de algemene welvaartsstijging. Na het verdwijnen van de grote industrie was Utrecht bezig gegaan zichzelf opnieuw uit te vinden. De nieuwe dynamiek werd het best zichtbaar op een paar sleutelterreinen: de Jaarbeurs en de Universiteit. De bevolkingsgroei maakte aanzienlijke nieuwbouw noodzakelijk aan de A2: Leidsche Rijn.

Nog besefte ze in Utrecht niet hoe groot de stad was geworden. Dat legde ik anno 2002 voor aan de toenmalige burgemeester, Annie Brouwer. Het was in het begin van het streven om de Tour de France in Utrecht te laten starten. 'Daar zijn we te klein voor', hadden ze gezegd in de stad. Annie was het er niet mee eens. 'Daarom is het goed om aan zo'n evenement te denken,' zei ze.

Het is dik twintig jaar verder. In twee decennia heeft de metamorfose zich ongekend doorgezet. TivoliVredenburg is een toonaangevend Europees muziektheater. Een festival als Guess Who heeft grote faam gekregen verder buiten Utrecht. Leidsche Rijn staat erbij als toonbeeld van stadsvernieuwing met een fantastisch park. De literatuur wordt er uitbundig gevierd; Utrecht is niet alleen onderwerp van romans, maar podium van een al maar groeiend internationaal letterenfestival in een stad met meer dan 100 vreedzaam samenlevende nationaliteiten. Niet alleen de grootste fietsenstalling op aarde staat er, maar ze hebben er ook alle drie de grote wielerronden over de vloer gehad. 

Wereldstad, Utrecht.

Ik vraag me af of ik dat nog voor moet houden aan een gehoor van meer dan drie mensen. De oproep van Sharon Dijksma is reuze goed bedoeld, maar als praatje voor eigen parochie is het ook achterhaald.

Utrecht zal niet meer de eerste stad van Nederland worden. Dat hoeft ook niet. Het is mooi genoeg om de stad op CNN al fietsend een duurzaam profiel te geven, zoals Sharon deed. Nu nog zorgen voor betaalbaar wonen en een eind maken aan de uitbreiding van de A27 bij Amelisweerd. In de zomer van 2024 zijn de steigers om de Domtoren weg. Dan is de toren weer als nieuw. Dan is Utrecht af. Wees er maar trots op.