Dit is de 4 mei-lezing die Jeroen Wielaert dit jaar uitsprak op het Beethovenplein op verzoek van wijkvereniging Oog in Al.
  

Opvallend nieuws uit Polen, nu ruim een week geleden: een 41-jarige man is aangehouden, verdacht van betrokkenheid bij het projecteren van antisemitische teksten op het Anne Frank Huis, 6 februari.

De beelden van de projecties gingen de wereld over en wekten grote woede, want de authenticiteit van Annes dagboek werd in twijfel getrokken. Het Anne Frank Huis en Centrum Informatie en Documentatie Israel (CIDI) deden aangifte. Een Amsterdams rechercheteam was in Polen bij de huiszoeking en de aanhouding. De politie kwam op het spoor van de man mede door burgeronderzoek van de groep Capitol Terrorists Exposers, CTE. Zij wezen een beruchte neo-nazi uit Canada aan. Hij was in de Verenigde Staten veroordeeld voor mishandeling, op borgtocht vrijgekomen en gevlucht naar Europa.

Het was een goed bericht na de recente verhalen over toenemend antisemitisme en het ontkennen van de Holocaust. Het zijn onderdelen van wereldwijd rondgaande complottheorieën over een joods gestuurde elite, bezig met een Great Reset. Het verspreidde zich tijdens corona als vilein virus op zich, een kwaadaardige ideeënwereld vol rechts-radicale gedachten. Het blijft doorzieken, de projectie op het Anne Frank Huis was een kwalijk voorbeeld van terreur in teksten.

Het typeert een tendens met twee kanten. Enerzijds het kwaad dat zich voordoet, anderzijds de breed gedeelde boze reacties, naarstige bestrijding en accurate opsporing. Het kwaad wordt bestraft. Noem het bemoedigend. Al zal het opnieuw opduiken, de samenleving blijft waakzaam in een klimaat vol polarisatie. Dat is gunstig, vooral om niet andermaal af te glijden naar een conflict van de aard waarom wij op deze vierde mei ook in Oog in Al bijeen zijn.

Anne Frank, beeld van Pieter d'Hont op het Janskerkhof. Foto: Jim Terlingen

Nooit weer, was de overtuiging. Ik behoor tot de generatie die opgroeide na de oorlog, maar nooit helemaal zónder de oorlog. Onze ouders hadden de verschrikking meegemaakt. Nooit weer. In die geest leefden we in een verenigd, welvarend Europa. Totdat aan de verre oostgrenzen bleek hoe een Russische autocraat alles omdraaide in 'Opnieuw', in dit geval de verovering van Lebensraum op zijn Russisch, andermaal uitmondend in een demonstratie van vernietigende waanzin.

Het geeft de vierde mei een extra laag van 'Alweer'. Geen geschiedenis die al lang achter de rug is, maar historie die zich schrikbarend herhaalt, inclusief bijna vooroorlogse veldslagen en bedroevende, onmenselijke deportaties. Onze burgemeester Sharon Dijksma noemde het 'oorlogsmisdaden' na een recent bezoek aan Kiev voor de Nederlandse gemeenten.

Met die oorlog moeten wij leven.

Wij delen als burgers onze zorgen erover met onze naasten, in onze gezinnen en families, met vrienden en collega's, in klassen en in disputen. En morgen lopen we collectief uit voor het feest van de bevrijding, ditmaal wellicht met het besef dat het weer oorlog is, maar niet bij ons. Een voorrecht in een land waarin we onze bestuurders mogen bekritiseren, zei onze Sharon na terugkeer uit Oekraïne.

Toen was het anders, 1940-1945. Utrecht werd de Stad der Beweging genoemd, vooral door de Beweging zelf: de NSB. De zwarthemden hadden hun hoofdkwartier aan de Maliebaan met het propagandakantoor pal ernaast. Die gebouwen staan er nog, zien er nog net zo uit als destijds, ga maar kijken bij de huisnummers 35, 37 en 39. NSB-leider Anton Mussert woonde westelijk van het Wilhelminapark, tegenover het Rosarium. Ook zijn huis is nog volledig intact. Schuin ervoor ligt de gedenksteen voor de tien verzetsmannen die op 7 mei 1945 nog werden neergeschoten door Duitse soldaten. Het was twee dagen vrede, vlak voor de Canadese bevrijders de stad in reden.

Oostelijk van de Maliebaan staat het oude station, nu het Spoorwegmuseum. Er is een wagon te zien van het type veewagen waarin Joden werden gedeporteerd, ook Utrechtse, meer dan duizend.

De wagon in het Spoorwegmuseum. Foto: Jim Terlingen

Met die Beweging ging het tijdens de bezetting al minder. In Nederland, ook in Utrecht bestond grote weerzin tegen de NSB, wat niet wegnam dat er nog veel NSB-ers woonden, ook in Oog in Al, die keurige vooroorlogse nieuwbouwwijk. De Maliebaan was inmiddels de Utrechtse variant van Unter den Linden in Berlijn geworden. De hoogste Duitsers hadden er de beste panden bezet, waarbij ze toch een ding deelden met goede Nederlanders: hun minachting voor het mannetje Mussert.

Kwaad tegenover goed. Het deed zich ook op de Maliebaan voor. Schuin tegenover het fascistische hoofdkantoor woonde aartsbisschop Jan de Jong, huisnummer 40. De katholieke leider noemde de bezetting een schanddaad. In de nacht van zaterdag 2 augustus 1941 kwamen twee Duitsers de aartsbisschop sommeren om af te zien van het voorlezen van een opstandige kerkbrief. Getooid met een paarse sjerp en gouden borstkruis luisterde de kerkleider in de grote zaal van zijn domus naar Obersturmführer Matzler. Daarna zweeg De Jong slechts, in overtuigende ijzigheid. De Duitsers dropen af. Ze zeiden later in eigen kring: 'Mit dem Mann ist nicht zu reden.'

Zo'n honderd meter verderop zat de SD, de Sicherheitsdienst, op nummer 74. In de kelders voerden ze hun wrede verhoren uit. Op nummer 72bis woonde verzetsvrouw dr. Max, pal naast de SD. Het was de schuilnaam van Marie Anne Tellegen. Voor de oorlog was ze topambtenaar bij de gemeente Utrecht, prominent adviseur van burgemeester Ter Pelkwijk. Als spin in het ambtelijk netwerk kon ze de basis leggen voor de hulp aan onderduikers, maar ook werken als Utrechtse spil in de distributie van het illegale Vrij Nederland. Midden november 1944 werd het toch te gevaarlijk op de Maliebaan en dook ze onder op de Brigittenstraat. De SD deed spoedig een inval bij het buurhuis, maar trof alleen een verzameling boeken van Rilke.

Portret van mr. Marie Anne Tellegen, circa 1936. Foto HUA

In 1939 verhuisde bouwkundig opzichter en tekenaar Klaas Postma uit Voorburg naar Oog in Al, samen met zijn vrouw Dora en drie kleine kinderen. Ze gingen wonen op Joseph Haydnlaan 31. Postma kon aan de slag bij de bouw van het Militair Hospitaal.

De bezetting wekt direct grote verontwaardiging bij hem. Postma kan zijn tekenvaardigheid gebruiken voor tekeningen van het spoorwegnet voor de geallieerden. Later wordt hij leider van verzetsgroep de Oranje Vrijbuiters, de naam dateert van 1942. Ze helpen Joden aan onderduikadressen. Al voor de voltooiing van het Militair Hospitaal trekken de Duitsers erin en nemen ook omliggende woningen in beslag. Postma moet verhuizen naar Franz Schubertstraat 37. De buren zijn NSB' ers. Het is hier tegenover, aan het Beethovenplein met de Johan de Wittschool.

Het verhaal is vast bekend bij sommigen van u. Het is zo te verfilmen, het hospitaal, de woningen, het is net als toen. 

De NSB-buurman heet Van Beusekom. Hij heeft een sigarenzaak op de hoek van het Beethovenplein, nummer 1. Hij verspreidt ook NSB-propaganda. Andermaal: het kwaad naast het goed.

De Oranje Vrijbuiters breiden sterk uit en betrekken Nieuwegracht 151 als hoofdkantoor. In Oog in Al werken ze samen met de individuele verzetsman Joop van Baaren, woonachtig Byronstraat 1. Hij redt honderden Joden van deportatie. Het gevaarlijke werk wordt Klaas Postma fataal. In de nacht van 24 op 25 augustus 1943 arresteert de SD hem in zijn huis.

Hij was even van vakantie in Apeldoorn teruggekeerd voor een verzetsvergadering. Hij wist niet dat er een inval was geweest op de Nieuwegracht. Op 28 februari 1944 wordt hij met 19 anderen gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte. Joop van Baaren overleeft de oorlog en wordt belangenbehartiger van voormalige politieke gevangenen. Hij is vaak bij de herdenkingen in Oog in Al.

Monument voor de Oranjevrijbuiters op de Algemene Begraafplaats in Tolsteeg. Foto: Ton van den Berg

In 2018 is op initiatief van de Oranje- en Wijkvereniging Oog in Al een 'Stolperstein' geplaatst voor het huis van de familie Postma. In Oog in Al zijn meer van die stenen te zien – stuk voor stuk voor Joden die Postma en Van Baaren niet hebben kunnen redden.

Hoe lang nog herdenken? Dat was nog een vraag, zeg 10 jaar geleden. Vandaag, begin mei 2023 gaat het des te meer om te bedenken hoe de situatie in onze samenleving is. Anno nu zijn er veel bewegingen, zoals die van boeren en burgers. Het is het resultaat van falend Haags beleid, het tekortschieten van oude coalitiepartijen. Complottheorieën vormen in deze dynamiek een boosaardige onderstroom. De aanhangers zijn geen zachtaardige romantici, maar hebben de reptielen van het kwaad in hun hart. Ze zijn ver in de minderheid, hun uitlatingen worden buiten proportie uitvergroot. Het gevaar schuilt in enkelingen die tot agressie over kunnen gaan. De inlichtingendienst is alert en waarschuwt voor de groeiende uitwassen.

Het is aan ons om te voorkomen dat er over 75 jaar nieuwe Stolpersteine moeten worden neergelegd. Aan de scholen, ook in deze buurt om het kwaad te duiden en het goede te stimuleren, met onderscheid en begrip voor alle nieuwkomers in ons land, meestal gevlucht voor een onzinnige oorlog.

Ook bij ons broeit het. Laat het ergste niet gebeuren.

In die geest van verzet kunnen we in vrede en vrijheid het leven vieren. Niet in verdeeldheid, maar samen, vastberaden en medemenselijk.