Jeroen Wielaert - De officiële herdenking was afgelast, maar het coronavirus kon de herinnering niet tegen houden. Op het 24 Oktoberplein kwam toch een kleine schare bijeen om stil te staan bij de gebeurtenissen van 18 maart 2019. Om 13 minuten over half elf, het begin van de schietpartij ging een minuut stilte in.

Burgemeester Jan van Zanen had een uur eerder al een boeket van de gemeente neergelegd op het gloednieuwe herinneringsplek. Daarna kwam minister van justitie Grapperhaus, omringd door een stoet agenten. De trams reden langzaam door de bocht. Ook op het perron stonden waakzame agenten.

De mensheid heeft de handen vol aan het weren van de pandemie; Utrecht moest er de plechtigheid voor schrappen. De geschatte 2000 bezoekers zouden een voor deze coronatijd veel te hoge publieksdichtheid vormen. Ik kon het niet laten om toch te gaan kijken. Het plein is op loopafstand van ons appartement, het gebeurde allemaal voor onze deur en het was voor mij als verslaggever een van de indringendste gebeurtenissen uit mijn loopbaan, op 18-3-2019 nog voor de NOS-Radio. Bij aankomst zag ik direct de cameramensen en de fotografen, collega's van lokale en nationale media. Ze waren groter in getal dan de burgers die toch gekomen waren.

Jan van Zanen zei: 'Het geheim van deze plek is dat je er elke dag naartoe kunt, ook zonder camera's om je heen.'

Het ging niet door, maar het gebeurde toch. Het zou wel heel vreemd als er helemaal niemand gekomen was. De aanwezigheid van zoveel pers onderstreepte de impact van het door Gökman Tanis aangerichte onheil. Komende vrijdag wordt in Utrecht zijn vonnis uitgesproken. Hij zal er zelf niet bij aanwezig zijn. De rechtbank vindt het door de coronaontwikkelingen onverantwoord, omdat bij zijn vervoer te veel personeel dicht bij elkaar en de dader komt. Het virus houdt hem al meteen in Vught, al is het niet voor quarantaine, maar een vermoedelijk levenslange opsluiting. Hij mag alleen gaan zitten spuwen in zijn cel. 

Er waren meer bloemen dan van bestuurders alleen. Het was indrukwekkend om die ene man te zien die een boeket in het hek vlak naast de trambaan stak. Het was de broer van Rinke Terpstra, een van de vier slachtoffers. Hij was jeugdtrainer bij Desto. Ik herinner me weer hoe de spelers  hem al direct kwamen gedenken rond de boom waar de bloemenzee aanzwol in de dagen direct na die vreselijke maandagmorgen.

Het werd stil in Utrecht, een jaar geleden. Dat heeft corona nog niet kunnen bewerkstelligen. Eigenlijk is het nog verbazend drúk. Zo spookachtig als die dag moet het niet meer worden.